De geneeskracht van monnikskap
Blauwe monnikskap behoort tot de meest gevaarlijke planten. Zelfs het plukken van de plant kan al tot zwellingen leiden. Zet hem daarom niet in een tuin waar kinderen spelen. Zoals met vele gifplanten is de blauwe monnikskap in kleine doseringen een geneesplant. Het is echter zeer onverstandig om zelfs met de blauwe monnikskap te experimenteren.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Naamgeving monnikskap
De blauwe monnikskap wordt de
Aconitum napellus genoemd in het Latijn. De gele monnikskap is de
Aconitum lycotonum. De
Nederlandse benaming monnikskap stamt uit de tijd dat monniken met grote kappen over hun hoofd liepen waardoor ze zelf nauwelijks zichtbaar waren. De bloem heeft een vorm die daar enigszins op lijkt.
Ontstaan van monnikskap
Volgens een Griekse legende is monnikskap als volgt ontstaan. De Griekse held Heracles moest 12 werken volvoeren. Het 12e werk was de hellehond voor de poort van de hel weghalen en deze vervolgens terug te brengen. De hond heette Cerberus en de berg waar de poort van de hel was heette aconiet. Van de bergnaam komt de Latijnse benaming van deze plant. Heracles voldeed aan deze schier onmogelijke en levensgevaarlijke opdracht. De hellehond verweerde zich behoorlijk maar moest toch Heracles gehoorzamen. Tijdens het verweer viel er steeds speeksel uit de bek van de hellehond. Overal waar het speeksel gevallen was schoot de uiterst giftige monnikskap omhoog.
Historisch gebruik monnikskap
In de traditionele geneeskunde plukte men monnikskap met een handschoen om er aconitine uit te winnen. In kleine hoeveelheden is dat een pijnstillend middel. In grotere hoeveelheden leidt het tot zwellingen. Wanneer je het in je mond krijgt kan het gaan branden en de tong kan verstijfd raken waardoor het onmogelijk is om te slikken. De plant werd in ruime hoeveelheid water gekookt om vliegen en ander ongedierte mee te doden. Diverse volkeren verspreid over de wereld hebben het gif van monnikskap gebruikt om hun pijlpunten mee in te smeren zodat een raak geschoten pijl een dodelijke verwonding betekende. In onze contreien werd de wolf uitgemoord met behulp van met monnikskap ingesmeerde pijlen. Vandaar dat een alternatieve benaming luidt: wolfsdood.
Medicinaal gebruik monnikskap
Monnikskap wordt nauwelijks gebruikt in de
fytotherapie hoewel als het goed gebruikt wordt een effectief medicijn is. Het grote probleem is dat de therapeutische dosis dichtbij de toxische dosis ligt. Er zijn fytotherapeutische artsen die monnikskap aanwenden. De gebruikte dosis betreft enkele tientallen milligram va de hele gedroogde plant. De maximale dosis is 1500 mg gedroogd poeder per dag, verdeeld over drie doses. Bedenk echter dat 2mg aconitine al dodelijk is; dat is de voornaamste reden dat je niet zelf moet
experimenteren met de plant.
Monnikskap wordt gebruikt bij:
- Aangezichtspijnen,
- Hoofdpijn veroorzaakt door verstoorde bloedsomloop in de hersenen,
- Gewrichtspijnen, reuma, jicht,
- Griep, verkoudheid, keelontsteking,
- Bronchitis,
- Neuralgieën of zenuwpijnen,
- Spierpijnen.
Vergiftigingsverschijnselen monnikskap
Nogmaals zij gesteld dat dit één van de planten betreft om niet zelf mee te experimenteren omdat enkele druppels sap al dodelijk kunnen zijn. Een dodelijke afloop van inname met monnikskap wordt meestal veroorzaakt door ademhalingsverlamming. De vergiftigingsverschijnselen zijn talrijk. Te grote hoeveelheden monnikskap kan leiden tot:
- Moeilijke ademhaling,
- Te trage hartslag, zwakke polsslag,
- Moeilijk zien en horen,
- Koudegevoel,
- Prikkelend gevoel in vingers, voeten, armen, tong, neus, lippen of zelfs het gehele lichaam,
- Draaierigheid, duizeligheid, braken, diarree.