Trombosedienst van Curaçao

In zekere zin zijn trombosepatiënten die hun vakantie op Curaçao doorbrengen geluksvogels. Dat is niet alleen omdat zij tijdens hun vakantie op een prachtig eiland verblijven, maar vooral omdat de trombosezorg er prima geregeld is. En dat kan niet van sommige andere landen gezegd worden.

Eigen trombosedienst

Vanaf 2003 heeft Curaçao zijn eigen trombosedienst, waar een aantal erg betrokken en enthousiaste medewerkers werkzaam zijn. De doseerarts is Irene Braakman-Bonder die er samen met haar collega's voor zorgt dat niet alleen de eilandbewoners, maar ook de vakantiegangers een trombosezorg 'op maat' aangeboden krijgen. Dr. Irene was ruim 24 jaar als huisarts op het eiland actief en vanaf 2004 kwam ze twee middagen per week in dienst als doseerarts bij de nieuwe trombosedienst.

Het opzetten van de trombosedienst

Voordat Dr. Irene Braakman en haar collegae begonnen, was er geen trombosedienst op Curaçao. Natuurlijk werd er wel antistolling gegeven, maar dat gebeurde vanuit ziekenhuizen en huisartsenpraktijken. Het idee om een trombosedienst op te zetten ontstond in 1998. Vijf jaar later werd de trombosedienst operationeel met dank aan het noeste werk van Marijke Roerhorst, Stella Thissen en Alex Roose.

Patiënten die onder de zorg van de trombosedienst vallen

De trombosedienst op Curaçao heeft nu bijna duizend patiënten in zorg, dit zijn personen die:

• boezemfibrilleren (dit is een hartritmestoornis waardoor de kans op trombose toeneemt);
• orthopedisch patiënten zijn, die een operatie hebben gehad en daarom antistolling moeten slikken;
• overige cardiologische patiënten zijn;
• een trombosebeen of longembolie hebben doorgemaakt;
• behoren tot alle andere groepen die antistolling nodig hebben.

Prikkrachten

Trombosepatiënten komen in principe naar het laboratorium toe wanneer ze goed ter been zijn. Thuis worden die personen bezocht om bloed af te nemen, die:

• niet mobiel zijn;
• bedlegering zijn;
• heel oud zijn.

Om bloed thuis af te nemen beschikt de trombossedienst over twee auto's. Dagelijks gaan de prikkrachten met die auto's op huisbezoek. Dit gebeurt 's ochtends tussen 07.00 uur en 's middags 13.00 uur. Het thuisbezoek gebeurt echter niet alleen op Curaçao, maar ook op Bonaire en St. Maarten. Op deze twee eilanden heeft de Curaçaose trombosedienst nevenvestigingen. Uiteraard zit dan de hoofdvestiging op Curaçao. Verder is er op dit eiland nog een zevental prikcentra, bijvoorbeeld in Barber en Otrabanda.

Diverse talen

Mensen spreken op Curaçao een veelheid van talen. Elke patiënt krijgt een folder mee over trombose en de werkwijze van de trombosedienst. Door die veelheid in talen beschikt de trombosedienst over folders in het:

• Papiaments;
• Nederlands;
• Engels;

En een verkorte versie van de folder in het:

• Spaans;
• Frans.

Opmerking
De Spaanse folders zijn bestemd voor mensen uit Midden- en Zuid-Amerika en uit de Spaanstalige eilanden in de regio. De Franse folders zijn bestemd voor patiënten die afkomstig zijn uit Haïti.

Doseerkalender

Alle medewerkers van de trombosedienst kennen in meer of mindere mate de talen. Iedereen spreekt Papiaments, Engels en Nederlands. Spaans wordt in meer of mindere mate gesproken, zodat ze zich altijd verstaanbaar kunnen maken. Er is ook een doseerkalender die door de trombosedienst wordt verstuurd. Deze kalender is in twee talen opgesteld. Dat is omdat men er bij de trombosedienst van uitgaat dat iedereen in principe het Papiaments moet kennen, aangezien dat de landstaal is. De officiële taal is het Nederlands. Daarom ook die twee taligheid van de folders.

Omgang met vakantiegangers

De trombosedienst van Curaçao is een onderdeel van het Analytisch Diagnostisch Centrum (ADC). Natuurlijk is het een groot voordeel voor de trombosedienst bij het behandelen van vankantiegangers dat haar werknemers meertalig zijn. Zodra vakantiegangers zich na hun aankomst in Curaçao melden, worden ze door de trombosedienst volledig in behandeling genomen. Allereerst worden ze daarbij verwezen naar een van de laboratoria van het ADC.

Werkwijze ten behoeve van behandeling

Om snel en goed in behandeling door de trombosedienst genomen te worden, dienen vakantiegangers:

In eerste fase

• te bellen naar het ADC en te vragen naar de trombosedienst;
• te luisteren naar een medewerker van de trombosedienst die hen vraagt waar ze logeren;
• te noteren bij welk laboratorium ze zich het beste kunnen melden;
• zich met hun vakantiebrief te melden bij het laboratorium, waar hun gegevens worden opgenomen en bloed geprikt wordt.

In tweede fase

• Later belt een van de drie medewerksters van de trombosedienst op om de INR-uitslag en de dosering voor de daaropvolgende periode door te geven;
• de doseerkalender wordt op het logeeradres bezorgd;
• wanneer dat nodig is wordt aangegeven wanneer de vakantiegangers terug moeten komen.

Contant afrekenen

Net zoals in veel andere landen moeten vakantiegangers bij de trombosedienst direct contant afrekenen na het bloedprikken. Voordat ze op vakantiegaan moeten vakantiegangers er in ieder geval ook voor zorgen dat ze bij hun zorgverzekeraar navragen of de kosten van prikken in het buitenland worden vergoed. Bovendien is het raadzaam om een internationale zorgpas aan te vragen. Zo komt de vakantieganger niet voor onverwachte verrassingen te staan.