Geheugen bij dementie stimuleren door sprookjes voorlezen
Is sprookjes voorlezen of vertellen geschikt voor ouderen met dementie? Sprookjes zijn voor ons verhalen voor kinderen. Maar oorspronkelijk zijn sprookjes juist voor volwassenen geschreven. Pas later werd het een genre dat vooral voor kinderen bedoeld was. Als u sprookjes gebruikt in een activiteit voor ouderen met dementie, bijvoorbeeld Alzheimer, dan doet u een beroep op hun geheugen. De sprookjes werken als triggers. Een manier om het geheugen, als het ware, te trainen. Deze ouderen zijn met hun gedachten vaak in het verleden, daar waar hun herinneringen aan sprookjes goed zijn opgeslagen. Een beroep doen op positieve herinneringen in hun geheugen is geen therapie maar kan wel een bijna therapeutische werking hebben. Het kan voor ontspanning zorgen en een stimulans vormen.
Sprookjes zijn voor kinderen
Is dat zo? En zijn ze dús niet geschikt voor ouderen met een ziekte die dementie veroorzaakt? Vaak heb ik als activiteitenbegeleider sprookjes voorgelezen aan bejaarden met bijvoorbeeld Alzheimer. Vonden zij zelf dat dat kon? Want hun mening is uiteraard doorslaggevend!
Een enkele keer kwam er inderdaad een wat verontwaardigde reactie: “Sprookjes zijn toch voor kinderen?” Waar komt deze opmerking vandaan? Deze mensen voelen zich even niet in hun waarde gelaten. Ze zeggen eigenlijk: “Zeg, Ik ben toch geen klein kind?” Want sprookjes zijn, zoals zij vroeger zelf hebben geleerd, voor kinderen. Ze werden immers aan hen voorgelezen, toen ze zelf nog kinderen waren? Of toen zij ze aan hun kinderen en kleinkinderen voorlazen? Dan zijn ze dus niet voor volwassenen.
Maar het zijn juist die sprookjes uit hun kindertijd die een appel doen op hun geheugen. Sprookjes triggeren herinneringen, herinneringen die nog wel goed in hun geheugen zijn opgeslagen. De sprookjes functioneren als braintrainer.
Als u dus toch de sprookjes wilt voorlezen of vertellen, kunt u dit bijvoorbeeld zo inleiden:
“U herinnert zich vast nog wel het sprookje van
Assepoester. Misschien heeft de juffrouw of meester het u wel verteld of voorgelezen toen u op de lagere school zat. Ik dacht, misschien vindt u het leuk om het nog eens een keer te horen.” Je vraagt zo toestemming om een jeugdherinnering met hen op te halen. En dat vinden deze senioren over het algemeen prima.
het glazen muiltje van Assepoester gevonden /
Bron: Sapcal22, Wikimedia Commons (Publiek domein)Of u licht het zo toe: “U heeft het sprookje van Assepoester misschien wel eens voorgelezen aan uw kinderen of kleinkinderen.” Dan zal blijken dat het bezwaar (sprookjes zijn voor kinderen) wegvalt. Want zo spreekt u hen aan in hun rol als moeder of vader, oma of opa.
Als u als buitenstaander sprookjes voorleest (of vertelt) aan een groep ouderen met dementie, kan het zijn dat juist de begeleider van de groep of een aanwezig familielid, een mantelzorger, het luisteren naar sprookjes kinderachtig vindt en daarom protesteert. Zij reageren vaak onbewust op wat ze zelf vinden of op wat ze denken dat de luisteraars, de senioren met Alzheimer of een andere ziekte die een dementeringsproces veroorzaakt, zullen vinden.
In de praktijk is mij gebleken dat tijdens het verhaal de mensen waar het om gaat, de mensen met dementie in dit geval, sprookjes lang niet altijd als kinderachtig ervaren, in de betekenis 'geschikt voor kinderen'.
Ook als de begeleider of de familie bij het voorlezen is gebleven, zullen ze soms toch vasthouden aan hun mening. Ook als de ouderen niet hebben geprotesteerd, zelfs niet als ze geboeid hebben geluisterd en zichtbaar hebben genoten. Dat valt goed te begrijpen: de familie heeft soms grote moeite om de beperktere mogelijkheden van hun ouder of levenspartner te accepteren. De begeleider wil juist, terecht, dat de verteller / voorlezer hun cliënten als volwassenen behandelt en blijft denken dat u dat niet doet als u met een sprookje voorleest of vertelt.
Goede, mooie sprookjesboeken om uit voor te lezen
Het kan helpen als u voorleest uit een mooi uitgegeven sprookjesboek. U laat als het ware met de kwaliteit van het boek zien dat het niet om een boek voor kleuters maar voor volwassenen gaat. Een betaalbaar sprookjesboek met alle sprookjes van Grimm is uitgebracht door uitgeverij Leminiscaat. De taal is soepel en hedendaags, de illustraties van Charlotte Dematons geestig en mooi. Het is een gebonden boek dat een stootje hebben kan.
Ook van uitgeverij Leminscaat is de uitgave van alle sprookjes en verhalen van Andersen. Ook dit sprookjesboek is gebonden en rijk geïllustreerd door verschillende illustratoren, onder wie wederom de bekende illustrator Charlotte Dematons.
Angstig door sprookjes
Soms vinden bejaarden met bijvoorbeeld Parkinson of vasculaire dementie, een sprookje oprecht eng. Dat is niet prettig. Als er een vaste begeleider van de groep bij is, dan weet deze meestal wel, welke ouderen snel angstig zijn. Er naast zitten, een hand even vast pakken, is meestal voldoende. Of zeggen: “Zullen we samen even lekker griezelen, net als vroeger, toen u nog een kind was?”
Is er geen vaste activiteitenbegeleider of vrijwilliger als ondersteuning, dan helpt het vaak om de betreffende luisteraar er even op te attenderen, dat het verhaal, het sprookje geen realiteit is, dat het “maar” een verhaal is. Het lijkt er op dat de oorzaak van hun angst is dat ze zijn vergeten dat ze naar een
sprookje zitten te luisteren. Het kan ook zijn dat ze al luisterend weer in de gevoelservaringen van hun jeugd terecht komen. Want gevoelens zitten ook opgeslagen in het geheugen. Misschien vond deze mevrouw of meneer sprookjes als kind ook altijd al (een beetje) eng.
Ter aanvulling: het zijn met name de vier basisgevoelens (boos, bang, bedroefd, blij) die bij deze doelgroep gemakkelijk getriggerd worden. Dat komt omdat de amygdala-kern, waarin deze emoties zijn opgeslagen, nog wel goed functioneert en snel wordt geactiveerd.
Zelf censureer ik rustig wat ik in een sprookje te cru vind. Ik sla of het hele sprookje over of schrap zinnen waarvan ik vermoed dat ze te cru zijn. Denk bijvoorbeeld maar aan de reus uit Klein Duimpje. Hij snijdt, overigens per ongeluk, zijn eigen zeven dochters de keel door!
Herkenning als prettige ervaring
Veel ouderen, of ze nu hersenbeschadigingen hebben of niet, hebben in hun jeugd en later als volwassenen sprookjes gehoord, gelezen, verteld of voorgelezen.
Maar als een enkele oudere met dementie protesteert tegen het voorlezen of vertellen van een sprookje en sommigen een bepaald sprookje of een bepaalde passage als angstig ervaren, is er dan nog een goede reden om ze toch voor te lezen?
Luisteren als 'therapie'
Voor deze cliënten is voorlezen een rustgevende activiteit. Zo rustgevend dat het bijna als therapie functioneert. Ze kunnen zich mee laten nemen door het verhaal, weg uit hun onrustige heden. Er worden geen ‘eisen’ aan hen gesteld. Ze hoeven niet actief iets te doen, niets te kunnen, niets te presteren, ze worden niet 'geclaimd'. Ze hoeven alleen maar te luisteren.
Prettige herinneringen
Als ze door middel van een bekend sprookje in aanraking worden gebracht met hun herinneringen, met wat ze nog wél weten en met wat ze vroeger leuk vonden, dan kan dat een prettige ervaring zijn.
Wat triggeren sprookjes bijvoorbeeld bij mensen met Alzheimer?
Zoals u wel zult weten, kunnen ouderen met Alzheimer zich recente gebeurtenissen zeer slecht herinneren of helemaal niet. Maar gebeurtenissen of ervaringen uit hun jeugd, veel beter. Dus als u vraagt: “Herinnert u zich het sprookje van Roodkapje?”, dan zeggen ze zonder meer "ja". Vertellen waar Roodkapje dan over ging, gaat meestal niet. Het zijn flarden, vage beelden die hen zijn bijgebleven, gevoelens soms. Maar bij het luisteren kunnen ze (onbewust) wel op die flarden in hun geheugen en op die vage beelden met gevoelens steunen. Daarbij maakt het niet uit welk type dementie ze hebben: Alzheimer, vasculaire dementie, het Lewy Body syndroom, Parkinson of nog een andere ziekte. Alle vormen van dementie gaan met geheugenverlies gepaard.
Voorbeelden van herkenning bij het voorlezen aan mensen met dementie
Bekende titels of uitspraken van de sprookjes worden hardop aangevuld, als je daartoe impliciet uitnodigt: ‘Roodkapje en de boze…wolf’. Of: ‘En ze leefden nog lang en…gelukkig’. Of: ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste… van het land’.
Dit werkt over en weer prettig. Er ontstaat een actieve betrokkenheid bij de luisterende senioren. U brengt mensen zo in aanraking met wat ze (passief) nog wel weten. U maakt hun passieve kennis weer actief, in elk geval voor dat moment.
Hoeveel woorden u ze moet aanreiken, voor ze het aanvullen, varieert per persoon.
En: hoe verder bejaarden zijn in het dementeringsproces, hoe meer u hen moet aanreiken.
Herkenning, die gepaard gaat met positieve gevoelens, is over het algemeen een heel goede reden om een bepaalde activiteit met dementerende ouderen te doen.
Kan er nog meer met sprookjes worden gedaan voor deze ouderen?
Gesprekken over sprookjes
Een gesprek beginnen over de (meest voor de hand liggende) betekenis van het sprookje, is goed mogelijk. U moet dan wel steeds even een stukje van de inhoud van het sprookje herhalen. Herhaal het bijvoorbeeld zo: “Weet u nog dat de moeder van Roodkapje haar waarschuwde om niet van het pad af te gaan?” En dan vervolgen met:
“Waarom denkt u dat de moeder tegen Roodkapje zei: “Ga in het bos niet van het pad af?”
Of “Vindt u dat een kind altijd naar zijn moeder moet luisteren?” Er ontstaat een gesprek waarin het niet om “weten” gaat, maar om meningen, normen en waarden. Zo ontstaat een gesprek tussen volwassenen. In dit geval over opvoeding. Het korte geheugen van deze cliënten mag dan meer of minder ernstig aangetast zijn, dat wil niet zeggen dat ze geen mening meer hebben.
Sprookjesquiz voor dementie-cliënten
U kunt met een groep ouderen, al of niet dementerend,
een vraag- en antwoordspel doen over sprookjes. Natuurlijk moet u voor deze senioren het niveau van de vragen met zorg bepalen. Zo kunt u voorkomen dat zij geconfronteerd worden met wat hij of zij niet meer weet. U appelleert met uw vragen aan de aanwezige herinneringen. U activeert hun geheugen. Het is voor hen fijn om weer in contact te zijn met wat zij wel weten. Dat versterkt hun gevoel van eigenwaarde en werkt daarmee als een soort therapie.
Conclusie over het voorlezen van sprookjes aan de doelgroep
Ook al vindt een enkele oudere in eerste instantie een sprookje kinderachtig of eng, er zijn dus inhoudelijke redenen om hen op methodische wijze opnieuw met bekende sprookjes in aanraking te brengen. Denk aan toppers als Roodkapje, Sneeuwwitje of Hans en Grietje.
Dat kan door middel van voorlezen of vertellen, in een gesprek of met een quiz.
U brengt hen zo weer in contact met goede herinneringen en met wat zij wel weten!
Lees verder