Insuline toedienen: Hoe kan ik veilig insuline injecteren?

Wanneer je diabetes hebt, zul je natuurlijk ook te maken krijgen met het toedienen van insuline. En dan zijn er ineens veel vragen te beantwoorden om te leren hoe je veilig insuline kunt prikken. Wat is insuline eigenlijk en wat voor soorten bestaan er? Wanneer moet je insuline toedienen en hoe vaak? Hoe kun je insuline het beste in het lichaam inspuiten? Hoe bepaal je de juiste dosering voor veilige toediening? Welke plaatsen op jouw lichaam mag je gebruiken voor de insuline injecties?

Waarom moet je insuline toedienen als je diabetes hebt?

Diabetes Mellitus ontstaat door een tekort aan insuline in het lichaam ofwel een verminderde gevoeligheid daarvoor. Insuline zorgt ervoor dat in het lichaam glucose kan worden gebruikt voor de verbranding. Bij diabetes wordt de glucose of bloedsuiker niet goed opgenomen in het lichaam en blijft dus in het bloed achter. Door te hoge bloedsuikergehalten of diabetes kunnen ernstige complicaties ontstaan zoals een verminderde nierfunctie, afnemen van het gezichtsvermogen, slechtere wondgenezing en hart-en vaat aandoeningen. Het toedienen van insuline zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel wordt gereguleerd. Insuline wordt dan ook voorgeschreven voor zowel Diabetes I als II patiënten om te zorgen dat ernstige complicaties door suikerziekte kunnen worden voorkomen.

Wanneer moet je insuline injecteren om de beste resultaten te behalen?

In het lichaam neemt na de maaltijden de hoeveelheid insuline in het lichaam toe en heb je ook de meeste insuline nodig om gezond te blijven. Bij suikerziekte patiënten kan de hoeveelheid insuline, na het eten, te laag zijn om de cellen in het lichaam tijdig van voldoende brandstof te kunnen voorzien. Bij sommige patiënten is hierdoor alleen na het eten de bloedsuikerspiegel in het bloed te hoog en bij anderen de gehele dag. Daarom heb je als diabeticus verschillende vormen van insuline tot je beschikking, die aansluiten bij jouw specifieke behoeften.

Wat voor soorten insuline bestaan er?

Er bestaan eigenlijk drie soorten insuline, die voor verschillende doeleinden kunnen worden voorgeschreven. Je hebt langwerkende insuline, die éénmaal per dag wordt toegediend en die zorgt voor extra insuline in het bloed gedurende de gehele dag. Je hebt echter ook relatief kortwerkende insuline, die een "boost" geeft voor een beperkt aantal uren. En je hebt tenslotte een gecombineerde variant voor die patiënten, die aan beide typen behoefte hebben.

Hoe dien je insuline toe: Injectieschema voor het prikken van insuline

Een injectieschema helpt je om de juiste hoeveelheid insuline op het juist moment toe te dienen. De behandelend specialist zal dus eerst jouw eet- en leefpatroon in kaart brengen om samen vast te stellen hoeveel insuline je nodig hebt, van welke variant en op welke momenten die het beste kan worden geïnjecteerd. De meeste mensen injecteren één tot vier keer per dag insuline afhankelijk van de specifieke behoeften van de diabeticus.

Insuline toediening: Hoe gaat het veilig injecteren van insuline precies in zijn werk?

Insuline wordt meestal niet meer toegediend met een injectiespuit maar via een zogenaamde insuline-pen, die is voorgevuld met een vast aantal doseringen. Wanneer je met zo'n pen prikt, wordt exact de juiste hoeveelheid insuline in het bloed opgenomen. Wanneer je een insuline pen gebruikt moet je die eerst een paar keer schudden voordat je echt kunt gaan beginnen het prikken van insuline.

Ga rustig zitten voor het injecteren van de insuline en trek nooit de naald te snel terug uit de huid. De insuline moet onder de huid worden ingespoten en dat kun je op verschillende manieren doen: Je kunt bij jezelf (bijvoorbeeld in de buik of arm) een huidplooi pakken en de insuline daar inspuiten. Ook kun je loodrecht (recht naar beneden) prikken maar dan moet je eigenlijk ervaring hebben om precies te weten hoe diep je mag prikken bij een bepaalde huiddikte. Voor beginners is het dus het meest veilige om de huidplooimethode te gebruiken.

Waar mag ik insuline inspuiten in het lichaam?

De meest gebruikte plaatsen zijn de buik en de bovenbenen. Bij injectie in de buik wordt de insuline relatief snel opgenomen in het lichaam. Injecteer niet hoger dan het begin van de ribben en prik niet direct rond de navel. Verder kun je het hele gebied van de buik gebruiken. Injecteer in de arm of in het been wanneer je gebruik maakt van langwerkende insuline. Prik niet te vaak op dezelfde plek maar wissel dit af. Wanneer je last krijg van infecties, gebruik dan een andere plaats en laat die plek van het lichaam een paar maanden echt met rust.