Geelzucht: een symptoom bij uiteenlopende aandoeningen
Geelzucht is geen ziekte. Het is een symptoom dat bij een aantal verschillende aandoeningen van vooral de lever en de galblaas kan horen. Het meest opvallend bij geelzucht is de gele verkleuring van het oogwit. Maar ook het tandvlees en de huid kunnen gelig kleuren. Bij ernstige geelzucht is de urine donker en de ontlasting bleek. Het heeft allemaal te maken met een te grote hoeveelheid bilirubine in het bloed; een afvalstof die ontstaat bij de afbraak van hemoglobine uit de rode bloedcellen.
Geelzucht (icterus) ontstaat wanneer er teveel bilirubine in je bloed zit. Bilirubine is de afvalstof die overblijft na de afbraak van hemoglobine (de rode bloedkleurstof) uit de rode bloedcellen. Bij gezonde mensen hebben de rode bloedcellen een levensduur van zo'n 120 dagen. Hierna worden ze uit het bloed gehaald en door de milt afgebroken. De bilirubine die hierbij als afvalproduct ontstaat, wordt via het bloed naar de lever vervoerd.
Verschijnselen bij geelzucht
In de lever zitten enzymen die de niet-oplosbare bilirubine omvormen en ervoor zorgen dat het in water kan worden opgelost. Samen met galvloeistof, verlaat de bilirubine de lever en wordt het via de galblaas naar de dunne darm afgevoerd. Uiteindelijk verlaat de afvalstof ons lichaam met de urine en ontlasting. Bilirubine heeft een intens gele kleur. Wanneer de concentratie bilirubine in het bloed erg hoog is, kun je dus letterlijk geel worden. De bilirubine hoopt zich op in het bloed en wordt deels opgeslagen in de huid en slijmvliezen. Vooral bij het oogwit is dit goed zichtbaar. Maar ook het tandvlees en de huid kunnen gelig kleuren.
Als de bilirubine, door bijvoorbeeld een verstopping van de galwegen, niet in de darmen terecht kan komen, kan het dus ook niet via de ontlasting worden afgevoerd. Het gevolg is een lichte, grijs-witte ontlasting en een donkere, theekleurige urine. De galvloeistoffen (met daarin bilirubine) zorgen normaliter voor de bruine kleur van de ontlasting.
Als deze vloeistoffen ontbreken, verliest de ontlasting zijn kleur. De bilirubine wordt nu grotendeels via de nieren met de urine afgevoerd. Door de sterk verhoogde concentratie bilirubine in je urine, kleurt deze – in tegenstelling tot de ontlasting – juist erg donker.
Bij geelzucht is er te veel bilirubine in het bloed aanwezig. Dit kan een drietal oorzaken hebben: het aanbod van bilirubine is te groot, de lever is door een ziekte of afwijking niet in staat om de aangeboden bilirubine te verwerken of de omgevormde bilirubine kan niet naar de darmen worden afgevoerd.
Geelzucht door een verhoogde afbraak van rode bloedcellen
Door een sterk verhoogde afbraak van rode bloedcellen, kan het aanbod van bilirubine erg groot worden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een hevige bloeding. De lever kan het aanbod van bilirubine dan niet meer aan, waardoor er teveel bilirubine in het bloed aanwezig blijft. Maar ook bij bepaalde vormen van bloedarmoede (hemolytische anemie) vindt er een te snelle afbraak van rode bloedcellen plaats. Normaal gesproken functioneren de rode bloedcellen ongeveer 120 dagen. Hierna worden ze uit het bloed gehaald en door de milt afgebroken. De bilirubine die hierbij ontstaat wordt afgevoerd naar de lever. Bij hemolytische anemie is de levensduur van rode bloedcellen beduidend korter dan normaal. De bloedcellen worden te snel afgebroken en de lever krijgt meer bilirubine te verwerken dan hij aankan. De concentratie bilirubine in het bloed blijft hierdoor te hoog, met als gevolg (hemolytische) geelzucht. Bij deze aandoening treedt meestal ook ernstige vermoeidheid op.
Geelzucht door een erfelijke afwijking aan de lever
De lever is een groot en belangrijk orgaan. Hij zit in de rechterbovenbuik, vlak achter de ribben. Soms is de lever door een ziekte of afwijking zodanig aangetast dat de bilirubine niet op de juiste manier kan worden verwerkt en uitgescheiden. Er blijft dan een verhoogde concentratie van de afvalstof in het bloed achter.
Bij het
syndroom van Gilbert is de lever niet in staat om de bilirubine om te zetten in een wateroplosbare stof, omdat het hiervoor benodigde enzym deels ontbreekt of onvoldoende functioneert. De bilirubine kan daarom niet goed via de urine en ontlasting worden afgevoerd en blijft in te grote hoeveelheden in het lichaam aanwezig. Het gevolg is (lichte) geelzucht. Het syndroom van Gilbert is een chronische, maar onschuldige en goedaardige leverziekte. Het is een erfelijke aandoening die bij ongeveer 1 op de 20 mensen voorkomt. Soms zijn er, naast de geelzucht, klachten als vage buikpijn en vermoeidheid. Er bestaat geen behandeling voor deze aandoening.
De
ziekte van Crigler-Najjar is een zeldzame, erfelijke aandoening van de lever. Bij deze ziekte ontbreekt het enzym dat voor de omzetting van bilirubine in de lever moet zorgen volledig. Hierdoor ontstaat een ernstige ophoping van niet-oplosbaar bilirubine in het bloed. Door deze ophoping kunnen verschillende klachten ontstaan, die op den duur – zonder behandeling - levensgevaarlijk worden. Een zeer hoge concentratie bilirubine in het bloed is op termijn giftig voor het zenuwstelsel en kan blijvend hersenletsel veroorzaken. De ziekte is erfelijk en openbaart zich meestal kort na de geboorte. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van bloedonderzoek. De behandeling bestaat uit zeer intensieve lichttherapie, waarmee het bilirubinegehalte meestal onder controle kan worden gehouden.
Geelzucht door een ziekte van de lever
Als de lever is aangetast, kan er minder bilirubine worden verwerkt. Een beschadiging van levercellen kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende zijn een leverontsteking (hepatitis), leververvetting en levercirrose.
Een plotseling optredende
leverontsteking (acute hepatitis) komt vaak voor. De meeste mensen zijn binnen twee maanden weer genezen, maar de ontsteking kan soms maanden of zelfs jaren aanhouden (chronische hepatitis). Een acute leverontsteking wordt meestal veroorzaakt door een hepatitisvirus (A t/m E). Ook bacteriën (bijvoorbeeld Leptospira, die de ziekte van Weil veroorzaken), parasieten (bijvoorbeeld Plasmodium, de oorzaak van malaria), medicijnen (bijvoorbeeld anticonvulsiva, het verdovende gas halothaan en een overdosis paracetamol) en alcohol kunnen echter een leverontsteking tot gevolg hebben. Bij een leverontsteking gaat de geelzucht vaak gepaard met misselijkheid, overgeven, pijn rechtsboven in de buik, slechte eetlust, vermoeidheid, koorts en een opgezwollen buik. Hepatitis A, B en C komen het meeste voor. Het Hepatitis A-virus is de meest milde vorm en wordt vooral door besmet voedsel en water overgebracht. Hepatitis B wordt verspreid door contact met het lichaamsvocht van besmette personen, bijvoorbeeld via geslachtsverkeer, bij het delen van injectienaalden door drugsgebruikers of bij de geboorte van moeder op kind. Hepatitis C treft jaarlijks ongeveer 3 procent van de wereldbevolking. De besmetting met dit virus vindt meestal plaats door contact met besmet bloed, vaak bij het delen van naalden door drugsgebruikers. In de ontwikkelde landen is het overmatige gebruik van alcohol een van de belangrijkste niet-virale oorzaken. Ernstige hepatitis kan het uitvallen van de lever tot gevolg hebben, met geestelijke verwarring, en soms een coma. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van bloedonderzoek. Soms is aanvullend een echoscopie of leverbiopsie nodig. Voor de meeste gevallen van acute hepatitis bestaat geen behandeling.
Leververvetting is de meest voorkomende aandoening aan de lever. De lever speelt onder andere een belangrijke rol bij de vetstofwisseling in het lichaam. Als de vetstofwisseling verstoord raakt, kan het vet zich gaan ophopen in de levercellen. Dit wordt leververvetting genoemd. Chronisch alcoholgebruik, waardoor de levercellen ontsteken en minder goed functioneren, is een van de meest voorkomende oorzaken van leververvetting. Maar ook overgewicht (vooral bij mensen die veel vet rond hun middel hebben) en diabetes type 2 leiden vaak tot leververvetting. Bij mensen met diabetes type 2 is het lichaam ongevoelig voor insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel te hoog blijft. Het teveel aan suikers wordt in de lever omgezet in vetten. Deze worden in de lever opgeslagen en veroorzaken leververvetting. Als gevolg van de leververvetting ontstaan soms klachten als een vage pijn rechtsboven in de buik, vermoeidheid en geelzucht. Met behulp van bloedonderzoek of een echo kan leververvetting worden vastgesteld. Er bestaat geen behandeling die leververvetting kan genezen. Het is echter wel een omkeerbaar proces; de vetstapeling verdwijnt zodra de oorzaak wordt weggenomen. Blijft de oorzaak aanwezig, dan breidt de vetstapeling zich uit en kan hij leiden tot leverontsteking. Dit gebeurt bij 1 op de 5 mensen met leververvetting. Een leverontsteking kan op den duur overgaan in levercirrose.
Bij
levercirrose of verschrompeling van de lever is het leverweefsel zo ernstig beschadigd dat het niet meer kan herstellen. Levercirrose is het gevolg van een chronische leverziekte, vaak hepatitis of een chronische leverbeschadiging door langdurig alcoholgebruik. De levercellen ontsteken, sterven af en worden vervangen door littekenweefsel. De lever kan hierdoor steeds minder zijn belangrijke functies uitvoeren. Om dit functieverlies op te vangen, gaan de gezonde levercellen zich delen. Bij beginnende levercirrose wordt de lever om die reden dan ook vaak groter. Uiteindelijk wordt de lever echter steeds kleiner en ontstaan er meer klachten: misselijkheid, braken, verminderde eetlust, gewichtsverlies, zwakte, buikpijn, geelzucht, jeuk, het stoppen van de menstruatie bij vrouwen en borstvorming bij mannen. Bij ernstige levercirrose kunnen spataderen in de slokdarm of maag ontstaan, hoopt zich vocht op in de buikholte en wordt de milt groter. In een vergevorderd stadium kan levercirrose leiden tot leverkanker. In het begin van de ziekte, kan het proces vaak nog worden gestopt en verholpen. In een latere fase is de ziekte onomkeerbaar en is een levertransplantatie de enige mogelijke behandeling. Levercirrose kan door middel van bloedonderzoek, echografie, een leverpunctie, CT-scan of MRI-scan worden vastgesteld.
Geelzucht door een aandoening aan de galblaas of galwegen
Soms kan de galvloeistof die in de lever wordt gevormd niet worden afgevoerd. Hierdoor komt de bilirubine opnieuw in je bloed terecht. De blokkade wordt meestal veroorzaakt door galstenen of een ontsteking.
De galvloeistof, die door de lever wordt geproduceerd, wordt via galwegen naar de galblaas vervoerd. De galblaas is een klein, peervormig zakje dat rechtsboven in de buik, tegen de lever aanligt. De galvloeistof blijft soms langere tijd in de galblaas aanwezig en kan dan gaan indikken. Als de vloeistof te veel indikt, ontstaat een
galsteen. Het is niet bekend hoe het komt dat de galvloeistof te veel indikt. De samenstelling van de vloeistof en de werking van de galblaas zelf spelen mogelijk een rol. Zolang als de galsteen in de galblaas zit, zullen er weinig tot geen klachten optreden. Deze ontstaan pas als de galsteen klem komt te zitten in de galwegen en de doorstroming van galvloeistof wordt belemmerd. De galblaas probeert door heftig samen te trekken de blokkade op te heffen. Dit kan hevige pijn in de rechterbovenbuik veroorzaken (galkolieken), die uren aan kan houden. Daarnaast ontstaan misselijkheid, braken, geelzucht, een lichte ontlasting en donkere urine. Als de blokkade langer aanwezig blijft, kan een ontsteking aan de galblaas, galwegen of alvleesklier optreden. Galstenen kunnen door middel van een echografie of MRI-scan worden opgespoord. Het verwijderen van de galblaas is de meest effectieve behandeling. Medicijnen werken soms bij kleine galstenen, maar kunnen niet voorkomen dat er opnieuw galstenen ontstaan.
Een
ontsteking van de galblaas of galwegen ontstaat bijna altijd door een vernauwing of verstopping van de galwegen. Door de blokkade is de doorstroming van de galvloeistof minder goed. Bacteriën uit bijvoorbeeld de dunne darm kunnen zich dan gemakkelijk in de galblaas of galwegen nestelen en een ontsteking veroorzaken. Soms is de ontsteking het gevolg van een infectie met een parasiet of een infectie met bacteriën die na een operatie, een zware verwonding of verbranding optreedt. De ontsteking kan acuut of chronisch zijn. In het begin is er vooral sprake van een hevige, aanhoudende pijn in de rechtbovenbuik die uit kan stralen naar de rechterschouder. Daarnaast ontstaan vaak klachten als koorts en koude rillingen, geelzucht, jeuk, ontkleurde ontlasting en donkere urine. Een blijvende onbehandelde ontsteking kan op den duur leiden tot levercirrose. De diagnose kan gesteld worden met behulp van bloedonderzoek en eventueel een echo of MRI-scan. De behandeling bestaat meestal uit het toedienen van antibiotica. Aanvullende behandeling is afhankelijk van de oorzaak (bijvoorbeeld een galsteen).
Een enkele keer veroorzaakt een aangeboren afwijking (galgangatresie of galgangafsluiting) of een tumor in de galblaas, galwegen of alvleesklier (wanneer de tumor tegen de galblaas of galafvoerwegen drukt) een blokkade, waardoor de bilirubine niet goed kan worden afgevoerd.
Af en toe treedt geelzucht op als bijwerking van bepaalde medicijnen. Soms wordt geelzucht ook simpelweg veroorzaakt door het innemen van ongewoon veel gele kleurstoffen, zoals caroteen dat in wortelen zit of bruiningstabletten.