Sint jansolie voor de huid
Met de grote belangstelling voor Sint Janskruid als antidepressivum zouden we bijna vergeten dat Hypericum vooral als eerste hulpmiddel bij verwondingen, brand- en schaafwonden gebruikt word.
Geschiedenis sint jansolie
In diverse oude kruidenboeken en apothekersboeken wordt Sint Janskruid om zijn wondhelende eigenschappen geroemd. Ook in de eerste uitgave van de London Pharmacopoeia (1618) werd de bereiding van Johannesolie beschreven. Het was in die tijd het standaardmiddel voor de behandeling van wonden en kneuzingen. Diepe, scherpe wonden, oppervlakkige schaafwonden, eerstegraads brandwonden, (been)zweren en zenuwpijnen kunnen met Sint Janskruid effectief worden behandeld. In de tijd van de kruistochten schijnt men dankbaar gebruik te hebben gemaakt van het Sint Janskruid. Op het slagveld werden diepe snijwonden behandeld met een waterig extract. Naast een wondhelend effect werd ook een antibacterieel effect waargenomen. Kruisvaarders zouden zich zelfs beschermd hebben tegen het zwaard van de tegenstanders door de zonnevlecht in te wrijven met het kruid. Straffe verhalen, dat wel, maar misschien konden zij zich beter concentreren, of hadden ze minder stress tijdens het gevecht. Want stress zal er daar wel geweest zijn!
Wetenschappelijk onderzoek
Van extracten van Sint Janskruid is een antibacteriële en wondhelende werking vastgesteld. Ook de olie heeft deze eigenschappen. Weiss noemt Johannesolie als eerste keus preparaat bij kleine, afgegrensde, traag genezende wonden. Gaaskompressen, gedrenkt in de olie worden op de wond aangebracht. Bij eczeem bewijst sint jansolie goede diensten als er sprake is van traag genezende wonden die niet reageren op andere middelen.
In vitro-testen toonden aan dat Sint Janskruidextracten een breed antibacterieel werkingsspectrum hebben, tegen zowel gram-negatieve als gram-positieve bacteriën. Onderzocht werden Staphylococcus aureus, Streptococcus mutans, Proteus vulgaris, Escherichia coli en Pseudomonas aeruginosa . Maisenbacher merkt op dat de vruchten of de bloeiwijzen, verzameld als de zaden rijpen, een buitengewoon sterk antibacteriële werking hebben. Vanwege de antibacteriële werking is in Rusland een natuurlijk vulmateriaal ontwikkeld voor tandwortelkanalen, met novoimanine als antibacteriële component. Novoimanine en imanine zijn vroeger gebruikte namen voor de antibiotisch werkzame stoffen, die identiek zijn gebleken aan hyperforine. Een belangrijke stof in ons Sint Janskruid. Aangetoond werd dat het vulmateriaal effectief is bij de behandeling van acute en chronische periodontitis. Het materiaal vermindert ontstekingen, helpt bij het regenereren van botweefsel en vermindert het aantal recidieven.
Verder zal ook de pijnstillende werking die aan hyperoside wordt toegeschreven, een bijdrage leveren aan het effectief behandelen van verwondingen met Sint Janskruid. Ook bij operatiewonden kan Sint Janskruid vanwege de wondhelende en antibacteriële eigenschappen zijn diensten bewijzen (ziekenhuisinfectie!).
Oleum hyperici, omzetting zonlicht in warmte-energiedragende verbindingen?
Sintjanskruid lijkt wel degelijk een bijzondere relatie te heeben met zon en licht. Het wordt op de langste dag geplukt, het is een van de weinige olie-extracten die men taditioneel in de zon laat trekken, het maakt mens en dier gevoeliger voor licht (positief sensibiliserend). Door deze lichtinwerking onderscheidt het oliepreparaat zich van de andere Sint Janskruidpreparaten. Wat gebeurt er tijdens de inwerking van het licht? Johannesolie wordt verkregen door de bloemen of bloeiende toppen enkele weken in tarwekiemolie, olijfolie of zonnebloemolie te macereren onder invloed van zonlicht. De zo verkregen olie wordt ook wel roodolie genoemd. Analyses van Maisenbacher tonen aan dat de olie die bereid is volgens de zonlicht-maceratie, zoals deze beschreven wordt in het Deutsches Arzneibuch (DAB 6, supplement EB 6), geen hypericine meer bevat. Door inwerking van het zonlicht ontstaan vetoplosbare hypericinederivaten, welke de olie rood kleuren. Hypericine zelf is niet oplosbaar in olie. Andere bronnen geven wel hypericine als inhoudsstof op. Mogelijk speelt hierbij een verschil in omzettingsgraad van hypericine een rol. Verder bevat de olie hyperforine en hyperforine-analogen, flavonoïden, waarvan het gehalte toeneemt tijdens inwerking van het zonlicht, xanthonen en etherische olie. Volgens Maisenbacher zouden hyperforine en hyperforineachtige stoffen de werkzame bestanddelen zijn van de olie.
Deze bereidingswijze van Johannesolie is bekend uit overlevering. Wat de zin van de zonlichtmaceratie is, is niet duidelijk. Je zou kunnen vermoeden dat de structuurverandering die het hoog onverzadigde hypericine ondergaat onder invloed van licht, hoog actieve verbindingen oplevert. Het zonlicht wordt omgezet in een andere energievorm die in de veranderde mole-cuulstructuur wordt vastgehouden. Of de verandering van hypericine tevens een zwakkere fotosensibiliteit bewerkstelligt is niet bekend.
Gebruik van Johannesolie
De olie is niet alleen nuttig voor allerlei verwondingen, maar is eveneens werkzaam bij gastritis en maagzweer. Het werkt ontstekingswerend en wondhelend. Twee tot drie maal per dag een theelepel olie is meestal effectief. Ook ontstekingen aan de dikke darm kunnen met Johannesolie behandeld worden. Hiervoor worden klysma's toegepast . Procyanidinen en amentoflavon worden als antidyspeptische stoffen genoemd.
Sint Janskruid is ook heilzaam bij myalgie, zenuwontstekingen, neuralgieën en zenuwbeschadigingen ten gevolge van trauma's en operaties, en bij toestanden na hersenschuddingen. Het kruid wordt hierbij zowel inwendig (ruwe kruid, extract) als uitwendig (olie) toegepast.
Lees verder