Wanneer een blinde weer kan zien

Iemand die blind is, heeft soms de mogelijkheid om weer te kunnen zien. Hoe ziet de (nieuwe) wereld voor een ex-blinde er dan uit?

Tijdelijk blind

Voor tijdelijke blinden is de aanpassing naar kunnen zien veel minder groot. Mensen die bijvoorbeeld één week niet konden zien, zoals door een operatie, zullen vrij snel weer aangepast zijn. De lichtinval zal in het begin nog pijnlijk zijn, maar de ogen wennen hier weer snel aan.

Mensen die langere tijd blind zijn, hebben ook langere tijd nodig om te wennen. Blindheid went namelijk zeer snel, het lichaam past zich namelijk hierop aan. De duisternis waarin men gehuld is, laat niks maar dan ook niks binnen. Kleuren kunnen na een tijdelijke blindheid dan ook veel feller overkomen en vormen moeten opnieuw ontdekt worden. Toch zullen de hersenen de informatie uit het verleden weer snel oppikken.

Men kan ervan uitgaan dat hoe langer iemand blind is geweest, hoe meer moeite het kost om zich bij het opnieuw kunnen zien, ook weer aan te passen.

Slechtziendheid

Mensen die slecht zien en ineens weer beter zien, hebben vaak moeite met de helderheid. Alles ziet er ineens veel scherper uit. Soms gaat dit pijn doen aan de ogen of in het hoofd. Het beste is om dan weer even de ogen te sluiten. De helderheid wordt na een tijdje ook weer gewoon.

Volledig blind

Anders is het voor mensen die vanaf hun geboorte blind zijn, en dus nooit wat hebben kunnen zien. Zouden deze mensen ineens weer gaan zien, dan ontstaat er een groter probleem. Vormen, kleuren, het is allemaal onbekend. Maar vooral diepte vormt een probleem. De ex-blinde ziet wel, maar weet niet wat hij ziet omdat de hersenen het niet kunnen verwerken.

Een jong kind leert visualiseren: leert vormen, kleuren en diepte herkennen. Diepte is nodig om in te kunnen schatten hoe ver iets van ons verwijderd is. Een hamster bijvoorbeeld ziet geen diepte: deze loopt dus zo van de rand van een tafel af. Een rat daarentegen ziet wel diepte en zal over de rand van de tafel gluren om te kijken of hij de sprong kan wagen of dat het beter is om dit te laten. Diepte zien is dus van belang. De mens ziet van nature diepte maar moet dit wel leren zien.

Een blinde heeft dit dus nooit geleerd. Een blinde die weer kan zien, zal daarom al deze dingen opnieuw moeten leren. Maar ook kleuren kunnen een probleem vormen. Voor ieder mens zijn de kleuren heel normaal, maar een blinde kan zich weinig voorstelling maken bij kleuren. Wel is een blinde vaak aangeleerd dat rood gelijk staat aan warm en blauw aan koud, dat kleuren dus ook voelend kunnen zijn. Maar wanneer je ze plots ziet, is het heel wat anders!

Wazig zien

Vaak ziet een blinde die weer kan zien, wazig. Vooral in het begin. Of dit nog verbeterd is sterk de vraag, vaak blijft het wazig zien wel aanhouden. Helemaal voor honderd procent helder kijken, dat lukt meestal toch niet. Misschien is het ook maar beter dat het wazig zien blijft aanhouden, de ex-blinde zou anders teveel prikkels binnen krijgen en hiervan op tilt kunnen slaan.