Bloed doneren, hoe gaat het in zijn werk?

Bloed doneren neemt weinig tijd in beslag, u zult er weinig lichamelijke klachten aan over houden en u red er levens mee. Als u bloed gaat doneren zorg dan dat u van tevoren voldoende gegeten heeft en rust daarna even uit. In dit artikel vind u alle informatie over het doneren van bloed.

Waarom doneren?

Één van de beste reden is dat u er levens mee kunt redden. Niet iedereen heeft dezelfde bloedgroep maar als men bloed nodig heeft zal de bloedgroep wel over één moeten komen. Donaties zijn constant welkom en nodig. Stel voor dat er een ramp uit breekt, dan wilt de bloedbank uiteraard alle mensen van bloed kunnen voorzien. Daarbij word bloed ook gebruikt voor de ontwikkeling van medicatie.

Hoe gaat het in zijn werk?

Als u donor wilt worden zijn er een aantal eisen waar u aan moet voldoen:

• U moet minstens 18 zijn en mag zich inschrijven tot uw 65e levensjaar.
• U moet minstens 50 kilo wegen.

Als u aan deze eisen voldoet kan het zijn dat u op een intake gesprek word uitgenodigd. Hier zult u nog een vragenlijst moeten invullen met vragen over onder andere:

• uw reisbestemmingen
• medicijn gebruik
• medisch verleden
• seksuele contacten

Ook word hierbij uw bloeddruk gemeten en gekeken naar het Hemoglobine gehalte. Hemoglobine zorgt dat er zuurstof bij het bloed komt tijdens het transport. Mocht uw hemoglobine te laag zijn, dan kan het zijn dat u bloedarmoede heeft en zodoende wellicht geen bloed af mag staan.

De eerste donatie

Als u door de keuring heen bent kunt u gelijk doneren. Dit gebeurd meestal op dezelfde dag van de keuring. Hierbij worden ook drie buisjes afgenomen die worden onderzocht. Hiervan worden twee buisjes onderzocht op bacteriën en één buisje word onderzocht op de bloedgroep. De voorkeur gaat uit naar bloedgroep 'O' omdat deze voor alle bloedgroepen gebruikt kunnen worden, maar alle bloedgroepen zijn zeker welkom. Als het bloed in het laboratorium is goed gekeurd kan de rest van uw gedoneerde bloed gebruikt worden en mag u voortaan blijven doneren. Vrouwen mogen maximaal 3 maal per jaar doneren en mannen 5 maal. Dit is omdat mannen vaak een hoger ijzergehalte hebben.

Tijdens de donatie

U neemt plaats op een stoel. Afhankelijk van welke arm u gaat laten prikken krijgt u een stoel toegewezen. De arm waar het infuus in zal gaan kan dan namelijk op een kussen op de stoel rusten. U krijgt een band om uw bovenarm om de druk op de aderen voldoende te maken en vervolgens word het infuus aangebracht. De naald lijkt vrij groot, maar om de cellen niet te beschadigen gaat de naald er slechts voor een klein deel in. Zo merkt u er uiteindelijk bijna niks van.
De zak waar u het bloed in ziet lopen beweegt zodat het stollingsmiddel goed samen werkt met het bloed. Het is belangrijk om vooral bij de eerste keer in de gaten te houden dat u niet duizelig, misselijk of ziek word. De afname duurt ongeveer 10 minuten en er word in principe nooit meer dan 500ml bloed afgenomen. De machine stopt vanzelf als de gewenste hoeveelheid bloed is afgenomen.

Wat gebeurd er mee?

Uw bloed word gecentrifugeerd waardoor de witte bloedcellen, rode bloedcellen en plasma van elkaar worden gescheiden. De witte bloedcellen worden niet gebruikt. Deze zullen namelijk in een ander lichaam heftig reageren omdat de witte bloedcellen van tegen de nieuwe witte bloedcellen zullen gaan werken. Beide worden bewaard in de bloedbank en kunnen aangevraagd worden door ziekenhuizen. Mocht er spoed zijn dan heeft de bloedbank een speciale soort ambulance om bloed zo snel mogelijk te transporten.