Carnitine en de vetstofwisseling
Carnitine heeft een vitamine-achtige werking en komt in alle weefsels van het lichaam voor. Het is één van de lichaamsstoffen die bij het ouder worden afneemt. Het normaliseert vetten zoals cholesterol en triglyceriden, door de vetten op te splitsen in vetzuren, waarna ze volledig kunnen worden afgebroken in de mitochondriën. Carnitine verhoogt ook nog eens het niveau van de neurotransmitters, waardoor de hersenfuncties verbeteren en men beter om kan gaan met stress. Het wordt door het lichaam zelf aangemaakt, maar wordt ook uit voeding verkregen. Een gebrek aan carnitine is de hoofdoorzaak van veroudering.
Algemeen
L-carnitine (levocarnitine) is een aminozuur, dat van essentieel belang is voor het omzetten van vetzuren in energie. Bij een zware inspanning wordt er veel carnitine gebruikt, waardoor er een tekort aan carnitine kan ontstaan. Dat manifesteert zich veelal als vermoeidheidsklachten. Het snel vermoeid zijn en spierzwakte vormen de eerste tekenen van een gebrek aan carnitine. Het is een lichaamseigen stof dat hoofdzakelijk wordt geproduceerd in de hersenen, het hart, de lever en de nieren. Carnitine wordt gemaakt uit de aminozuren lysine en methionine. Een reserve voorraad aan carnitine wordt opgeslagen in spieren, hart, hersenen en het sperma. Een teveel aan deze stof daarentegen wordt uitgescheiden via de urine. Bij een hogere stofwisseling hoort meer zuurstof en dus ook meer oxidatie, vandaar dat het toedienen van het Co-enzym Q10 aanbevolen wordt naast een suppletie van carnitine.
De opname van carnitine
Van de twee soorten carnitine wordt acetyl-L-carnitine (ALC) in theorie beter opgenomen dan L-carnitine. ALC, een verbinding van L-carnitine en acetaat, zorgt mogelijk voor extra aanvoer van acetaat naar de hersenen. Aldaar kan het gebruikt worden voor de aanmaak van de neurotransmitter acetylcholine. Al met al worden supplementen met carnitine echter in het algemeen niet bijster goed opgenomen.
Carnitine
Suppletie met L-carnitine verbeteren niet alleen sportprestaties, maar kan ook ingezet worden bij de behandeling van mensen die aan fibromyalgie en ME/CVS lijden. Een hoeveelheid van 96% van alle carnitine in het lichaam wordt opgeslagen in spieren en botten. Carnitine zorgt ervoor dat het lichaam in plaats van glycogeen meer vetzuren gebruikt. Het wordt echter bijzonder slecht opgenomen. Personen die tijdens een test twee gram L-carnitine kregen toegediend, verbruikten desondanks 50% minder spierglycogeen tijdens een fietsinspanning op de helft van hun VO2max. Een VO2max meet het maximale vermogen om zuurstof op te nemen en geeft een indruk van het fysieke conditieniveau van een persoon. De hoeveelheid melkzuur in de spieren bij 80% van hun VO2max bleek ook nog eens 44% lager te zijn na de suppletie met carnitine. De snelheid waarmee vetzuren met behulp van carnitine de mitochondria binnenkomen bepaalt mede de snelheid waarmee cellen energie kunnen produceren.
Functies van carnitine
Vetzuren kunnen alleen met de hulp van carnitine in de mitochondria komen. Ze moeten dan wel eerst worden geactiveerd door co-enzym A, waardoor acyl-CoA ontstaat. Het acyl-gedeelte ontstaat uit het vetzuur en kan worden overgedragen op carnitine met als resultaat acyl-carnitine (ACR) op. Co-enzym A komt daarbij vrij en kan opnieuw een vetzuur activeren.
Een van de belangrijkste functies van L-carnitine is de oxidatie van langketenige vetzuren, een proces dat plaatsvindt in de mitochondria van de cellen. Middels bèta-oxidatie worden aldaar vetzuren geoxideerd, waarbij veel energie in de vorm van ATP vrijkomt. Deze methode van het produceren van energie komt ook voor bij de hartspieren. De
combinatie van carnitine met het co-enzym Q10 en R-alfa-liponzuur vormen samen een uiterst krachtige mix om de energievoorraden in de cel weer op te bouwen.* L-carnitine zorgt onder meer voor:
- het vervoer van vetzuren van het membraan van mitochondria naar de mitochondriale cel
- het produceren van meer energie en het verwijderen van afval tijdens de energieproductie
- stimulering van de vetverbranding, waardoor het ook inzetbaar is bij gewichtsverlies
- het werkt als een antioxidant en het transporteert giftige stoffen uit de cellen
- een versnelling van het herstel na een zware inspanning en het herstelt de cortisolreceptoren
- aanmaak van rode bloedlichaampjes en de opbouw van hormonen
- het versterkt celmembranen om virussen beter te kunnen bestrijden
Tekorten aan carnitine
Verschillende aangeboren afwijkingen kunnen tekorten aan carnitine veroorzaken. Als gevolg daarvan gaan organen minder goed functioneren. Een tekort kan echter ook in de loop van iemands leven ontstaan. Dan is er vaak sprake van spierzwakte, als ook afwijkingen in de hersenen. Mogelijke oorzaken zijn bijvoorbeeld:
- bepaalde lever- en nierziekten
- coeliakie: waarbij eiwitten de dunne darm aantasten, waardoor voedingsstoffen onvoldoende in het bloed worden opgenomen
- onvolwaardige voeding: vooral bij vegetariërs omdat plantaardig voedsel geen lysine en methionine bevat
- de suppletie met bepaalde medicijnen
Medicatie
Teneinde het niveau aan carnitine te verhogen dient men in te nemen:
- supplementen met carnitine, deze uitsluitend tijdens het eten met water innemen, echter niet in de avonduren
- Co-enzym Q10, ijzer en aminozuren zoals lysine en methionine
- vitamine B3, B6 en C
Lees verder