Spijsvertering onder de loep – vochtopname en vochtverlies

Inhoud
- De juiste vochtbalans
- Evenwicht
- Vochtopname
- Vochtverlies
- Regulering van de vochtbalans (water- en zouthuishouding)
- Inwendig milieu
- Water- en zouthuishouding bij ouderen
- Symptomen (chronisch) vochtgebrek
- Voldoende drinken
De juiste vochtbalans
Op de keper beschouwd is de mens een waterige oplossing. Alles wat deel uitmaakt van het lichaam bestaat grotendeels uit water, zoals bloed, de cellen maar ook de ruimte tussen de cellen (extracellulaire vloeistof). Het transport van voedingsstoffen en afvalstoffen, zuurstof en kooldioxide vindt door middel van water plaats. Zonder een zorgvuldig uitgebalanceerd evenwicht tussen vochtopname en vochtverlies treedt de dood binnen enkele dagen in, omdat de water- en zouthuishouding volledig verstoord raakt.
Evenwicht
De regulering van de vochtbalans telt drie aspecten:[OLIST]Vochtopname.
Vochtverlies.
Water- en zouthuishouding (elektrolytenbalans).[/OLIST]
Vochtopname
Vast voedse bevat eveneens vocht. Met de maaltijden en tussendoortjes krijgt men gemiddeld elke dag ongeveer 2,5 liter water binnen via vast voedsel (ca. 750 ml), vloeibaar voedsel (ca. 1500 ml) en andere bronnen, zoals de stofwisseling. Natuurlijk zijn deze hoeveelheden afhankelijk van de samenstelling van het voedsel.Spijsvertering
Na de lange reis die het voedsel maakt in het maag-darmstelsel, ofwel het spijsverteringsproces, arriveert het water via de darmwand in het bloed. Dat geldt ook voor de aminozuren, vetzuren, vitaminen, kalium, natrium, enzovoorts. Op celniveau wordt het intravasculaire vocht afgegeven aan de extracellulaire vloeistof, waar de cellulaire uitwisseling plaatsvindt van voedings- en afvalstoffen, zuurstof, kooldioxide en andere stoffen.
Vochtverlies
Met de urine wordt dagelijks ongeveer 1 tot 1,5 liter water geloosd. De longen nemen pakweg een halve liter voor hun rekening en met het transpiratievocht verdampt via de huid elke dag ongeveer 1 liter water. Het spreekt vanzelf dat dit gemiddelden zijn, veelal afhankelijk van externe factoren. Ook met de ontlasting wordt vocht uitgescheiden.Evenwicht
Onder normale omstandigheden bestaat er evenwicht tussen de vochtopname en het vochtverlies. Bij diarree, braken, veel transpireren, overmatig veel urineren (bv. als gevolg van een aandoening) en tal van andere factoren, zoals onvoldoende vochtopname, raakt dit evenwicht verstoord.
Regulering van de vochtbalans (water- en zouthuishouding)
Verschillende organen met interne secretie, zoals de bijnierschors, voeren tal van fysiologische activiteiten uit. De verwerking en coördinatie van de water- en zouthuishouding geschiedt door het zenuw- en hormoonstelsel. Het antidiuretisch hormoon (ADH), aangemaakt in de achterkwab van de hypofyse, voorkomt bijvoorbeeld dat de nieren te veel vocht uitscheiden. En het bijnierschorshormoon aldosteron heeft een spilfunctie in de uitscheiding van zouten of mineralen door de nieren.
Inwendig milieu
De cellen worden omspoeld met weefselvocht. Dit wordt het inwendig milieu genoemd. De lichaamscellen kunnen alleen overleven als de extracellulaire vloeistof min of meer constant van samenstelling is. De cellen lozen allerlei afvalstoffen in verhoudingsgewijs weinig weefselvocht. Per slot van rekening bevindt 80 procent van het lichaamsvocht zich in de cellen. Slechts 15 procent van het totale lichaamsvocht is extracellulair en amper 5 procent is intravasculair (bloedvaten).Nieren
De bloedsomloop is echter in staat om met behulp van het haarvatennet (capillairen) het inwendig milieu zo effectief te verversen dat de samenstelling ervan redelijk constant blijft. De nieren spelen daarbij een grote rol omdat ze de afvalstoffen verwijderen en het 'waterniveau' in het lichaam op peil houden, mede dankzij het intensieve samenspel tussen het zenuw- en hormoonstelsel.
Vocht vasthouden
Als het lichaam vocht vasthoudt, spreekt men van oedeem. Als er te weinig vocht binnenkomt, zal het lichaam reageren met een dorstgevoel, waarna als alles goed gaat de tekorten in de vochtbalans weer worden aangevuld door meer te drinken. Bij ouderen kan er sprake zijn van een verminderd dorstgevoel, waardoor vooral zij worden blootgesteld aan uitdroging, vaak zonder dat ze het zelf merken.
Water- en zouthuishouding bij ouderen
Tal van fysiologische processen reguleren het watergehalte in het lichaam, oftewel de water- en zouthuishouding. Door allerlei oorzaken laat bij ouderen die nauwe samenwerking tussen het zenuw-en hormoonstelsel soms te wensen over, vaak ook doordat ze medicijnen slikken en beperkingen hebben die er de oorzaak van zijn dat ze te weinig vocht binnenkrijgen. Naast het feit dat de lichamelijke functies op hoge leeftijd min of meer een kwijnend bestaan voeren, zal er om die reden dikwijls ook sprake zijn van een slechtere nierfunctie en een verminderd dorstgevoel.
Symptomen (chronisch) vochtgebrek
Als gevolg van een gebrekkige vochtopname kunnen er allerlei klachten en aandoeningen ontstaan, zoals:- Verwardheid.
- Nierstenen.
- Obstipatie.
- Blaasontsteking.
- Droge huid.
- Hoofdpijn.