Welk huidtype heb ik? (de verschillende huidtypes)
"Welk huidtype heb ik?". Dit is een zeer belangrijke vraag die je jezelf moet stellen wanneer je op zoek bent naar een goed huidverzorgingsproduct. Er zijn verschillende huidtypes en huidtypes bepalen welke gezichtsverzorgingsproducten bij je passen. Wanneer je een product gebruikt dat voor andere huidtypen bedoeld is kan dit ongewenste gevolgen hebben. Je huidtype bepalen kun je doen door je eigen huid te vergelijken met beschrijvingen van verschillende huidtypes.
De huid
De huid is ons allergrootste orgaan, het heeft een oppervlakte van ongeveer 1.5 - 2 vierkante meter en heeft een aantal belangrijke functies. Onze huid beschermt ons namelijk tegen diverse invloeden van buitenaf, zoals kou, warmte, bacteriën en regen. De huid is uitgerust met drie aparte laagjes om deze taak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren: de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel. Het buitenste laagje van de huid, het gedeelte dat je vanaf de buitenkant kunt zien, wordt de
opperhuid genoemd. De opperhuid is eigenlijk een dood stukje huid, omdat er geen celdeling meer plaatsvindt in dit huidgedeelte. De belangrijkste taak van de opperhuid is bescherming bieden tegen invloeden van buitenaf en zweet afscheiden. Daarnaast bevat de opperhuid pigment, het stofje dat ervoor zorgt dat je huid een bruin kleurtje krijgt wanneer deze blootgesteld is aan de zon. Na de opperhuid komt de
lederhuid, ook wel de dermis genoemd. De lederhuid is opgebouwd uit levende cellen en bevat de zenuwuiteinden die nodig zijn voor de tastzin. Daarnaast bevat de lederhuid collageen en elastine, welke voor stevigheid en elasticiteit zorgen, en zweetklieren en talgklieren. Tot slot bevat de lederhuid vooral heel erg veel water. De laatste huidlaag is het
onderhuids bindweefsel, de verbindingslaag tussen de huid, de botten de spieren. Het onderhuids bindweefsel bevat eveneens collageen en elastine vezels. Ook wordt onze lichaamstemperatuur geregeld door het onderhuids bindweefsel.
Huidtypes
De opbouw van de huid zoals hierboven beschreven is in principe bij iedereen hetzelfde. Desondanks verschillen mensen onderling nogal in
huidtype. De een heeft snel last van puistjes, de andere heeft voortdurend rode vlekjes op de huid, weer een ander heeft een prachtig egale huid. Iedereen heeft een eigen huidtype, welke bepaald wordt door het vetgehalte van je huid. Ieder huidtype heeft haar eigen unieke kenmerken en behoeften. Wanneer je huidverzorgingsproducten gebruikt die niet bij je huidtype passen, heeft de verzorging weinig of zelfs een ongewenst effect. Het is daarom verstandig je huidtype te kennen. Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen de volgende vier
huidtypen:
- Normaal huidtype
- Droog huidtype
- Vet huidtype
- Gemengde huidtype
Je huidtype kan in de loop der tijd veranderen. Het kan dus best zo zijn dat je op je twintigste een droge huid had, maar dat je nu, tien jaar later, een vet huidtype hebt. Het is daarom aan te raden ieder jaar na te gaan of je huidtype nog hetzelfde als het jaar ervoor is. Maar hoe kun je je
huidtype bepalen?
De verschillende
huidtypes zijn te onderscheiden op basis van een aantal specifieke huidkenmerken, zoals de huidskleur, de de uitstraling van de huid (dof, glimmend, glanzend), de staat van de poriën en de aanwezigheid van onzuiverheden. Lees onderstaande beschrijvingen van de
huidtypes eens goed door zodat je je eigen
huidtype bepalen kunt.
Welk huidtype heb ik?
De normale huid
Vrijwel iedereen wenst zichzelf een
normaal huidtype. Mensen met een normale huid hebben een glanzende, maar niet glimmende, huid. De poriën van mensen met een normaal huidtype zijn in de t-zone wat grover dan in de rest van het gezicht en zijn vrij van mee-eters. Ook mensen met een
normale huid kunnen puistjes hebben, deze treden echter doorgaans enkel rond de menstruatie op. Mensen met een normaal huidtype hebben een glad en zacht huidoppervlak, welke ook na het reinigen van het gezicht nog glad en zacht is. Droogtelijntjes komen vrijwel niet voor.
De droge huid
Mensen met een
droge huid hebben een huid die kampt met een groot vochttekort. Droogtelijntjes komen daarom erg vaak voor, soms schilfert de huid ook. De droge huid is erg gevoelig voor weersomstandigheden, men is met name gevoelig voor kou en wind. De mate van droogheid kan verschillen. Mensen met een
droog huidtype waarbij sprake is van oppervlakkige droogte hebben slechts een wat ruw huidoppervlak. Wanneer de droogte ook de dieper gelegen huidlagen bereikt heeft kan men last hebben van een pijnlijke en schrale huid. Mensen met een droog huidtype hebben snel last van zichtbare roodheid, met name de wangen en hals kleuren snel rood. Men heeft vaak fijne poriën en zelden last van puistjes. Wanneer men de huid gereinigd heeft, voelt de huid vaak strak aan. Bij het aanbrengen van een tonic kan de huid prikken.
De vette huid
Wanneer je een
vette huid hebt, heb je een glimmend huidoppervlak en grove poriën. Ook heb je vaak last van mee-eters en kleine puistjes. De huid heeft een vaalbleke kleur. Wanneer je een
vet huidtype hebt en je je gezicht reinigt met een tonic voelt je huid achteraf erg fris aan.
De gemengde huid
Mensen met een
gemengd huidtype vallen tussen bovenstaand beschreven huidtypes in, men zal zich in verschillende huidtypen herkennen. Kenmerkend voor de
gemengde huid is dat de puistjes zich met name in de t-zone bevinden en dat de wang doorgaans droger aanvoelen dan de t-zone.