Out-of-body experience
De "out-of-body experience" is een fascinerend en bevreemdend verschijnsel waarbij een persoon het gevoel heeft dat hij uit zijn lichaam treedt en van een afstand naar zichzelf kijkt. Het is een fenomeen dat vooral in spirituele kringen populair is, aangezien het erop lijkt te duiden dat we een ziel hebben die afzonderlijk van het lichaam kan bestaan. Neurowetenschappers hebben echter een alternatieve verklaring voor de out-of-body experience gevonden.
In en uit je lichaam
Afgezien van de wereld die we delen met alles om ons heen, bestaat er voor ieder van ons ook een eigen wereldje. Je gedachten, die alleen jij kunt horen. Zenuwen die je in je buik voelt kriebelen, een kramp in je spieren, het verliezen van je evenwicht... Al deze waarnemingen vinden plaats in je lichaam. Je zelfbewustzijn zorgt ervoor dat je de omgeving ziet vanuit het "ikperspectief": jijzelf staat centraal.
Bij out-of-body experiences (OBEs, ook wel "uittreding" genoemd) voel je hoe je bewustzijn loskomt van je lichaam. Vaak gaat dit gepaard met
autoscopie, waarbij je vanuit een zwevende positie op je eigen lichaam kunt neerkijken. Dit laat zich intuïtief beschrijven als de "geest" die zich losmaakt van het lichaam. Neurowetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat het om een illusie gaat, die het resultaat is van een abnormaal proces in de hersenen.
Een verstoorde zelfperceptie
Een van de aspecten van ons zelfbewustzijn is het weten van de positie van ons lichaam in de ruimte. Hiertoe worden signalen uit meerdere modaliteiten geïntegreerd: allereerst informatie vanuit het evenwichtsorgaan (het vestibulaire systeem), dat de positie van ons hoofd ten opzichte van de zwaartekracht bepaalt, maar ook de
proprioceptie, welke informeert over de stand van de gewrichten, en tenslotte tactiele en visuele informatie. Het hersengebied waar deze informatie wordt geïntegreerd, is de zogenoemde
temporopariëtale junctie.
Gezien het feit dat de temporopariëtale junctie verantwoordelijk is voor het tot stand brengen van de zelfperceptie, is het goed voor te stellen dat een stoornis in de functie van dit hersengebied kan leiden tot de verstoorde zelfperceptie die optreedt bij OBEs. Diverse wetenschappelijke onderzoeken ondersteunen deze hypothese: zo zijn stimulatie, laesies en activiteitsscans van de temporopariëtale junctie allemaal met OBEs in verband gebracht. Wetenschappers vermoeden dat het verschijnsel het resultaat is van een onjuiste integratie van de proprioceptieve en vestibulaire signalen. Informatie van het vestibulaire systeem is namelijk niet eenduidig, en kan verkeerd worden geïnterpreteerd. Normaal gesproken zorgt een vergelijking met de andere modaliteiten voor de juiste interpretatie, maar in geval van een onjuist integratieproces in de temporopariëtale junctie zou het kunnen voorkomen dat er twee conflicterende signalen ontstaan. Terwijl de proprioceptieve informatie de juiste lichaamspositie aangeeft (gewoonlijk liggend), wordt de vestibulaire informatie vertaald naar een andere lichaamspositie (rechtop). De hersenen concluderen dan dat je als het ware op twee plekken tegelijkertijd aanwezig bent. Vandaar dat je van je eigen lichaam los lijkt te komen.
Wanneer treden OBEs op?
OBEs kunnen een bijverschijnsel zijn van epileptische aanvallen, indien de temporopariëtale junctie betrokken is bij de abnormale hersenactiviteit. Maar er zijn ook niet-pathologische situaties waarbij OBEs kunnen optreden. Zo is het uit het lichaam treden een bekend aspect van bijna-dood-ervaringen. Ook bij andere zeer bedreigende situaties, zoals verkrachting, kan een OBE optreden. Na een dergelijke ervaring blijven OBEs voor veel slachtoffers een terugkerend verschijnsel, dat bij de overgang tussen slaap en ontwaken (of het in slaap vallen) plaatsvindt. Dit wijst erop dat stress van invloed kan zijn op het functioneren van de temporo-pariëtale junctie. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen hoe OBEs precies tot stand komen.