Vrouwen en dokters
Ondanks de huidige trend naar een groter gezondheidsbesef, zijn er veel vrouwen die bang zijn om naar de dokter te gaan. Niet alleen uit angst dat deze echt iets zal vinden, voor een deel ook door de weinig begrijpende of ongeduldige houding van sommige artsen. Hierdoor krijgen vrouwen de indruk krijgen dat de arts hen lastig zal vinden als blijkt dat zij niets mankeren. Voor een ander deel komt de angst voor ziekte en dokters voort uit onbekendheid met het eigen lichaam en uit een beperkt idee van het begrip gezondheid. Met het oog op een aantal gezondheidsrisico’s is het echter juist voor vrouwen belangrijk dat zij tijdig naar hun huisarts toestappen en klachten laten onderzoeken. Zo nodig zal de arts doorverwijzen naar een vrouwenarts. Een aantal onderzoeken kan hij/zij ook zelf (laten) uitvoeren.
Onderzoek
Iedere vrouw kan zelf veel doen om gezond te blijven en om ziekten in een vroeg stadium te signaleren. Een voorbeeld is het maandelijks zelfonderzoek van de borsten.
Een ander onderzoek dat vrouwen eigenlijk met een zekere regelmaat (eens in de 2 jaar) zouden moeten laten uitvoeren, is het uitstrijkje (ook wel Pap-test genoemd). Bij een uitstrijkje worden met een spateltje of wattenstokje wat cellen van de baarmoedermond afgehaald en op een glaasje uitgestreken. Dit glaasje met cellen wordt vervolgens in het laboratorium onderzocht. Op deze manier kunnen weefselveranderingen worden opgespoord, die zouden kunnen leiden tot kanker en die, als men er vroeg bij is, vrijwel altijd met succes behandeld kunnen worden. Soms moet het uitstrijkje worden herhaald omdat het eerste onderzoek niet voldoende duidelijkheid heeft opgeleverd. Als er iets gevonden wordt wat aanleiding geeft tot nader onderzoek, wordt men naar een vrouwenarts verwezen, die het onderzoek en eventueel de behandeling op zich neemt.
Het uitstrijkje wordt aanbevolen:
- voor spiraal-, pil-, of prikpilgebruiksters;
- bij het eerste onderzoek als u zwanger bent;
- als u last heeft van onregelmatig bloedverlies, pijn in de onderbuik;
- witte vloed en bloedverlies na het vrijen;
- als u de kans krijgt bij een bevolkingsonderzoek;
- als u zich ongerust maakt over uw gezondheid.
Voor beide genoemde onderzoeken, zelfonderzoek van de borsten en uitstrijkjes, geldt weliswaar het nadeel dat ze ook volledig gezonde vrouwen dwingen zich bezig te houden met de mogelijkheid van kanker. Als het even kan, willen artsen de mensen natuurlijk niet ongerust maken maar in deze gevallen wegen de voordelen van het vroegtijdig kunnen ingrijpen stellig op tegen dit nadeel. In het algemeen blijft toch gelden dat we pas specialistisch onderzoek laten doen als bepaalde klachten daartoe aanleiding geven.
Vrouwen die last hebben van ongewone afscheiding, doen er eveneens goed aan naar hun huisarts te gaan. In sommige gevallen zal de arts wat van het slijm of de afscheiding opsturen naar een laboratorium, waar men er een kweekje van maakt om te kunnen vaststellen om wat voor aandoening het gaat.
Menstruatieproblemen
Iedere vrouw is weer anders, ieder heeft dan ook haar eigen menstruatie: meer of minder regelmatig (of onregelmatig), meer of minder pijnlijk (of makkelijk). Dit betekent niet dat iedere pijn en ongemak normaal gevonden en geduldig doorstaan moet worden. Als een vrouw vindt dat zij veel last heeft, moet zij niet aarzelen om met haar klachten naar de dokter te gaan. In veel gevallen is het mogelijk er iets aan te doen. Op sommige dingen heeft de vrouw zelf de meeste invloed (bv. emoties), andere zullen alleen met hulp van de arts kunnen worden aangepakt.
Onregelmatige menstruatie kan te maken hebben met emotionele factoren of lichamelijke ziekte. Op latere leeftijd kan zij het begin van de menopauze aankondigen. In veel gevallen kan een hormoonkuur of aan-de-pil-gaan de menstruatie regelmatig maken. Wegblijven van de ongesteldheid kan behalve met zwangerschap te maken hebben met emotionele factoren en kan ook voorkomen na het stoppen met de anticonceptiepil. In ieder geval moet u hiermee naar de dokter.
Pijnlijke menstruaties verdeelt men in twee soorten: de ene is primaire menstruatiepijn. Deze komt vooral voor bij meisjes die pas menstrueren. Veelal is er slechts sprake van lichte pijn en zijn er verder geen afwijkingen. De andere heet secundaire menstruatiepijn, treedt op latere leeftijd op (vaak in combinatie met premenstruele spanningen) en heeft meestal wel een duidelijke oorzaak. De arts kan die opsporen en een passende behandeling voorschrijven.
Zelf kunt u ook het een en ander doen om menstruatiepijn te verlichten. Een warme kruik mee naar bed nemen en met opgetrokken knieën zitten of liggen, kan helpen. Ook bewegen (bv. zwemmen, dansen of joggen) kan resultaat geven, zowel voor als tijdens de ongesteldheid. Blijf echter niet doormodderen als deze dingen allemaal niet helpen.
Sommige jonge vrouwen hebben in de eerste jaren dat ze menstrueren extreem hevige ongesteldheidsverschijnselen. Ook daar dient men niet mee te blijven lopen. Iedere plotselinge verheviging van de menstruaties moet serieus genomen worden en aan uw dokter worden gemeld. We hebben het nu niet over vrouwen die pas een spiraaltje aangemeten hebben gekregen. In zo’n geval is het normaal dat de menstruaties de eerste tijd heviger zijn.
Curettage
Bij abnormaal bloedverlies zal de arts soms overgaan tot een onderzoek door middel van een uitstrijkje en curettage. Bij curettage worden de baarmoederhals en -holte schoongekrabd, waarbij een beetje van het weggekrabde vaak in het laboratorium wordt onderzocht. Hiertoe is het meestal nodig de baarmoederhals wat op te rekken. Omdat dit vrij pijnlijk is, gebeurt een en ander vrijwel altijd onder narcose.
Voor veel vrouwen vertegenwoordigen hun borsten als het ware hun vrouwelijkheid. De mogelijkheid dat er iets mee aan de hand kan zijn, raakt hen dan ook diep. Tragisch genoeg krijgen in onze Westerse wereld relatief veel vrouwen te maken met borstkanker.
Borstkanker kan nog niet worden voorkomen, maar als hij in een vroeg stadium wordt ontdekt, is er een zeer goede kans dat men er helemaal van kan genezen. Daarom is het van groot belang dat vrouwen hun borsten regelmatig onderzoeken op knobbeltjes en andere afwijkingen. Het best kan men dit eenmaal per maand doen, op een vaste dag. Bij voorkeur na de menstruatie, als de borsten het minst gespannen zijn, of op de eerste van de maand voor vrouwen die de overgang achter de rug hebben. Vaker dan eens per maand is niet aan te bevelen: dan zouden verschillen minder duidelijk opvallen. En bovendien moet het niet zo worden dat de angst voor borstkanker het leven gaat beheersen.
Tijdens het leven van een vrouw ondergaan haar borsten voortdurend kleine veranderingen, waarvan de meeste normaal en onschuldig zijn. Hiervoor zijn met name de hormonen oestrogeen, progesteron en prolactine verantwoordelijk, zowel gedurende de hele menstruele cyclus, een eventuele zwangerschap, bij het geven van borstvoeding als in de overgang. Ook de anticonceptiepil beïnvloedt het uiterlijk van de borsten. Door uw borsten maandelijks goed te bekijken en te betasten, leert u normale veranderingen te onderscheiden van bijzondere.
De precieze oorzaak van borstkanker is niet bekend. In de praktijk blijkt borstkanker echter het meest voor te komen bij vrouwen die nog geen kinderen hebben gehad, vrouwen die vroeg zijn begonnen met menstrueren, vrouwen bij wie al eens een goedaardig knobbeltje in de borst is gevonden, vrouwen die baarmoederhalskanker hebben gehad en vrouwen bij wie borstkanker in de familie voorkomt. Als een of meer van deze dingen bij u het geval is, doet u er goed aan uw borsten regelmatig door de huisarts te laten controleren. Vaak maakt bij vrouwen die de pil slikken een dergelijke controle deel uit van de halfjaarlijkse pilcontrole.
Zelfonderzoek
De belangrijkste dingen om op te letten bij het zelfonderzoek, zijn: knobbeltjes, bobbeltjes of verdikkingen in de borst; toename in grootte van een van beide borsten. Een borst die duidelijk lager hangt; een tepel die in een andere richting wijst; kuiltjes of rimpeltjes in de huid van de borst; een zgn. sinaasappelhuid; een ingetrokken tepel, vocht dat uit een van de tepels komt, eventueel met bloed; eczeem rondom de tepel; een gezwollen bovenarm; gezwollen lymfeklieren in de oksel.
Als u iets ontdekt, kijk dan eerst een aantal dagen of u het knobbeltje enz. kunt blijven voelen. Gaat het niet vanzelf weg, laat er dan door uw huisarts naar kijken. En raak niet in paniek, in de meeste gevallen zal blijken dat het om iets onschuldigs gaat.
Maandelijks zelfonderzoek van de borsten
De bedoeling van dergelijk zelfonderzoek is dat u uw borsten goed leert kennen en ongewone veranderingen in een vroeg stadium signaleert. Raadpleeg in zo’n geval uw dokter. Die kan snel vaststellen of de afwijking een onschuldig karakter heeft of niet.
Ga voor een spiegel zitten (of staan); rechtop met ontspannen armen. Bekijk uw borsten goed. Ziet u veranderingen in vorm of grootte? Let ook op de huid: zijn er nieuwe rimpeltjes of kuiltjes, intrekkingen of een sinaasappelhuid? Kijk of er iets aan de tepel is veranderd; of er eczeem, afscheiding of bloed te zien is. Bekijk ook de onderkant van de borsten op dit soort dingen. Strek uw armen boven uw hoofd en let op dezelfde dingen. Is er iets veranderd sinds het vorige zelfonderzoek? Laat uw armen zakken en til ze dan weer op tot kinhoogte. Gaan beide tepels even ver omhoog? Buig voorover met uw bovenlichaam en kijk in de spiegel of u nu ongewone veranderingen ontdekt. Ga liggen met een kussen of opgerolde handdoek onder uw linkerschouder. Plaats uw linkerhand onder uw hoofd. U gaat nu eerst uw linkerborst betasten met uw rechterhand. Houd daarbij de vingers gestrekt en bij elkaar. Ga met uw hand, zacht drukkend en met kleine draaiende bewegingen, over uw borst. Doe dit systematisch. Eerst het bovenste-binnenste deel van de borst en de tepel. Vervolgens het onderste-binnenste deel en de tepel. Leg uw linkerarm langs uw lichaam en voel het onderste-buitenste deel van de borst en dan het bovenste-buitenste deel. Voel ook in de oksels. Leg het kussen onder uw rechterschouder en doe vervolgens met uw linkerhand de hele procedure van het aftasten van de rechterborst.
Specialistisch onderzoek
Als het onderzoek door de huisarts daartoe aanleiding geeft, wordt men doorverwezen naar een specialist. Een van de methodes die deze tot zijn beschikking heeft, is de
mammografie, een vorm van röntgenonderzoek waarbij men met een vrij grote betrouwbaarheid kan vaststellen of er sprake is van een gezwel. In aanvulling hierop neemt men uit het knobbeltje wat materiaal weg, dat vervolgens in het laboratorium wordt onderzocht op goed- of kwaadaardigheid. Dit wegnemen van een stukje weefsel (of vocht als het om een cyste gaat) gebeurt met een holle naald. Deze methode heet biopsie.
Door het nemen van een uitstrijkje (Pap-test) kunnen bepaalde weefselveranderingen die misschien tot kanker kunnen leiden, worden opgespoord.
Tips
- Laat eenmaal per 2 jaar een uitstrijkje maken, als u een vrouw bent en 25 jaar of ouder.
- Iedere volwassen vrouw doet er goed aan iedere 1 a 2 maanden haar borsten te onderzoeken op knobbeltjes, verdikkingen of andere afwijkingen.
- Wees attent op plotselinge veranderingen in uw menstruatie.
- Wees ook attent op veranderingen in de vaginale afscheiding, pijn in de onderbuik, bloedverlies e.d..
- Als u iets ongewoons ontdekt, of als u al langer rondloopt met het idee dat er misschien iets niet in orde is, wacht dan niet langer en ga naar uw huisarts.