Organen en orgaanstelsel of orgaansysteem
Een orgaan is een onderdeel van het lichaam met een belangrijke functie. Een orgaan bestaat uit een groep cellen of weefsels en is vaak onmisbaar. Zo kunnen we niet zonder het hart of de hersenen leven. Sommige organen zijn belangrijk, maar we blijven wel leven wanneer ze niet meer functioneren. Denk bijvoorbeeld aan het oog of de baarmoeder. Een groep organen die nauw samenwerkingen noemen we een orgaanstelsels of orgaansysteem. Sommige orgaanstelsels delen een aantal dezelfde organen. We onderscheiden elf orgaanstelsels met allemaal een andere werking.
Wat is een orgaan?
Een orgaan maakt onderdeel uit van ons lichaam. Grofweg gezegd is een orgaan een functioneel onderdeel van het lichaam. We kennen natuurlijk het hart en de lever als orgaan, maar ook het oog of een arm is een orgaan. In principe zou zelfs ieder bot een orgaan genoemd kunnen worden. Maar met organen bedoelen we daadwerkelijk een verzameling van verwante weefsels. Een orgaan kan één of meerdere taken hebben en werkt vaak samen met andere organen.
Orgaansysteem of orgaanstelsel
Verschillende organen die nauw samenwerken vormen samen een orgaansysteem of orgaanstelsel. Een orgaanstelsel is een groep van organen die nauw samenwerken. Maar ook de orgaanstelsels onderling werken samen. Ze beïnvloeden en ondersteunen elkaar in hun werking. Bovendien kan één orgaan deel uitmaken van meerdere orgaanstelsels. We onderscheiden elf verschillende orgaanstelsels.
Ademhalingsstelsel
Het ademhalingsstelsel bevat de volgende organen:
- Longen
- Luchtpijp
- Luchtwegen
- Bronchiën
- Neus
- Keel
- Hart
- Middenrif
Het ademhalingsstelsel zorgt voor gaswisseling. Zuurstof en kooldioxide worden uitgewisseld. Zonder deze uitwisseling kan het bloed niet voorzien worden van zuurstof. Zuurstof is nodig om alle organen en weefsels functioneel te houden. Het hart pompt het zuurstofrijke bloed van de longen en het zuurstofarme bloed naar de longen toe.
Spierstelsel
Het tweede orgaan stelsel is het spierstelsel. Dit bevat de volgende organen:
De spieren zijn middels de pezen verbonden met de botten. Hierdoor is het mogelijk de botten te bewegen. Het spierstelsel werkt dan ook nauw samen met het beenderstelsel. Zonder een goed werkend spierstelsel is beweging niet mogelijk.
Voortplantingsstelsel
Dit wordt ook wel het voorplantingssysteem genoemd. De nadruk ligt op de voortplanting en de geslachtsdelen. Denk hierbij aan onder andere:
- Baarmoeder (vrouw)
- Eierstokken (vrouw)
- Eileiders (vrouw)
- Testikels (man)
- Zaadleider (man)
Veel organen uit het voortplantingssysteem maken ook deel uit van het hormoonstelsel. Bij kinderen begint het voorplantingssysteem rond de puberteit in werking te treden. Bij vrouwen stopt de werking grotendeels rond en na de overgang. Mannen blijven langer vruchtbaar.
Urinewegstelsel
Het urinewegstelsel werkt weer nauw samen met het voortplantingssysteem. Deze twee liggen dan ook dicht op elkaar. De volgende organen vinden we in het urinewegstelsel:
- Urineblaas
- Plasbuis
- Urineleiders
- Nieren
De nieren filteren het bloed. Afvalstoffen worden hier eruit gehaald en vermengd met water. Dit wordt aan de urineblaas afgegeven, waarna we deze afvalstoffen uit plassen.
Zenuwstelsel
Een heel belangrijk orgaanstelsel: het zenuwstelsel. Dit bevat onder andere de volgende organen:
- Hersenen
- Ruggenmerg
- Zenuwen
- Ogen
- Oren
Het zenuwstelsels reguleert alle belangrijke processen zoals de ademhaling, de spijsvertering, aansturing van de spieren, pijnprikkels, het denken, de hormoonhuishouding etc. Bij beschadigen van het zenuwstelsel kunnen één of meerdere belangrijke lichaamsfuncties uitvallen.
Hormoonstelsel
Het hormoonstelsel bevat meerdere klieren en organen die hormonen aanmaken. Dit zijn veelal de organen uit het voorplantingssysteem en het zenuwstelsels. Maar ook de bijnieren en de bijschildklieren produceren hormonen. Het hormoonstelsel is verantwoordelijk voor de voortplanting, de spijsvertering en allerlei andere lichaamsfuncties.
Bloedsomloop
De volgende organen spelen een rol bij de bloedsomloop:
- Hart
- Slagaders
- Aders
- Bloed
Het bloed neemt zuurstof op in het ademhalingsstelsel (de longen). Het hart pompt dit bloed via de slagaders naar de kleinere bloedvaten. Het zuurstofrijke bloed wordt afgegeven aan de weefsels en organen. Het zuurstofarme bloed stroomt via de aders weer terug naar het hart. Het hart pompt dit naar de longen toe, waar nieuwe zuurstof wordt opgenomen. Wanneer het hart stopt met pompen (kloppen) zullen de organen snel afsterven.
Spijsverteringsstelsel
De spijsvertering zorgt ervoor dat we voeding kunnen opnemen. De volgende organen spelen hierbij een rol:
- Mond
- Gebit
- Slokdarm
- Maag
- Darmen
- Lever
- Alvleesklier
- Lever
- Galblaas
Tijdens de vertering wordt voedsel fijn gekauwd, door de maag gekneed en in de darmen omgezet naar voedingsstoffen die via de darmwand door het bloed worden opgenomen. Alle belangrijke voedingsstoffen worden opgenomen. Deze stoffen heeft het lichaam nodig om de organen en systemen te laten werken.
Beenderstelsel
Het beenderstelsel noemen we ook wel het skelet. Dit werkt samen met het spierstelsel. Dit bevat de volgende organen:
- Beenderen (botten)
- Beenmerg
- Gewrichten
Het skelet geeft ons lichaam vorm en ondersteuning. Zonder skelet zouden we ineen zakken. Daarnaast zorgen gewrichten ervoor dat er beweging tussen twee of meerdere botstukken mogelijk is. In het beenmerg worden de bloedlichaampjes gevormd.
Lymfestelsel
Het lymfestelsel loopt naast de bloedsomloop en is het tweede vaatstelsel. Het bevat de volgende organen:
- Lymfevaten
- Lymfeklieren
- Lymfe
Lymfe is vocht dat vanuit de weefsel wordt opgenomen. Het bevat afvalstoffen. Het vocht passeer minstens één lymfeknoop/ lymfeklier. Hier bevinden zich witte bloedcellen die infecties tegengaan. Wanneer het lymfevocht gezuiverd is, zal het weer worden opgenomen in de bloedbaan.
De huid
Als laatste orgaanstelsel hebben de de huid. Deze bevat de volgende organen:
- Huid
- Slijmvlies
- Haren
- Nagels
De huid is het grootste orgaan en vormt de scheiding tussen buitenwereld en het binnenste van het lichaam. Het biedt bescherming en reguleert. Daarnaast geven ook haren en nagels bescherming.