Vrouwenmantel, thee uit de tuin
Het gebruik van planten in de tuin en als medicijn is vooral in onze tijd onderhevig aan wisselende modetendensen. Merkwaardig daarbij is dat een plant als Alchemilla populair wordt als siergewas en terzelfdertijd opnieuw als geneeskruid ontdekt wordt. Alsof het in de lucht hangt!
Botanie
De Alchemilla xantochlora is een vaste plant waarvan de bladsteel duidelijk afstaande haren heeft. De bladschijf zelf bezit 7 tot 9 (11) afgeronde, vrij brede lobben. De bovenzijde van het blad is kaal of met verspreide haren in sommige plooien.
De Alchemilla vulgaris heeft daarentegen een bladschijf met driehoekige lobben. Op deze manier worden er 8 soorten vrouwenmantels in de Flora van België beschreven, begrijpelijk is dan ook dat deze verschillende soorten niet gemakkelijk uit elkaar te houden zijn. Als je dan in een Alpenflora nog een tiental andere soorten vindt, dan is het duidelijk dat planten determineren niet altijd simpel is. Gelukkig zijn de sierlijk geplooide, mantelachtige bladeren versierd met dauwdruppels en de fijne geelgroene bloempjes, die zo goed te drogen zijn, ontegensprekelijk des vrouwenmantels.
Zijn al deze Alchemilla’s nu te gebruiken als medicinale plant? Misschien wel, maar de vakliteratuur adviseert vooral Alchemilla xanthochlora, Alchemilla vulgaris en Alchemilla alpina. Wat er van de plant gebruikt wordt, is de bovengrondse, bloeiende plant; dus bloem, blad en steel (Alchemillae herba). Het modern handboek ‘Teedrogen’ van Wichtl beschrijft het gedroogd kruid als ‘ Blatter bis 8 cm in durchmesser, nierenformig, sieben- bis neunlappig, infolge starker Behaarung weiss-silbrig glanzend...’, deze blad- en bloemstukjes zijn goed als thee te gebruiken.
Het geslacht Vrouwenmantel is gemakkelijk te telen, vermeerderen kan door de korte maar krachtige wortelstok te scheuren. Het oogsten bij het begin van de bloei is niet alleen goed / gezond voor de gebruiker, maar zorgt er ook voor dat de plant steeds nieuw blad vormt, waardoor hij geen last krijgt van schimmels. Een kwaal waar de Alchemillas gevoelig voor zijn.
In onze kruidige siertuin kun je de Alchemilla vulgaris met zijn afstaande bloemen mooi aan de rand van de border of langs de voetpaden plaatsen. In de natuur vind ik hem vooral op weinig bewandelde boswegen, meestal wat vochtig, dus ik hij ook geschikt om licht beschaduwde tuinplekjes te versieren. Bijvoorbeeld samen met Bedstro, Zenegroen en Slanke sleutelbloem.
Als tuinplant is de Alchemilla mollis / Zachte vrouwenmantel beter bekend, hij is groter en forser dan de inheemse soorten en goed te gebruiken in de gele lagere border. De bloemstelen staan stevig recht op, ze zijn zeer geschikt als snij- en droogbloem. Als derde wil ik de Alpenvrouwenmantel vermelden, een plantje die me tijdens mijn bergtochten gezelschap houdt, maar het in de inheemse rotstuinen ook perfect doet. Planten die herinneringen oproepen geven een persoonlijk accent aan de tuin.
Naam en geschiedkundig gebruik
De naam Alchemilla werd door Linnaeus aan het geslacht gegeven. Vroeger werd de naam als Alchimilla of Alchymilla geschreven, wat afkomstig zou zijn van de alchemisten, magische scheikundigen die de bekende dauwdruppels op het ochtendblad gebruikten bij hun experimenten om van onedele metalen goud te maken. De naam Vrouwenmantel heeft de plant gekregen omdat de bladeren als een ouderwetse mantel (mantilla) geplooid zijn en als zodanig bescherming bieden aan de vrouw. Mellie Uyldert beschrijft het op haar eigen romantische manier: ‘ telkens waar de stengel zich vertakt, omsluit zulk een blad zorgzaam het vertakkingspunt, terwijl de bladsteel zelf ook weer met een schede de stengel omsluit. Alles aan deze plant zegt: omhulling, koestering, bescherming. Ze heeft dan ook helemaal het wezen van de baarmoeder.’
Uit vorige eeuwen kennen we de namen Sinnauw of Sinouw, afkomstig van de oud Duitse ‘Sintou’ (altijd dauw), omwille van de dauwdruppels op het naar boven gevouwen blad. Andere benamingen zijn Leeuwenpoot bij Fuchs (1543) en Leeuwenvoet uit de Ortis sanitatis.
Bij Dodonaeus klinkt het zo: ‘ Men noemt dit cruydt in ‘t Latijn Alchimilla, ander Planta leonis ende pes leonis. Sij stelpt het bloed ende maendstonden die onmatelijck vloeden. De selve ghestooten ende op de vrouwen ende maeghden borsten gheleyt, maeckt die hard ende stijf;.... Deze onnavolgbare Dodoensbeschrijving illustreert de twee belangrijkste farmacologische werkingen waar Alchemilla ook nu nog voor gebruikt wordt (1) het samentrekkend, bloedstelpend effekt van de looistoffen in de plant en (2) de toepassing bij vrouwenkwalen. In de Oudheid was de plant als geneeskruid niet bekend, maar vanaf de Middeleeuwen vinden we de ‘Synnauw’ terug in al de bekende kruidenboeken. Paracelsus en Lonicerus vermelden haar als ‘rechtes Wundtmittel’. Hildegard von Bingen adviseert het kruid tegen ‘Kehlgeschwure’. In het kruidboek van Matthiolus (1626) werd voor eerst ook de Berg-Synnauw vermeld tegen allerlei bloedingen. Ook in de recentere religieuze volksgeneeskunde oa. bij broeder Aloysius wordt de Vrouwemantel als voortreffelijk wondkruid beschouwd, maar ook als compres gebruikt tegen breuken en ‘uittreden of verzakken van den aarsdarm’ en ter versterking van de baarmoeder.
Werkzame stoffen zijn looistoffen
Uit al de ervaringen met Alchemilla blijkt duidelijk een looistofwerking in zijn meest brede betekenis; alles wat los zit in het lichaam weer vast maken: (1) bloedstelpend en wondgenezend, (2) stoppend, dus tegen diarree (3) samentrekkend op de huid, (4) bij baarmoederbloedingen en na de bevalling. De looistoffen in de plant werden reeds in 1939 ontdekt door Muhlemann en benoemd als ellagzuur. Later werd door Lund en Geiger ook andere looizuren gevonden. Een tweede groep van geneeskrachtige stoffen in de vrouwenmantel zijn de flavonoiden vooral quercitine, hyperoside en anthocyanidinen. De enige verwijzing naar hormonaal werkende bestanddelen vinden we terug in een oud onderzoek van Muhlemann. Luteinezuur zou de hypofyse beïnvloeden, die de werkzaamheid van de eierstokken reguleert.
Weinig klinisch onderzoek, veel professionele ervaring
Dr. Leclerc niet voor niks de vader van de moderne fytotherapie behaalde al in 1939 goede resultaten bij patienten met witte vloed en pijnlijke menstruatie. Snelle verlichting van ‘prurit vulvaire’ (vaginale jeuk) verkregen ze door het gebruik van een zalf met 2g vloeibaar Alchemilla-extract, 18g rozenwater, 10g lanoline en 30g vaseline. Je kan ook een sterk afkooksel van de gedroogde plant als zitbad of als spoelmiddel gebruiken bij vaginale problemen. Uit een van de weinige klinische onderzoeken bleek dat Alchemilla de vervelende symptomen tijdens de overgang kon verlichten 3x daags een infuus eventueel in combinatie met Echte salie. Ook de werking bij baarmoederbloedingen werd aangetoond in een Roemeens onderzoek met 341 jonge vrouwen.
Franse artsen zoals Dr. Moatti en de gynecoloog Dr. Girault adviseren Alchemilla bij een hele reeks hormonale klachten: PMS (pre-menstrueel syndroom), bij het begin van de menopauze, tijdens of vooral na de zwangerschap om de baarmoeder te versterken en om zwangerschapstriemen te voorkomen.
Uitwendig gebruikt kan Alchemilla, net zoals andere looistofplanten, als wondzuiverend middel goede diensten bewijzen. Zelf vind ik het een goede plant tegen acné: inwendig als thee of tinctuur en uitwendig als lotion. Het kruid wordt nog weinig gebruikt in de cosmetica, maar de hormonale en huidverstevigende combinatie, zou van onze Vrouwemantel wel eens een bijzonder verjongend middel voor de huid kunnen maken. Dat zou pas een echte mantel voor de vrouw en een al-chemistenmiddel zijn!
© 2008 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Guldenroede voor gouden urineGuldenroede is voor mij altijd een plant geweest die in zijn uiterlijke eenvoud zijn simpele, maar degelijke werking wee…
Bronnen en referenties
- Leclerc. Précis de phytothérapie. Masson 1976.
KruidMail Alchemilla. Dokumentenmap over een kruid. Herbarius uitgave.
Foto: de beroemde 'dauwdruppels' uit de Vrouwenmantel.
Reactie
Tini Kox, 22-09-2016
Graag zou ik willen weten van welke soort vrouwenmantel ik thee kan zetten tegen vaginale klachten. Tevens hoor ik graag waar ik deze vrouwenmantel kan kopen. Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Tini Kox
Reactie infoteur, 15-10-2016
Alchemilla vulgaris of A. xantochlora. Gedroogd in natuurvoedingszaken of apotheek