De geneeskracht van champignons

Champignons zijn een heerlijke groente en puilen uit van de voedingswaarde. Er zit zelfs B12 in champignons, een vitamine waarvan tot voor kort alleen gedacht werd dat het in dierlijke producten en zeewier zat. In Nederland, vooral in Limburg worden ze vaak in kassen gekweekt. De champignon is heel gezond. Champignons kunnen heerlijk zijn als ze gebakken worden. Ook een gegratineerde champignon uit de oven smaakt prima. Verder kun je van champinons verse champignonsoep maken wat een delicatesse is.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.

Geschiedenis van het champignonnetje

De eerste champignons zijn gekweekt rond Parijs in 1651. Daarvoor werden champignons enkel in het wild geplukt. In 1780 ontdekte een Fransman dat champignons uitstekend in grotten kunnen worden geteeld. In Nederland werden op een landgoed in Haarlem in 1825 de eerste champignons geteeld. Rond 1900 waren er grote champignonteelts in de grotten van Valkenburg en de St Pietersberg. Rond 1950 is de teelt weer voornamelijk bovengronds gaan plaatsvinden, zij het in kassen. Champignons worden in Nederland gekweekt op een compostmix van gips, stro, gesteriliseerde paardenmest en kippenmest. Het gips wat gebruikt wordt is een restafval van de voedingsindustrie.

Champignons zijn onvolgroeide portobellos.

Champignons zijn vitaminekampioenen

De voedingswaarde van champignons is bijzonder hoog. Ze zijn gezonder dan de veel duurdere shitake paddenstoelen. Het roomwitte champignonnetje barst van de vitaminen en mineralen. In 87 gram champignons zit 25% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid(ADH) vitamine B2. Voor vitamine B3 geldt dat dezelfde hoeveelheid 17% van de ADH bevat. Vitamine B5 is goed voor 13% van de ADH. Verder zit er vitamine B1(5%ADH), B6(5%ADH) en B11(3% ADH) in. Bovendien zit er anderhalf procent vitamine B12 in de champignon, wat een unicum is voor groente omdat veel mensen nog steeds de mythe dat B12 alleen in vlees zit aanhangen.

Mineralen in de champignon

87 Gram champignons bevatten 32% van de ADH aan seleen. Champignonnen herbergen diverse mineralen: koper(22%ADH), kalium(11%ADH), fosfor(10%ADH), zink(6%ADH) en mangaan(6%ADH). Verder zit er choline(5%ADH) en proteïne(4%ADH) in de champignon. Al met al is het een bijzonder voedzame paddenstoel.

Goed voor het immuunsysteem

In de champignon zitten onnoemlijk veel fytonutriënten die een bijdrage leveren aan het immuunsystem waarvan het geen zin heeft om ze allemaal te berde te brengen. Het volstaat om de belangrijkste te noemen: beta-D-glucanen, fucogalactanen, APO (2-amino-3H-phenoxazine-3-one) en p-tolyl-hydrazine. De fytonutriënten in champignons hebben invloed op de werkzaamheid van witte bloedlichaampjes waardoor je lichaam zich beter kan weren tegen ziektes. De champignon is hiermee goed tegen alle ziektes in het algemeen. Deze kleine paddenstoel kan helpen je gezond te houden.

Ontstekingsremmer

Champignons werken ontstekingsremmend. Vele ziekten waaronder sommige kankervormen en hart- en vaatziekten ontstaan door ontstekingen op celniveau. Regelmatige inname van champignons vrijwaart het lichaam beter van deze ziekten dan collega-paddestoelen zoals de veel duurdere shitake en oesterzwammen.

Antioxidant, goed voor bloed en DNA

De champignon zit vol met supergezonde antioxidanten. Mangaan, zink en seleen zijn alle drie antioxidant-mineralen. Verder zit er Ergothioneine in de champignon, een aminozuurachtig antioxidant die vooral het DNA en eiwitten beschermt. Vooral de antioxidant eigenschappen waardoor de bloedvaten schoner blijven en er minder cholesterol aankoekt zorgen voor een lagere kans op hoge bloeddruk, hartinfarct en herseninfarct.

Champignon tegen kanker

Een gezond immuunsysteem is cruciaal voor het opsporen van beginnende kanker. Aangezien door champignons eten het immuunsysteem een boost krijgt kan deze ziekte door het lichaam zelf te lijf worden gegaan. Het anti-ontstekingseffect, wat door het eten van deze roomwitte of kastanjebruine groente wordt getriggerd, draagt zijn steentje bij om een kankercel in de kiem te smoren. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de champignon vooral goed werkt in het geval van borstkanker en prostaatkanker, twee veel voorkomende kankersoorten onder respectievelijk vrouwen en mannen.

Was ze niet

Champignons behoren tot de weinige groenten die niet met water gewasssen mogen worden. Ze zuigen water op als een spons, De smaak wordt veel minder lekker wanneer je ze met water wast. Je kunt ze beter afwrijven met het speciaal daarvoor ontworpen paddenstoelborsteltje. Je kunt ze overigens net zo goed schoon wrijven met een schone theedoek of keukenpapier.