Probleem of stoornis: Slaapproblemen
De slaap is een van de grote mysteries en vreugden van het leven en een of meer nachten slecht slapen een van de grote misères. Slapen is een zo goed als universeel verschijnsel in het dierenrijk, tot bij heel primitieve vormen van leven toe.
Slaapproblemen
De vele variaties in de cyclus van slapen en waken hebben zich ongetwijfeld ontwikkeld als verschillende creatieve aanpassingen aan het dag-en-nacht ritme van onze planeet. Terwijl alle mensen een aanzienlijk deel van elke dag slapend moeten doorbrengen, lopen kwantiteit en kwaliteit per individu sterk uiteen. Dit is waarschijnlijk geen toeval en heeft zijn eigen adaptieve doel. In een stam komt het heel goed van pas dat er heel verschillende typen slapers zijn — vanaf vroege vogels tot nachtuilen — omdat er dan altijd mensen zijn om op de uitkijk te staan en ‘s nachts de wacht te houden en het vuur te verzorgen. Het onrustige karakter van onze slaap kan vervelend zijn, maar heeft ook zijn nut — mensen schieten bij het minste of geringste wakker omdat traagheid fataal zou kunnen zijn.
Ook veranderen de slaappatronen in de loop van ieders leven aanzienlijk. Pasgeborenen slapen gemiddeld zestien uur per dag. Dit aantal neemt geleidelijk af tot zeven negen uur in de volwassenheid, waarbij vrouwen per dag ongeveer een uur meer slaap nodig hebben dan mannen. Vanaf de middelbare leeftijd wordt het slaappatroon steeds minder efficiënt en krijgt men steeds meer moeite met in slaap vallen; men wordt s nachts vaker wakker en vat ook minder echt diepe slaap. U doet er goed aan uw slaapverwachtingen aan te passen aan uw geslacht en leeftijd.
Als man en vrouw tegelijk naar bed gaan en tegelijk opstaan, zal zij vermoedelijk te weinig slaap krijgen. Als u verwacht op uw vijfenzeventigste net zo goed te slapen als toen u vijfentwintig was, zult u lelijk op uw neus kijken, gefrustreerd raken en de kans lopen dat u naar slaappillen gaat grijpen, waardoor u uiteindelijk nog veel slechter zult gaan slapen.
Een redelijk goede slaap is onmisbaar voor het normale fysiologisch en geestelijk functioneren. Mensen aan wie voldoende slaap wordt onthouden, worden prikkelbaar, krijgen last van concentratieproblemen, wazig zien, een onduidelijke spraak en geheugenstoornissen en gaan slecht presteren bij cognitieve en coördinatietests. In extreme gevallen van voortdurende slaapdeprivatie (te weinig slapen) krijgen sommige mensen kortstondige hallucinaties en andere psychotische symptomen. Slecht slapen kan zowel de aanzet zijn tot, als een teken van verschillende van de elders in dit boek beschreven psychiatrische stoornissen. Niettemin krijgen de meeste mensen meer slaap dan ze beseffen en hebben ze irreële verwachtingen van de perfecte slaap.
De slaapcyclus heeft een karakteristieke opbouw. Er zijn vijf verschillende stadia die elk op een slaapelektro-encefalogram een kenmerkend patroon vertonen vier fasen zônder snelle oogbewegingen (‘non-rapid eye movement’ of NREM) en één fase mét snelle oogbewegingen (‘rapid eye movement’ of REM). De normale slaap begint met een overgang van de wakende toestand naar de lichtste vorm van in slaap ‘vallen’. Deze NREM fase is de kortste van de slaapstadia en neemt maar 5% van de slapend doorgebrachte tijd voor haar rekening. De NREM fase 2 slaap beslaat de helft tot ongeveer driekwart van de slaaptijd van gezonde volwassenen en het ‘praten in de slaap’ gebeurt in deze fase. De fasen 3 en 4 van de NREM-slaap nemen ongeveer 20% van de totale slaapperiode in beslag en vertegenwoordigen de diepste slaapniveaus met veel langzamere golven op het EEG. Dit zijn de fasen waarin slaapwandelen en de pavor nocturnus ofwel ‘nachtschrik’ zich voordoen.
De slaap behoort tot de boeiendste aspecten van de menselijke beleving. Tijdens de korte periode van snelle oogbewegingen treden onze dromen op. Begrijpen we al verbazingwekkend weinig van de functie van de slaap, het hoe en waarom van onze dromen is helemaal een nog steeds zo goed als gesloten boek voor ons. Kenmerkend voor de REM-slaap episodes is dat deze zich om de ongeveer anderhalf uur door de hele slaapcyclus heen voordoen en bij het vorderen van de nacht in lengte toenemen. Andere fenomenen die zich tijdens de slaap voordoen zijn erecties, volledige verslapping van de spieren (slaapparalyse) en stijging van de bloeddruk.
Er zijn vier basistypen slaapproblemen:
- te weinig slapen (insomnia),
- te veel slapen (hypersomnia),
- slapen op de verkeerde tijden (circadiane slaapstoornis) of
- het optreden van vreemde verschijnselen tijdens de slaap, zoals slaapwandelen.
De slaapstoornissen worden voor zover mogelijk ook van elkaar onderscheiden op basis van de onderliggende oorzaak zoals middelenmisbruik, een geneesmiddel dat men voor een medische aandoening krijgt, een psychiatrische aandoening of een disharmonie tussen het bioritme en de eisen vanuit de buitenwereld. Als er geen specifieke oorzaak vast te stellen is luidt de diagnose primaire insomnia, primaire hypersomnia of een van de parasomnia’s (nachtmerries, pavor nocturnus of slaapwandelen).