Hoge en lage bloeddruk

Wat is bloeddruk?
Letterlijk, de naam zegt het al, is bloeddruk, of tensie, de druk die het bloed uitoefent op de wand van aders en slagaders. Het gaat, uiteraard, om de druk van binnen uit. Logisch dat de bloeddruk het hoogst is in de slagaders, omdat deze het bloed door het hele lichaam pompen. Na de reis door het hele lichaam komt het bloed via de aders weer terug bij het hart. In de aders vlak bij het hart is de bloeddruk erg laag, bijna nul. Het is maar goed dat dit verschil in bloeddruk bestaat, want daardoor vergist het bloed zich niet en stroomt het de goede kant uit.Bloeddruk, systolisch en diastolisch
De bloeddruk wordt gemeten door de druk te meten in de middelgrote slagaders – niet te groot en niet te klein. Meestal wordt hiervoor de bovenarm genomen. De bloeddruk is niet constant. Slagaders maken, in overeenstemming met een samentrekking van het hart, een hartslag dus, een samentrekkende beweging waardoor het bloed wordt voortgestuwd. Op het moment van voortstuwing is de bloeddruk het hoogst. Die waarde wordt gemeten en wordt de systolische bloeddruk genoemd. Op het moment vlak voor de volgende hartslag is de druk het laagst. De druk op dat moment wordt de diastolische bloeddruk genoemd.
Hoe wordt de bloeddruk gemeten?
Om je bloeddruk te meten wordt, het zal je niet verbazen, een bloeddrukmeter gebruikt. De bloeddrukmeter bestaat uit een band waar binnen een opblaasbare ballon zit, waaraan een manometer is bevestigd. De manchet, en dus ook de ballon, wordt om de bovenarm gevouwen en vastgezet met klittenband. De ballon wordt opgeblazen met een pompje of een knijpballonnetje, tot de druk zo hoog is dat er geen bloed meer door de bovenarmslagader loopt. Om dat vast te stellen wordt tegelijk de polsslag gevoeld. Dan wordt een beetje druk verminderd, zodat er weer een beetje bloed door de armslagader loopt. Via een stethoscoop die je op de slagader houdt, kun je op dat moment een geluid horen. De waarde die nu op de manometer staat is de bovendruk, de systolische bloeddruk. Nu wordt weer geleidelijk de druk verminderd. Op het moment dat er geen geluidjes meer in de slagader te horen zijn, wordt de onderdruk, de diastolische bloeddrukwaarde gemeten.
De waardes?
De onderzoeks- en meetmethode om je bloeddruk vast te stellen is ontdekt door Scipione Riva-Rocci, een Italiaanse onderzoeker. De bloeddruk wordt daarom nog steeds aangeduid met 'Riva-Rocci', of afgekort tot RR. Het getal zelf is uitgedrukt in millimeters kwik, uit de tijd dat de bloeddrukmeter werkte met een kwikkolom (zie foto). Een bloeddruk, waarbij de systolische druk op 120 mmHg ligt en de diastolische druk op 90 mmHg wordt meestal aangeduid als 120 over 90. Apparaten met kwik worden overigens niet meer gebruikt, er zijn diverse alternatieven.Bovendruk, onderdruk, gemiddelde druk
We hebben gezien dat de bovendruk de maximale druk is, op het moment van samentrekken van het hart. De onderdruk is de minimale druk, net vóór de volgende samentrekking van het hart. Die twee waardes kun je combineren tot een schatting van het gemiddelde, met de volgende formule:Gemiddelde = (Bovendruk + (2 x Onderdruk)) : 3
Is je bloeddruk RR 120/90 mmHg, dan wordt dat in de hierbovenstaande formule:
Gemiddelde = (120 + (2 x 90)) : 3 = (120 + 180): 3 = 100.

Wat is goed, wat is fout?
Een te hoge bloeddruk zet veel druk op de slagaders, wat uiteindelijk tot gezondheidsproblemen kan leiden. Omgekeerd zal een te lage bloeddruk ervoor zorgen dat het bloed onvoldoende doorstroomt, en ook dat leidt tot gezondheidsklachten. Bij het ouder worden vermindert de elasticiteit van slagaders en aders. Hierdoor wordt de voortstuwing van bloed minder geholpen door samentrekkende bewegingen van slagaders. Om het bloed voldoende te laten circuleren zal de bloeddruk, en dan met name de bovendruk, als je ouder bent dus hoger zijn. Bloeddrukwaarden moeten daarom beoordeeld worden met o.a. de leeftijd in het achterhoofd.Als uit een bloeddrukmeting de volgende waarden komen:
Wie | bloeddruk | En dit is: |
---|---|---|
Kinderen | RR 80/45 mmHg | Normale bloeddruk |
Volwassenen | Minder dan RR 90/60 mm Hg | Lage bloeddruk (ofwel: hypotensie) |
Volwassenen | Rond de RR 120/80 mm Hg | Optimale bloeddruk |
Volwassenen | Tussen de RR 120/80 mm Hg en RR 140/90 mm Hg | Normale bloeddruk |
Volwassenen | Boven de RR 160/95 mmHg | Hoge bloeddruk (ofwel: hypertensie) |