Functies van de lever
De lever is een van de belangrijkste organen die we hebben. Het ligt rechtsboven in de buikholte en er vinden allerlei processen plaats. Maar wat doet dit orgaan precies? Dit eerste artikel probeert wat duidelijkheid te scheppen.
Functie van de lever
De lever kent vele functies:
- Opslag van glycogeen
- Gluconeogenese
- Vorming van stollingsfactoren
- Vorming van gal
- Afbraak van rode bloedcellen
- Productie cholesterol
- Galzure zouten produceren
- Transaminering
- Desaminering
- Detoxificatie
Deze begrippen worden hieronder uitgelegd.
Opslag glycogeen
Glucose wordt in de darmvlokken opgelost in het bloedplasma. Via de poortader gaat het naar de lever toe. Het glucosegehalte in de poortader hangt dus af en wisselt afhankelijk van de hoeveelheid verteerd voedsel. Van de lever gaat de glucose via de leverader, hart, longen, hart naar de alvleesklier. Daarin zit een receptor (bij de Eilandjes van Langerhans) dat de concentratie glucose in het bloed meet. Als er een te hoge concentratie suiker is, wordt het hormoon insuline aan het bloed afgegeven. Via aders en slagaders komt dit hormoon bij de lever. Insuline zorgt ervoor dat glucose in de lever (en spieren) wordt omgezet in glycogeen (simplistisch verwoord: glucosemoleculen die aan elkaar zijn geregen). Ook voor een te lage glucosespiegel is er een hormoon (glucagon) dat de opgeslagen glucogeen afbreekt tot losse glucose moleculen. Het resultaat is dat de lever de glucoseconcentratie binnen bepaalde waarden houdt.
Gluconeogenese
Dit proces beschrijft de vorming van glucose uit vetten (verteerd tot glycerol), aminozuren (afgebroken eiwitten) en in mindere mate ook andere monosacheriden. De gluconeogenese is belangrijk omdat de hersenen en de rode bloedcellen sterk van glucose afhankelijk zijn. Bij langer dan één dag vasten en/of sterke inspanning moet de gluconeogenese gaan werken.
Vorming van stollingsfactoren
Uit de aanwezige aminozuren produceren levercellen stollingsfactoren voor de bloedstolling, zoals protrombine en fibrinogeen. Dit kan alleen als er voldoende vitamine K aanwezig is. In vezelrijk voedsel als groenten zit dit en daarnaast produceren bacteriën in de dikke darm deze stof als hun afvalstof.
Vorming van gal
Levercellen scheiden natrium, cholesterol en verschillende afbraakproducten via galkanaaltjes actief uit in de galgangen. Door osmose komt er ook water. In totaal wordt er 0,5 tot 1 liter gal per dag geproduceerd. In de galblaas verandert de samenstelling door afbraakprocessen en resorptie.
Afbraak van rode bloedcellen
Normaliter 'leven' rode bloedcellen 120 dagen en worden daarna in de milt afgebroken. Hierbij komt bilirubine vrij dat door de lever wordt verwerkt, omdat het giftig is. Galkleurstof ontstaat uit hemoglobine bij de afbraak van rode bloedcellen. Bij mensen met een leverfunctie-stoornis wordt bilirubine niet of niet volledig afgebroken, waardoor de persoon een gelige huidskleur (geelzucht) krijgt. Die galkleurstof veroorzaakt (na bacteriële omzetting in de darmen) de bruine kleur van de ontlasting. Het ijzer uit hemoglobine slaan de cellen op in de stof ferritine om later weer af te geven. De lever werkt ook als bloeddepot (0,5-1 L).
Cholesterol
Gal bestaat onder andere ook uit cholesterol. Cholesterol (vet uit vlees, melk en kaas) wordt via het voedsel opgenomen uit de darm. De lever kan ook cholesterol maken, want het is o.a. ook onderdeel van de celmembranen. Van cholesterol kunnen de geslachtshormonen oestrogeen, progesteron en testosteron gemaakt worden in de testes bij de man en eierstokken bij de vrouw. Het te veel aan cholesterol kan de lever uitscheiden via de gal. Cholesterol en triglyceriden (vetten) kunnen niet opgelost worden in het bloedplasma, omdat ze waterafstotend zijn (dit heet hydrofoob) en worden getransporteerd als lipoproteïnen (lipiden).
Galzure zouten
Galzure zouten zijn van belang bij de vertering van het voedsel, en hebben een sterk emulgerend vermogen, waarbij ze grotere vetbolletjes uiteen slaan in tal van kleine bolletjes. De zouten ontstaan o.a. bij de afbraak van overtollige cholesterol. Een deel van de galzuren die via de galbuis in de twaalfvingerige darm terechtkomen, komt via de poortader weer in de lever terug.
Transaminering
Als je veganist bent krijg je vooral koolhydraten binnen. Via lipogenese kan de lever daar de noodzakelijke vetten uit maken. Ook maken de levercellen zelf belangrijke eiwitten. Er zijn 20 verschillende aminozuren. In het voedsel zitten die aminozuren niet in precies die hoeveelheden die de cellen nodig hebben. De lever kan 9 van de 20 aminozuren maken van aminozuren die overtollig zijn. Dit proces heet transaminatie. Aminozuren die niet via transaminatie door de lever gemaakt kunnen worden zijn de essentiële aminozuren (11), deze moeten dus in voldoende hoeveelheid in het voedsel zitten.
Desaminering
Desaminering is de afbraak van overtollige aminozuren. Enzymen splitsen de eiwitmoleculen in aminozuren en koppelen de giftige stikstofgroep (-NH2) af. Zo kan de stikstof in de vorm van ureum naar het bloed. Later wordt dit verwijderd door de nieren. De rest van het aminozuur kan worden opgeslagen in de vorm van vet (wederom lipogenese) of worden omgezet in glucose (gluconeogenese, zie hiervoor artikel deel 1).
Detoxificatie
Een andere functie van de lever is detoxificatie. Dit houdt in dat giftige stoffen door de lever worden afgebroken tot niet giftige. Alcohol is giftig. Enzymen in de levercellen zorgen voor omzetting via ethanal naar azijnzuur. Deze zogenoemde citroenzuurcyclus zorgt ervoor dat azijnzuur weer wordt gedissimileerd tot CO2 en water (H2O). Ook geneesmiddelen en drugs kunnen zo worden afgebroken. Ureum is ook eigenlijk een product dat de lever heeft gedetoxificeerd.
Reacties
Frankthefarmer, 15-06-2010
In mijn lesboek staat dat er 8 Essentiele aminozuren zijn maar hier wordt 9 aangegeven, hoe zit dat?
Reactie infoteur, 15-06-2010
Beste Frank,
Dan vraag ik me toch echt af welke aminozuren jouw lesboek dan aangeeft, want er zijn 9 essentiele aminozuren.
Met groet,
Victor
Jeanne-Carly, 18-05-2010
Ik wil graag dat de uitleg van de functies meer uitgebreid kan worden, maar voor de rest is het een goeie artikel, en informatief:-)
Reactie infoteur, 22-05-2010
Beste Jeanne-Carly,
Meer informatie is te vinden in de betere fysiologie boeken, bijvoorbeeld "Medische fysiologie" van Bouman en Bernards.
Groet,
Victor