Meesleurarmpje: bijna-ontwrichting van de elleboog
Een meesleurarmpje of een zondagselleboog komt het meest voor bij peuters van 1 tot 3 jaar. Het is een bijna-ontwrichting van de elleboog, als gevolg van een ruk aan de gestrekte arm. Een meesleurarmpje is zeer pijnlijk voor het kind. Soms krijgt een ouder kind of een volwassene te maken met een meesleurarm.
Benamingen meesleurampje
Een meesleurarmpje kent verschillende benamingen. Zo is deze ook bekend onder de naam zondagmiddagarmpje of een zondagselleboog. Nog meer benamingen zijn radiuskopluxatie of pulled elbow.
Hoe ontstaat een meesleurarmpje?
Een meesleurarmpje komt vooral voor bij peuters tussen de 1 en 3 jaar, bij jongens iets vaker dan bij meisjes. Het ontstaat doordat er te hard aan het gestrekte armpje wordt getrokken. Dit kan gebeuren tijdens het spelen, het oppakken, het aankleden etc. Ook wanneer de peuter plots mee wordt gerukt aan zijn uitgestrekte arm, kan er een meesleurarmpje ontstaan.
Ook komt een meesleurarmpje vaak voor wanneer het kind tussen twee ouders in wordt geslingerd tijdens het wandelen. Kleine kinderen vinden het prachtig om een slingerbeweging te maken, maar beter is het om het kind onder de oksels op te tillen. Zo wordt een meesleurarmpje voorkomen, maar ook wordt voorkomen dat de arm uit de kom geraakt.
Wat is een meesleurarmpje?
Een meesleurarmpje is een bijna-ontwrichting van de elleboog, met name het kopje van het spaakbeen in het ellebooggewricht. Bij peuters komt dit het meest voor als gevolg van een ruk aan het uitgestrekte armpje. Daarom wordt dit ook wel een meesleurarmpje genoemd. De benaming zondagselleboog of zondagmiddagelleboog komt van het feit dat dit vaak in het weekend gebeurt. Vroeger wilden veel kinderen op zondag niet naar de kerk en werden dan meegesleurd aan hun arm.
Een meesleurarmpje doet ontzettend veel pijn voor de peuter. Het kind houdt zijn armpje stijf in een licht gebogen houding. Het kind huilt erg en is niet te troosten.
Behandeling
Wanneer het kind plotseling huilt en de arm stijf houdt, nadat het kort daarvoor een ruk aan de arm heeft gekregen, mag men de arm niet proberen te gaan buigen. Dit is voor het kind heel pijnlijk. Het beste kan er medische hulp ingeschakeld worden. De elleboog wordt door de arts weer op zijn plaats terug gebracht door middel van een snel uitgevoerde supinatiebeweging.
Wat is een supinatiebeweging?
Een supinatiebeweging is een draaibeweging van de onderarm, waarbij de elleboog als aangrijpingspunt fungeert. Er bestaan twee bewegingen van de onderarm: de supinatiebeweging: de handpalm wordt naar boven gedraaid, alsof men geld wil aannemen. Bij de pronatiebeweging wordt de handpalm naar onder gedraaid, alsof men geld weg wil geven.
Bij een meesleurarmpje wordt de handpalm naar buiten (naar boven) gedraaid in een zeer snelle beweging. Dit is even heel pijnlijk voor de peuter, maar daarna kan de elleboog weer normaal functioneren.
De schade
Een meesleurarmpje is niet direct schadelijk voor de elleboog. Wel kan er daarna een verhoogde kans zijn dat het weer gebeurt. Een ontwrichting die recht is gezet, blijft een zwakke plek. Ouders moeten er dus goed op letten dat ze het kind niet opnieuw aan de arm trekken.
Wanneer een meesleurarmpje meerdere malen voorkomt, kan dit wel schade aan het ellebooggewricht opleveren. Dit komt echter zelden voor. De meeste ouders zijn na een meesleurarmpje oplettender geworden.
Ouders hoeven zich niet schuldig te voelen wanneer een peuter een meesleurarmpje oploopt, mits het een ongeluk was. De meeste ouders zijn zich niet bewust van het feit dat een meesleurarmpje sneller kan plaatsvinden dan men dacht. Anders wordt het wanneer er sprake is van opzet. Vooral wanneer een meesleurarmpje meerdere malen voorkomt bij een peuter, zal de arts dit melden aan een instantie die dit nader onderzoekt. Dit hoeft echter niet te betekenen dat er daadwerkelijk sprake is van kindermishandeling op kwade opzet: echter moeten deze factoren wel uitgesloten worden door middel van nader onderzoek.
Een meesleurarmpje kan ook bij oudere kinderen voorkomen en bij volwassenen: dit is echter zeldzamer dan bij peuters. Bij oudere kinderen en bij volwassenen komt een meesleurarm vooral voor na een ruzie of een wild spel. Meestal echter zijn oudere kinderen prima in staat om mee te geven met hun lichaam tijdens een ruk aan de arm, waardoor een meesleurarm minder vaak voorkomt.