Zelfanalyse en professionele diagnostiek van botontkalking
Zelf kun je een observatietest doen om na te gaan of je een hogere kans hebt op osteoporose of botontkalking. Er zijn verschillende factoren die een aanwijzing kunnen zijn voor de broze-bottenziekte die tot nu toe wellicht niet was opgemerkt. Eventueel kan de huisarts een diagnose stellen.
Het geraamte van het lichaam
Het skelet bestaat uit 206 botten waarvan de meeste via gewrichten met elkaar verbonden zijn.
De functie van het skelet is:
- ondersteuning van het lichaamsgewicht;
- beweging van het lichaam;
- bescherming van de inwendige organen.
Onderscheid in het skelet
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- het skelet van de schedel;
- het axiale skelet (de borstkas, de wervelkolom en het borstbeen);
- het appendiculaire skelet (de ledematen).
Factoren die kunnen duiden op osteoporose
Factoren die mogelijk kunnen duiden op botontkalking zijn:
- in je naaste familie zijn gevallen bekend van osteoporose (ouders, broers of zusters);
- je bent meer dan 4 cm gekrompen;
- je hebt als volwassene op latere leeftijd verschillende botbreuken opgelopen zonder duidelijke traumatische aanleiding, zoals een ongeval, etc.;
- je hebt minder dan 30 jaar van je leven gemenstrueerd of je had in de tussentijd misschien een langdurige onderbreking van de menstruaties;
- je hebt weinig lichaamsbeweging genomen of je was langdurig bedlegerig, danwel op een rolstoel aangewezen;
- je voeding heeft weinig calcium bevat;
- je hebt meer alcohol of tabak gebruikt dan gewoonlijk door anderen gebruikt wordt;
- je hebt een langdurige cortison- of nierdialysebehandeling ondergaan.
Opmerking
Wanneer je één of meer keren deze factoren hebt moeten bevestigen, dan is het verstandig eens met de huisarts te gaan praten.
Botbreuken
Een fractuur is de breuk van een bot, die kan variëren van een simpel scheurtje tot een gecompliceerde breuk. Vaak is er een letsel (klap, verdraaiing) aan de fractuur voorafgegaan, echter bij sommige ziekten (een tumor) kan een botbreuk ook spontaan optreden. Botbreuk kan ook veroorzaakt zijn door overbelasting of een slechte kwaliteit van de botten (osteoporose of botontkalking). De meest voorkomende fracturen ten gevolgen van osteoporose zijn:
- wervelfractuur. Deze fractuur is het gevolg van een vermindering van de botdichtheid;
- heupfractuur. Hierbij gaat het veelal om de dijbeenhals. Ouderen breken deze het vaakst;
- polsfractuur. Deze botbreuk komt eveneens het meest voor bij bejaarden, als gevolg van een val.
Diagnose door een arts
Een arts stelt de diagnose osteoporose in verschillende stappen:
Klinisch onderzoek
Dit houdt in:
- het meten van de lichaamslengte;
- gewichtsverloop;
- vastleggen van pijnklachten;
- vaststellen van een verkeerde lichaamshouding.
Röntgenonderzoek
Onderzoek van borst- en lendenwervelkolom;
Opmerking
Het komt nogal eens voor dat bij toeval door een ander onderzoek (bijvoorbeeld bij een botbreuk door een val) op grond van de röntgenfoto osteoporose wordt vermoed.
Botdichtheidsmeting (osteodensitometrie)
Hierbij wordt door een röntgenonderzoek met lage stralingsbelasting het mineraalgehalte van het bot gemeten. Voor de botdichtheidsmetingen worden verschillende technieken gebruikt:
- opnamen van de wervelkolom en van de heup (DXA = Dual X-ray Absorptiometry);
- opnamen van de onderarm (pQCT = perifere kwantitatieve computertomografie);
- opname van de wervelkolom. (QCT = kwantitatieve computertomografie).
Het nauwkeurigst is de controle van de botten in de wervelkolom.
Laboratoriumonderzoek
Dit doet de arts om andere ziekten uit te sluiten.
Opmerking
Deze onderzoeken kunnen ook (bijvoorbeeld bij mensen met een verhoogd risico) preventief worden gedaan, om osteoporose uit te sluiten of zo vroeg mogelijk vast te stellen. De arts kan - met behulp van het onderzoek - door vergelijking met gezonde personen een eventuele afwijking vaststellen. Afhankelijk van de precieze gevonden waarden zal hij beslissen of behandeling al dan niet nodig is.