Hartinfarct: elke seconde telt
Jaarlijks komen 25.000 mensen in Nederland met een hartinfarct in het ziekenhuis te liggen. Een hartinfarct word ook wel een hartaanval genoemd. Over een hartinfarct mag men niet te licht denken. Op iedere leeftijd kan een hartinfarct voorkomen, maar vooral oudere mensen hebben meer risico. Het herkennen van een hartinfarct en wat te doen.
Hartinfarct
Een hartinfarct begint vaak met atherosclerose. Dit komt voor bij mensen met overgewicht, rokende mensen, te hoge cholesterol, weinig beweging en mensen met suikerziekte of een hoge bloeddruk. Atherosclerose of aderverkalking is een adervernauwing doordat vetten in het bloed zich hechten op de aderwand en deze daardoor nauwer wordt. Als gevolg van de vernauwing kan een kransslagader het hart worden afgesloten. Hierdoor ontstaat er zuurstofgebrek in de hartspier.
Een hartinfarct is het afsterven van een deel van de hartspier als gevolg van dat zuurstofgebrek.
Hartinfarct herkennen
Voordat een hartinfarct daadwerkelijk optreedt, heeft men vaak al een periode van pijn op de borst. Dit word angina pectoris genoemd.
Pijn op de borst herkennen:
- Aanvallen van krampachtige pijn achter het borstbeen
- Pijn straalt vaak uit naar de linkerarm
- Patiënt heeft het gevoel geen adem meer te kunnen halen
- Doet zich voornamelijk voor na inspanning, eten, emoties en overgang van kou naar warmte of omgekeerd
Wanneer pijn op de borst niet overgaat, is er sprake van een dreigend hartinfarct. De pijn op de borst duurt in rust dan langer dan vijf minuten en na het innemen van een nitraat verminderd de pijn niet. Bij een hartinfarct doen zich vervolgens nog een aantal verschijnselen voor.
Een hartinfarct herkennen:
- Een hevige pijn achter het borstbeen
- De pijn voelt snoerend aan, alsof men word fijn gedrukt
- Pijn kan uitstralen naar de schouder, armen, nek en kaken
- Vaak kortademig
- Vaak misselijk en braken
- Vaak transpireren
- Een onregelmatige polsslag
- Soms raakt de patiënt bewusteloos
Soms verloopt een hartinfarct zonder dat er duidelijke kenmerken zijn, men noemt dit dan een stil infarct. Vrouwen hebben vaker een stil infarct dan mannen.
Eerste hulp bij een hartinfarct
Mensen die eerder last hadden van pijn op de borst, dienen rekening te houden met een hartinfarct indien de pijn in rust na vijf minuten niet zakt. Bel onmiddellijk het
alarmnummer 112. Het grootste risico na een hartinfarct zijn hartritmestoornis. Hieraan kan de patiënt overlijden. Pas na 24-48 uur is de kans op het krijgen van hartritmestoornissen kleiner. Daarom wordt men in het ziekenhuis aan een hartfilmpje gelegd. Hiermee word het hartritme goed in de gaten gehouden. Soms heeft een hartritmestoornis uiteindelijk een hartstilstand tot gevolg.
Eerste hulp
- bel 112
- blijf rustig
- kledingstukken die nauw sluiten, verwijderen
- bij bewusteloosheid: hoofd opzij leggen
- eventueel beademing of hartmassage toepassen
In het ziekenhuis opent men de afgesloten kransslagader door middel van dotteren. Ook medicijnen die stollingswerend zijn worden gebruikt.
Kamerfibrileren
De hartkamers bestaan uit verschillende spiervezels die gecontroleerd samentrekken. volgens een vast patroon. Op deze manier wordt het bloed de aorta en longslagader ingedreven. Wanneer dit niet meer gebeurt, heeft dit kamerfibrileren. Dit ontstaat meestal door zuurstofgebrek van een deel van de hartspier. Dit is een gevreesde complicatie van de vroege fase van een hartinfarct.
Hartstilstand
Door hartritmestoornissen, als gevolg van het hartinfarct, kan ook een hartstilstand optreden. De hartspier trilt ongecontroleerd en daardoor word er geen bloed meer rondgepompt, dus ook geen zuurstof. Binnen enkele minuten sterven hierdoor de hersencellen af.
Het leven na een hartinfarct
In de meeste gevallen treedt er geen tweede hartinfarct op. Wel moet men anders gaan leven: minder cholesterol, niet roken, aan dieet doen, en stress en zware inspanning vermijden. Vaak is er wel revalidatie nodig om de inspanningen weer tot een normaal niveau te brengen. Na een hartinfarct krijgt de patiënt de eerste dagen bedrust, na drie tot tien dagen mag deze wat rondlopen zodat er minder kans is op trombose. Na tien dagen tot drie weken mag de patiënt weer naar huis.