De Sportfysiotherapeut
Sportfysiotherapie is een verbijzondering op het vak algemeen fysiotherapie. Een sportfysiotherapeut behandelt geblesseerde sporters, geeft voorlichtingen aan mensen die willen gaan sporten of die juist al sporten en voorkomen blessures en overbelastingen door preventief te trainen. Aan de hand van een sportanalyse wordt er een sportspecifiek revalidatietraject voor de sporter opgesteld.
Sportfysiotherapie
Sportfysiotherapie is een verbijzondering op het vak algemene fysiotherapie. Na een 4 jarige opleiding fysiotherapie kan je, je op verschillende gebieden specialiseren zoals manueeltherapie, kinderfysiotherapie, geriatrie, arbeidsfysiotherapie en sportfysiotherapie. Sportfysiotherapie is gericht op het voorlichten, genezen en preventief behandelen van sporters. Sporters vragen meer van hun lichaam. Dit betekent dat het herstel vaak uitgebreider is dan een patiënt die gewone fysiotherapie nodig heeft. Sporters moeten handelingen maken die vooral snelheid en explosiviteit bevatten. De sportfysiotherapie behandelt deze groep patiënten om na volledig herstel weer zo snel mogelijk terug te keren in de sport.
De sportfysiotherapeut
Een sportfysiotherapeut behandelt sporters na een blessure, geeft voorlichting over trainingsprincipes en doet aan preventieve behandeling om blessures te voorkomen. Het verschil met een algemeen fysiotherapeut ligt hem voornamelijk op het sportieve vlak. Een sportfysiotherapeut heeft verstand van belastingsvariabelen die van belang zijn voor een stapsgewijze revalidatie. Een algemeen fysiotherapeut zal op een bepaald moment vast lopen met de therapie met alle gevolgen van dien. Een sporter kan te vroeg aan zijn of haar sportactiviteiten beginnen zonder hierbij volledig hersteld te zijn. Hier komt de sportfysiotherapeut om de hoek kijken. De sportfysiotherapeut doet aan de hand van een sportanalyse bepalen op welke manier de sporter zijn of haar revalidatie moet invullen. Zo zal een hardloper een ander revalidatietraject volgen dan een voetballer of een zwemmer.
Sportrevalidatie
De sportrevalidatie bestaat uit 2 delen die relevant zijn voor het slagen van de behandeling.
- Bij binnenkomst zal de sportfysiotherapeut een sport gerichte anamnese afnemen waarbij de analyse van de sporter het belangrijkste onderdeel is.
- Daarna wordt er een revalidatietraject opgezet die bestaat uit het behandelen/trainen van verschillende aspecten die bij het sporten belangrijk zijn. De belangrijkste onderdelen van de revalidatie liggen voornamelijk bij de kracht, uithoudingsvermogen en snelheid. Coördinatie en lenigheid lopen als een rode draad door het revalidatietraject.
Sportanalyse
Tijdens de sportanalyse wordt er een onderscheid gemaakt tussen een duursportanalyse en een explosievesportanalyse.
- Duursportanalyse: Duursporters hanteren in hun sport weinig snelheid en explosiviteit. De revalidatie zal daarom gericht zijn op het aanspreken van aerobe capaciteit en vermogen trainingen. Het begin van de revalidatie zal bestaan uit langzaam en laag belastende activiteiten. In het midden van de revalidatie wordt de intensiteit meer verhoogd maar het accent ligt hem voornamelijk nog op capaciteitstraining. Aan het einde van de revalidatie zal het snellere duurwerk meer naar voren komen. Nu wordt het aerobe vermogen aangesproken.
- Explosieveanalyse: Explosieve sporters kenmerken zich door een complex samenspel van uithoudingsvermogen, kracht en snelheid. Een verkeerde volgorde van deze sporteigenschappen en het herstel kan slecht verlopen. In het begin van de revalidatie vindt er voornamelijk aerobe training plaats. In het midden van de revalidatie gaat de intensiteit omhoog en wordt er al meer richting de anaerobe capaciteit getraind. Aan het einde van de revalidatie wordt er getraind met snelle en maximale verzuringsarbeid. Dit wordt gedaan om dat verzuring schade kan aanbrengen aan het herstellende letsel. Voorkom te allen tijde dat dit van invloed is op een slecht herstel.
Opbouw revalidatieprogramma
De opbouw van de revalidatie hangt af in hoeverre de sporter klaar is om te belasten. De sportfysiotherapeut bepaalt aan de hand van fysiotherapeutische technieken of er kan worden gestart met trainen. De basis om goed te kunnen trainen is stabiliteit. Stabiliteit is belangrijk om de oefeningen voor zowel kracht, uithoudingsvermogen en snelheid zo optimaal mogelijk uit te laten voeren.
Kracht: De opbouw van krachttraining tijdens een revalidatietraject zal plaats vinden door te starten met krachtuithoudingsvermogen. Via hypertrofie en maximale krachttraining zal de stap gemaakt worden naar snelheid, explosiviteit en plyometrie training.
Uithoudingsvermogen: De opbouw van uithoudingsvermogen tijdens een revalidatietraject zal plaats vinden door te starten met aerobe capaciteit training. Via aeroob vermogen en lactische capaciteit training zal de stap gemaakt worden naar de alactische capaciteit en vermogen training. Als laatste komt het lactische vermogen aan bod. Omdat lactisch vermogen training de grootste schade aan spieren kan toebrengen is het verstandig om deze intensiteit van training niet toe te passen wanneer het letsel nog niet volledig hersteld is.
Snelheid: De opbouw van snelheid tijdens een revalidatietraject zal plaats vinden door te starten met imitatie oefeningen. Daarna volgen loop, sprong en werp oefeningen. Als laatste komen acyclische en cyclische oefeningen aan bod.
Als laatste deel van het revalidatietraject wordt gekeken in welke sportspecifieke situaties de sporter kracht, uithoudingsvermogen en snelheid kan toepassen op een hoog niveau. Wanneer de sporter deze sportspecifieke situaties door komt zonder een terugslag, kan er overwogen worden om de sporter deel te laten nemen aan wedstrijdsituaties.