Leververvetting: de meest voorkomende leveraandoening
De lever is een belangrijk orgaan. Hij speelt onder andere een grote rol bij de vetstofwisseling in ons lichaam. Door de veranderingen in onze voeding en levensstijl, raakt deze vetstofwisseling steeds vaker verstoord. Het gevolg is een opstapeling van vetten in de lever oftewel leververvetting. De aandoening komt bij maar liefst 25 tot 40% van de volwassenen in de Westerse wereld voor. Leververvetting kan leiden tot leverontsteking en uiteindelijk zelfs tot een permanente leverbeschadiging.
De lever is een groot orgaan dat rechtsboven in de buikholte, net onder het middenrif ligt. De lever van een gemiddelde volwassen persoon weegt anderhalve kilo en het is daarmee, na de huid, het zwaarste orgaan van ons lichaam. De lever vervult vooral belangrijke functies in onze stofwisseling. Hij zorgt er mede voor dat we voedingsstoffen als koolhydraten, vetten en eiwitten uit het bloed kunnen opnemen en voor tal van processen kunnen gebruiken. De lever produceert daarnaast gal, slaat ijzer op en speelt een belangrijke rol bij het onschadelijk maken van giftige stoffen en het opruimen van afvalstoffen. Als de lever door een ontsteking of beschadiging zijn functies niet naar behoren kan uitoefenen, kan dit dan ook grote gevolgen hebben voor onze gezondheid.
De functie van de lever bij de vetstofwisseling
De lever is mede verantwoordelijk voor de vetstofwisseling in ons lichaam. De vetstofwisseling is het proces waarbij ons lichaam vetten vormt (uit de in de darmen opgenomen voedingsstoffen) of afbreekt. Dit proces vindt grotendeels in de lever plaats. De lever neemt de afbraakproducten van vetten (vrije vetzuren) op uit het bloed en zet ze om in andere vetachtige stoffen. Deze nieuwe vetten worden weer aan het bloed afgegeven en door ons lichaam gebruikt. De lever kan, als het nodig is, ook juist vetten afbreken tot vetzuren en verzadigde vetzuren omzetten in onverzadigde vetzuren. Daarnaast produceert de lever de vetachtige stof cholesterol, die we nodig hebben als bouwsteen voor lichaamscellen en hormonen. Vijfentachtig procent van al de benodigde cholesterol wordt aangemaakt in de lever. De rest krijgen we via onze voeding binnen. Tot slot zorgt de gal - een dikke, bittere, geelgroene vloeistof die in de lever wordt aangemaakt - voor een betere opname van vetten in de dunne darm.
Leververvetting is een ophoping van vet in de levercellen
Door een verandering in onze voeding en leefgewoonten, raakt de vetstofwisseling steeds vaker verstoord. De lever is dan niet in staat om de aangeboden afbraakproducten van vetten te verwerken. Het gevolg is dat het vet zich gaat ophopen in de levercellen. Dit wordt leververvetting of steatose genoemd. Het is tegenwoordig de meest voorkomende aandoening aan de lever; 25 tot 40% van de volwassenen in de Westerse wereld lijdt eraan. Leververvetting is een omkeerbaar proces. Dit betekent dat de
De fases van leverbeschadiging, beginnend bij leververvetting /
Bron: Countincr, Wikimedia Commons (Publiek domein)vetstapeling verdwijnt zodra de oorzaak wordt weggenomen. Als de oorzaak echter aanwezig blijft, breidt de ophoping van vet zich verder uit. De lever wordt zo steeds gevoeliger voor schadelijke invloeden, als virussen, bacteriën, giftige stoffen en alcohol. Bij één op de vijf mensen leidt de leververvetting op enig moment dan ook tot een ontsteking van de lever (hepatitis). Uiteindelijk kan onherstelbare schade aan de lever ontstaan oftewel levercirrose. De levercellen worden dan vervangen door littekenweefsel (bindweefsel), waardoor de lever steeds minder in staat is om zijn functies uit te voeren. Op den duur treden hierdoor ernstige klachten op en is een levertransplantatie de enige mogelijke behandeling.
Klachten bij leververvetting: vage buikpijn en vermoeidheid
Leververvetting wordt lang niet altijd herkend. Veel mensen hebben nauwelijks of geen klachten. Sommige mensen hebben last van vage pijn in de rechterbovenbuik en vermoeidheid. Een enkele keer ontstaat geelzucht, waarbij de slijmvliezen (oogwit, tandvlees) en de huid geel zien, omdat er teveel bilirubine in het bloed zit. Bilirubine is een afvalstof met een intens gele kleur, die overblijft na de afbraak van hemoglobine uit de rode bloedcellen. De bilirubine wordt via het bloed naar de lever vervoerd en omgevormd tot een wateroplosbare stof. Als de lever is aangetast, kan er minder bilirubine worden verwerkt. De concentratie bilirubine in het bloed blijft dan te hoog, waardoor je letterlijk geel kleurt. Als de leververvetting geleid heeft tot een leverontsteking, treden klachten op als misselijkheid, overgeven, pijn rechtsboven in de buik, slechte eetlust, vermoeidheid, koorts, jeuk, geelzucht en een opgezwollen buik.
Alcohol en overgewicht zijn de meest voorkomende oorzaken
In de helft van de gevallen is overmatig en langdurig
alcoholgebruik de oorzaak van leververvetting. Alcohol wordt via het bloed naar de lever getransporteerd. Meer dan 90% van de alcohol wordt hier afgebroken. Bij dit proces ontstaan afbraakproducten, die agressief en schadelijk zijn voor de lever. Een chronisch teveel aan alcohol kan een vernietigend effect hebben op de lever. De levercellen beschadigen en de normale processen in de lever verlopen niet meer naar behoren. Zo zal de aanmaak en omzetting van voedingsstoffen minder goed gaan, waardoor water, eiwitten en vetten zich ophopen in de levercellen.
Na alcoholmisbruik, zijn
overgewicht en diabetes type 2 (suikerziekte) de belangrijkste veroorzakers van leververvetting. Dit wordt niet-alcoholische leververvetting (NAFLD: Non Alcoholic Fatty Liver Disease) genoemd. Bij mensen met overgewicht is het aanbod van vetafbraakproducten aan de lever flink verhoogd. De lever heeft onvoldoende capaciteit om deze afbraakproducten te verwerken, met als gevolg dat het vet zich in de lever ophoopt. Vooral mensen die veel vet in de buik hebben, zijn hier gevoelig voor. Bij mensen met diabetes type 2 is het lichaam ongevoelig voor insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel te hoog blijft. Het teveel aan suikers wordt in de lever omgezet in vetten. Deze worden in de lever opgeslagen en veroorzaken leververvetting. Hierdoor kan al op relatief jonge leeftijd leververvetting ontstaan. Bij 20 tot 30% van de mensen met niet-alcoholische leververvetting ontstaat een leverontsteking.
Andere, minder vaak voorkomende oorzaken, zijn: ondervoeding (waardoor een tekort aan bepaalde eiwitten ontstaat), het gebruik van bepaalde medicijnen die in de lever afgebroken moeten worden (o.a. cordarone, nifedipine en sommige corticosteroïden) en chronische darmontstekingen (zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa), waarbij leververvetting als complicatie optreedt. Een zeer zeldzame en acute vorm van leververvetting kan ontstaan in de laatste drie maanden van de zwangerschap (zwangerschapsteatose). Deze ernstige vorm van leververvetting kan voor moeder en kind erg gevaarlijk zijn. De klachten verdwijnen meestal direct na de bevalling.
Het metabool syndroom
Het zogenaamde metabool syndroom is een combinatie van vijf risicofactoren die in veel gevallen leidt tot leververvetting:
- Een verhoogde bloeddruk.
- Een tailleomvang van meer dan 102 cm bij mannen en meer dan 88 cm bij vrouwen.
- Een verhoogde bloedsuikerspiegel (wat wijst op suikerziekte).
- Een verhoogd triglyceridengehalte (vetachtige stoffen) in het bloed.
- Een laag HDL-cholesterolgehalte, het zogenaamde ‘goede cholesterol’.
De diagnose en behandeling van leververvetting
Omdat leververvetting lang niet altijd klachten geeft, wordt de aandoening vaak per toeval ontdekt. Bijvoorbeeld tijdens een routine(bloed)onderzoek of een medische keuring. Als je wel klachten hebt die kunnen wijzen op leververvetting, zal de huisarts een lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek uitvoeren. De lever kan iets vergroot of gevoelig zijn en bij bloedonderzoek worden meestal licht verhoogde leverwaarden vastgesteld. Bij twijfel zal de huisarts je doorverwijzen voor verder onderzoek. In dat geval wordt in eerste instantie een echo van de lever gemaakt. De vetstapeling in de lever is hierbij over het algemeen goed te zien. Via een leverpunctie, waarbij een klein beetje weefsel uit de lever wordt gezogen, kan de diagnose - indien nodig - met zekerheid worden gesteld.
Er is geen medicijn beschikbaar om leververvetting te genezen. Leververvetting is echter een omkeerbaar proces. De behandeling bestaat dan ook uit het wegnemen van de oorzaak. De vetstapeling verdwijnt hierdoor meestal vanzelf weer. Voor veel mensen betekent dit een aanpassing van de levensstijl en voedingsgewoonten: geen alcohol drinken (ook wanneer alcoholgebruik niet de oorzaak is), gezond en gevarieerd eten (weinig vet) en gewichtsverlies. Een gezonde voeding en extra lichaamsbeweging verminderen ook een eventueel aanwezige insulineresistentie. Diabetes type 2 zal daarnaast met medicijnen behandeld moeten worden.
Het is belangrijk om een uitbreiding van leververvetting te voorkomen. Het vet in de lever is op zich (tot bepaalde hoogte) niet schadelijk. Leververvetting maakt de lever echter wel gevoelig voor schadelijke invloeden. Hoe verder de vetopstapeling in de lever zich uitbreidt, hoe groter de kans op ontstekingen wordt. Een leverontsteking kan op den duur leiden tot levercirrose. Dit is een ernstige, onomkeerbare leverziekte die uiteindelijk de dood tot gevolg kan hebben.
Lees verder