Het Lichaam: De lever

De lever heeft twee belangrijke functies: het maken van belangrijke stoffen en het neutraliseren van gifstoffen en afvalstoffen. Elke druppel bloed die door de darmen gaat moet de lever passeren. Het bloed komt dus pas terug bij hart en longen, nadat het de aders van de levers, de poortaders, gepasseerd is. De lever is de grootste orgaan van het lichaam en weegt zo’n 1.5 kilo. Het ligt onder de middenrif en wordt beschermd door de lagere ribben. De lever bestaat uit een linker en rechter kwab, waarvan de linkerkwab de grootste is. Meestal is de lever van buitenaf niet te voelen, maar wanneer hij vergroot raakt (meestal als gevolg van een ziekte) en achter de ribbenkast vandaan komt, is hij te voelen.

Functies

Net als in elk ander deel van je lichaam zijn het de kleine cellen die het meeste werk doen. De cellen zijn gespecialiseerd in de omgang met de basisstoffen van het lichaam.

Eiwitverwerking: eiwitten zijn onvervangbaar voor het vernieuwen en het maken van cellen. Via ons voedsel krijgen we allerlei soorten eiwitten binnen, zoals plantaardige- en dierlijke eiwitten. Van deze eiwitten moet de lever eiwitten maken die het lichaam kan verwerken. Dit gebeurt door ze af te breken en daarna weer op te bouwen.
Koolhydraatverwerking: dit is de grootste chemische stof, bestaande uit drie atomen. Ze bevinden zich in zoete en zetmeelachtige voedingsstoffen. We hebben ze nodig voor de energie. Onder de toevoeging van zuurstof verbranden onze spieren letterlijk suikerhoudende stoffen. De lever zorgt voor het omzetten van deze brandstoffen in een bruikbare vorm. Een suikertekort veroorzaakt snel hersenbeschadiging, dus is het handig als je een voorraad hebt. Wanneer het lichaam te veel suiker bevat, wordt het overschot opgevangen.

Vetverwerking: ook vetten zijn noodzakelijk voor je lichaam. Ze worden door de lever omgezet in stoffen die bestaand vetweefsel kunnen maken of vervangen.

Afvalverwerking: op de aders van de lever bevinden zich speciale cellen, die Kuppfercellen heten, naar de man die ze ontdekte. Deze cellen verwijderen schadelijke stoffen uit het bloed.

Ketonen

Voor de energie die nodig voor de lichaamsfuncties, hebben we een voortdurende aanvoer van glucose nodig. Wanneer de aanvoer laag is worden de eiwitten en koolhydraten gebruikt om glucose te maken. Maar omdat deze eiwitreserves snel op zouden zijn, gebruiken veel weefsels vetten als alternatieve energiebron. Deze alternatieven zijn de ketonen.