Ouderen en medicijnen: gebruik en bijwerkingen
Bij het ouder worden, verandert niet alleen ons lichaam aan de buitenkant, zoals grijze haren of een gerimpelde huid, maar ook inwendig vinden er veranderingen plaats. Het verouderingsproces treft ook onze organen en weefsels. Dit is een proces dat geleidelijk aan verloopt en vaak merken we er niet veel van. Tot het ineens opvalt dat de zaken niet meer gaan, zoals vanouds. Ouderen slikken over het algemeen meer medicijnen dan jongere mensen, omdat het ‘ouder worden’ een aantal gebreken met zich mee kan brengen. Op het gebied van medicijngebruik zijn er een aantal factoren waar rekening mee moet worden gehouden bij het ouder worden.
Inhoud
Het verouderingsproces
Het verouderingsproces verloopt niet bij iedereen hetzelfde. Dat heeft vooral te maken met erfelijkheid, maar ook met een wel of geen gezonde levensstijl. Maar bij alle mensen komen er bij het ouder worden wat veranderingen. Aan de buitenkant zien we de kenmerken, zoals grijze haren, rimpelige huid, soms moeilijk kunnen bewegen en rond middelbare leeftijd moeten sommige mensen een bril. Dit zijn dus uiterlijke kenmerken van het verouderingsproces. Maar inwendig vinden er ook veranderingen plaats. De organen en weefsels veranderen ook van binnen. De hartspier en bloedvaten worden minder elastisch. Maar ook het spijsverteringskanaal verandert bij het ouder worden. En als het om medicijngebruik gaat, is het spijsverteringskanaal van groot belang. Hier vindt namelijk de omzetting van medicijnen plaats.
Het spijsverteringskanaal
Het spijsverteringskanaal bestaat uit de volgende organen:
- Mond
- Slokdarm
- Maag
- Alvleesklier
- Lever
- Galblaas
- Dunne darm
- Dikke darm
- Blinde darm
- Endeldarm
- Anus
Bij het ouder worden veranderen deze organen ook en dat is merkbaar op het gebied van inname van medicijnen en bij de verwerking van de medicijnen. Kleine veranderingen, zoals de slikbeweging van de slokdarm en de darmbewegingen, die dus het opgenomen voedsel, door de darmen bewegen zijn over het algemeen niet zo merkbaar. De veranderingen die wel merkbaar zijn hebben te maken met de opname, verdeling en uitscheiding.
Opname en uitscheiding van medicijnen
Oudere mensen kunnen moeite krijgen met het slikken van pillen of capsules. Hierdoor kunnen er irritaties ontstaan aan de slokdarm. De spijsverteringssappen die door de maag, lever, alvleesklier en dunne darm lopen worden minder, het maagslijmvlies kan verminderen, en de concentratie maagzuur in het maagsap kan verhoogd worden. Dit heeft effect op een langzame of snelle verwerking van de medicijnen in de maag. Medicijnen die u binnenkrijgt kunnen hierdoor langer in het lichaam blijven en op deze manier langer of sterker actief zijn. Hierdoor kunnen er weer bijwerkingen ontstaan.
Lever en nieren
De lever en de nieren functioneren ook minder goed, als we ouder worden. De lever heeft namelijk als taak om verschillende stoffen die in het lichaam terechtkomen te verwerken en af te breken. Vervolgens worden deze stoffen vervoerd naar de nieren om via de urine het lichaam te verlaten. Bij de nieren is het verouderingsproces merkbaar aan de bloedtoevoer, die wordt namelijk minder naar de nieren toe, waardoor de nieren zelf ook minder doorbloed zijn. Ook filteren de nieren niet meer optimaal. Als deze twee organen dus minder goed werken, heeft dit effect op het medicijngebruik.
Toename van medicijnen
Bij ouderen is er sprake van meer medicijngebruik dan bij jongere mensen of van middelbare leeftijd. Ze hebben vaak meer dan één gezondheidsprobleem, waardoor ze meerdere soorten geneesmiddelen moeten innemen. En vaak ook nog op verschillende tijdstippen van de dag. Sommige combinaties van medicijnen kunnen weer invloed hebben op andere organen en weefsels. Of er ontstaan bijwerkingen, waar ook weer een medicijn voor nodig is om deze klachten te verhelpen. De kans is dan ook groot dat de verschillende medicijnen erg op elkaar reageren en dat de bijwerkingen van medicijnen toeneemt.
Bijwerkingen en interactie
Oudere mensen zijn vaak ook veel gevoeliger voor bijwerkingen, niet alleen door het verouderingsproces, maar ook in combinatie met meerdere soorten medicijnen. Bij medicijngebruik betekent de wisselwerking dat de stoffen van de verschillende medicijnen op elkaar reageren. Dit wordt ook wel een geneesmiddeleninteractie genoemd of een farmacologische interactie. Maar dit is niet de enige interactie die er is. Er kan ook een wisselwerking ontstaan met geneesmiddelen en voeding, zoals drank, kruiden en specerijen, maar ook met andere aandoeningen. De hoeveelheid aan wisselwerkingen op het gebied van medicijngebruik is ontzettend veel.
Voorbeelden
Sommige medicijnen moeten op de nuchtere maag ingenomen worden, omdat bepaalde voedingstoffen, de hoeveelheid natuurlijke stoffen in medicijnen kunnen verminderen. Van grapefruitsap is het bekend dat het ervoor kan zorgen dat medicijnen moeilijk afgebroken kunnen worden in het lichaam. Een bepaald eiwit in ons lichaam, het CYP3A4-enzym, speelt een grote rol bij het afbreken van medicijnen. Grapefruitsap blokkeert de werking van dit eiwit, de medicijnen worden dus niet afgebroken en zo kunnen de medicijnen zich ophopen in het lichaam.
Bron: Jarmoluk, Pixabay Dosering en toedienen van de medicijnen bij ouderen
Soms komt het voor dat oudere mensen moeilijk hun medicijnen kunnen innemen. Vaak heeft dit te maken met het naar binnen slikken van tabletten of capsules. De huisarts zal hier rekening mee moeten houden. Is de huisarts hier niet van op de hoogte, dan zult u dit zelf moeten doorgeven. De medicijnen kunnen soms op een andere manier voorgeschreven worden, in de vorm van halve of kwart tabletten. Sommige ouderen hebben namelijk moeite om tabletten zelf doormidden te breken, ook als er een breukgleuf in de tablet zit. En soms mogen de tabletten niet doormidden gebroken worden, want dan is de kans groot dat het medicijn minder goed werkt of er ontstaan meer bijwerkingen.
Andere toepassingsvormen
Bij capsules wil het nog wel eens helpen vooraf het omhulsel wat zacht te maken met water, maar dit lukt weer niet bij alle capsules. Er zijn ook mensen die het fijner vinden om hun medicijnen met wat dikkere vloeistof, zoals vla of appelmoes naar binnen te werken, maar dit kan ook weer niet met alle medicijnen. Overleg dit dus met de huisarts of apotheker. In plaats van tabletten en capsules is het soms mogelijk om het medicijn te krijgen in een andere vorm, zoals vloeistof, poeder, oplostablet of zetpil. Informeer bij uw apotheek of deze mogelijkheden er zijn.
Andere praktische problemen
Bij het ouder worden ontstaan er soms ook praktische problemen op het gebied van medicijngebruik, zoals het lezen van de etiketten, de verpakkingen zelf, het openen van potjes, het drukken op de doordrukstrips, het verdelen van de tabletten of het toedienen van de medicijnen. Verschillende medicijnen met elk een eigen doseerschema, kan ook voor verwarring zorgen. Hiervoor zijn er gelukkig allemaal oplossing voor. U kunt bij de apotheek terecht voor verschillende hulpmiddelen op het gebied van medicijngebruik.