Contactlens: correctie voor het oog

Een contactlens is een dunne lens van kunststof ter vervanging van een bril. Harde lenzen geven een goede correctie bij alle brekingsafwijkingen. De zachte lenzen zijn zachter voor de ogen: ze irriteren veel minder. Met kleurlenzen geef je een andere kleur aan het oog. Tips voor het in en uitdoen van lenzen.

Contactlens

Een contactlens is een dunne lens van kunststof ter vervanging van een bril. Men gebruikt ook contactlenzen ter bescherming van het hoornvlies, of om de oogkleur te veranderen. Contactlenzen worden direct op het hoornvlies gedragen. Er worden twee soorten contactlenzen onderscheiden: de harde en de zachte lenzen.

Harde lenzen

Harde lenzen geven een goede correctie bij alle brekingsafwijkingen. Harde lenzen zijn ook veel duurzamer dan zachte lenzen: er word geadviseerd ze iedere drie jaar te vervangen maar ze kunnen soms nog veel langer mee. Door het gebruik van harde lenzen wordt de oogafwijking gestopt, en zal hiermee niet veel meer gaan afwijken. Harde lenzen laten meer zuurstof toe dan zachte lezen. Harde lenzen drijven ook als het ware op het oog. Het nadeel van harde lenzen is dat ze duurder in aanschaf zijn, wat dan weer word gecompenseerd door de lange levensduur. Harde lenzen geven vaker irritaties aan de ogen, en zijn dus niet voor iedereen geschikt.

Zachte lenzen

De zachte lenzen zijn zachter voor de ogen: ze irriteren veel minder. Ook raken ze minder makkelijk kwijt uit het oog. Zachte lenzen zijn goedkoper da harde lenzen maar gaan minder lang mee. Zachte lenzen worden direct op het oog gedragen, er zit geen ruimte meer tussen de lens en het hoornvlies, dit in tegenstelling tot harde lenzen. Daardoor zit er geen zuurstof tussen. Wanneer er vervolgens een vuiltje achter de lens zit, zal het oog veel eerder gaan infecteren. Met zachte lenzen moet men dus heel hygiënisch te werk gaan. Wie een sterkte afwijking aan het oog heeft, komt niet toe met zachte lenzen. Wat dat betreft geven harde lenzen betere correcties, doordat er tussen de lens en het hoornvlies traanvocht zit dat corrigeert.

Kleurlenzen

De kleurlenzen zijn er in verschillende sterkten, zowel in harde of zachte lenzen, of zonder sterkte. Met kleurlenzen geef je een andere kleur aan het oog. Kleurlenzen worden dus niet altijd gedragen door mensen met een oogafwijking, maar ook door mensen zonder een oogafwijking, die graag een andere oogkleur willen. Dit noemt men dan funlenzen. De kleur van de lens geeft geen garantie dat dit ook de kleur is die men daadwerkelijk gaat zien, dit hangt ook af van de eigen oogkleur. Er zijn lenzen met kattenogen, knaloranje lenzenk voor het EK of WK), vuurooglenzen, zebralenzen, wolflenzen en nog vweel veel Je kan het zo gek niet bedenken of het word wel verkocht. Leuk voor op een feestje of op een speciaal moment.

Inbrengen lenzen

Wie voor het eerst lenzen gaat inbrengen, loopt tegen wat problemen op. Het eerste probleem is dat het oog steeds weg draait. Dit is een natuurlijke reactie, het oog wil zichzelf beschermen voor schade van buitenaf en draait weg. Maar het oog moet dus wel recht vooruit blijven kijken, anders komt de lens niet op de pupil te liggen. Het makkelijkste is om eerst met een druppel water op de vinger te gaan oefenen, en hiermee de oogbol aan te raken. Het oog went zo aan aanraking en je zal dan niet meer snel weg gaan draaien.

Inbrengen

• Leg de lens op de vingertop van de sterke hand (de schrijfhand)
• trek met de middelvinger van de sterke hand het onderste oog lid naar beneden
• trek met de andere hand het bovenste oog lid naar boven
• leg de lens op de pupil
• draai een aantal malen met het oog en probeer niet te knipperen

Probeer ook droge vingers te hebben; aan een natte vinger blijft de lens namelijk plakken en trek je hem weer uit het oog. De eerste keer kan het makkelijk een half uur duren voordat de lens erin zit. De lens hoeft er niet ingeduwd te worden, men hoeft dus echt niet met een worp de lens erin te gooien. Wanneer de lens dichtbij genoeg is, zuigt deze zich vanzelf naar binnen. Kijk ook altijd naar een spiegel zodat je met je andere oog kijkt dan het oog waarmee je bezig bent, zo voorkom je te snel knipperen van het oog.

Uitdoen

• Met de middelvinger van de sterke hand het onderste ooglid omlaag trekken
• met de andere hand het bovenste ooglid naar boven trekken
• met de wijsvinger van de sterke hand de lens naar beneden laten glijden
• met duim en wijsvinger de lens eruit nemen

Was altijd eerst de handen voordat je lenzen in brengt of uitdoet. Bewaar de lenzen altijd in lenzenvloeistof. Gebruik geen water voor je lenzen.