Allergie voor huisdieren

Het lijkt wel of steeds meer mensen allergieën ontwikkelen. Allergieën tegen huisstofmijt, pollen of grassen, koemelk of gluten komen veelvuldig voor. Ook een allergie voor huisdieren kan in principe iedereen oplopen. De snelheid waarop een allergie tegen dieren ontstaat verschilt van dier tot dier. Een knaagdierallergie kan zeer snel optreden en heftig verlopen, tegen katten duurt de ontwikkeling van een allergie wat langer en een allergie voor honden heeft jaren nodig om zich te ontwikkelen.

Symptomen van een huisdierallergie

Afhankelijk van de leeftijd van een patiënt kan een huisdierallergie wat andere symptomen geven. Bij heel jonge kinderen valt roodheid van de huid op. Bij aanraking ontstaan vaak jeukende bultjes. Deze klachten kunnen tot twee weken na contact met het dier blijven bestaan. Symptomen bij een wat oudere patiënt zijn niezen en snotteren en traanogen. Uiteindelijk treedt ook benauwdheid op. Bij chronische klachten zoals een chronisch verstopte neus, hoofdpijn en steeds terugkomende luchtweginfecties is het moeilijker een allergie als onderliggende oorzaak te herkennen.

Welke dieren?

In principe kan iemand allergisch worden tegen elk dier. Echter allergieën tegen sommige dieren komen veel vaker en treden ook eerder op dan allergieën tegen andere dieren. Een kat geeft eerder allergieverschijnselen dan een hond. Zelfs éénjarigen kunnen al fors allergisch zijn voor katten. Voor honden zie je vaak pas allergieverschijnselen bij kinderen op vijf- tot zesjarige leeftijd. Het duurt gewoon veel langer voordat je een allergie voor honden opbouwt. Een allergie voor knaagdieren is het snelst opgebouwd. Als je daarvoor aanleg hebt dan kun je binnen een half jaar allergisch zijn. Daarentegen wordt een allergie voor koeien in Nederland amper vastgesteld, maar in principe kun je voor ieder dier allergisch worden.

Waartegen is men allergisch?

Bij katten is de voornaamste stof - het allergeen - waartegen gevoelige mensen een allergische reactie opbouwen het Fel d 1 eiwit, dat door de kat wordt gevormd in de talgklieren van zijn huid. Fel d 1 wordt bij katten ook in het speeksel gevonden. Het is dus - in tegenstelling wat soms gedacht wordt - niet het kattenhaar waartegen een allergie ontstaat. Bij honden wordt het belangrijkste allergeen - het Can f 1 eiwit- met name aangetroffen in het speeksel van de hond en niet zozeer in de huidschilfers. Een hond die een voor hondenallergeen gevoelig persoon - dus een allergisch mens- likt kan een plaatselijke huidreactie met roodheid en zwelling bij die persoon veroorzaken.
Bijna altijd zie je dat een allergie voor een huisdier ontstaat bij patiënten met een algemene atopische aanleg (een erfelijke gevoeligheid voor allergie). Daarnaast blijkt een allergie voor bijvoorbeeld huisstofmijt en allergie voor katten sterk te zijn gekoppeld, meer dan met een hond. Mensen die dan ook bekend zijn met een allergie voor bepaalde luchtwegallergenen, maar die nog niet gevoelig zijn voor katten, doen er toch verstandig aan geen kat als huisdier te nemen aangezien de kans dat zij alsnog allergisch worden voor katten groot is.

Het dier het huis uit of niet?

Of het betreffende huisdier waarvoor een allergie is vastgesteld moet vertrekken is afhankelijk van de ernst van de symptomen en een heel persoonlijke keuze. Toch is het aan te raden om knaagdieren en katten, bij het vaststellen van een allergie voor deze dieren, meteen de deur uit te doen. Een hond geeft in het algemeen minder ernstige allergieproblemen, dus die kan in bepaalde gevallen blijven. Houd er wel rekening mee dat kattenallergeen lang in de omgeving kan blijven circuleren en bij allergische personen dus klachten kan blijven geven - zelfs nadat de kat al lange tijd het huis heeft verlaten.

Labradoodle

Er doen heel veel tamtamverhalen de ronde over soorten dieren die allergeenvrij en daardoor geschikt voor allergiepatiënten zouden zijn. Het is een wijdverbreid misverstand dat langharige dieren meer allergieklachten geven: het omgekeerde is waar. Een kortharig dier veroorzaakt veel meer klachten, dat geldt met name voor de kat. Dit heeft met de huidschilfers te maken. En het lijkt erop dat kortharigen meer huidschilfers in de omgeving brengen dan langharige dieren. Speciaal voor allergiepatiënten gefokte honden met een aparte vacht, zoals de Labradoodle of genetisch gemodificeerde katten lijken ook niet de oplossing omdat ook voor andere ‘producten’ zoals speeksel van een dier allergie kan optreden.

’Tweedehands’ woning

Het is bekend dat kattenallergeen heel lang in een huis aanwezig kan blijven. Nadat de kat is vertrokken is het na twee jaar soms nog aantoonbaar. Mensen die hun kat wegdoen vanwege allergieklachten dienen daar rekening mee te houden. Allergische mensen die een ander, ‘tweedehands’ huis betrekken doen er goed aan te informeren of de woning ooit bewoond is geweest door een kat.