Veganisme: waarom?
Veganisme in Nederland is sinds 2000 flink in opkomst. In 2014 waren er ongeveer 20.000 tot 30.000 veganisten in Nederland, en steeds meer jongeren kiezen voor een veganistische levensstijl. Ook steeds meer vegetariërs worden veganist. Veel mensen vragen zich echter af wat de redenen zijn om veganist te worden.
Veganisten streven naar een leven zonder gebruik van dierlijke producten. Ze stoppen dus niet alleen met vlees eten, maar ook met zuivel, leer, vis en soms zelfs honing en zijde. Ook zijn veel veganisten tegenstanders van dierproeven, circusdieren en dierentuinen. In het kort zijn er vier hoofdredenen om veganist te worden: dierenwelzijn, welzijn van medemensen, gezondheid en milieu. Veel veganisten zijn veganist om meerdere van deze redenen.
Dierenwelzijn
In 2014 leefden er ongeveer 550 miljoen dieren in de Nederlandse intensieve veehouderij, wat neerkomt op ongeveer 32 dieren per Nederlander! Het spreekt voor zich dat een dier moet worden gedood voordat hij op ieders bord terechtkomt. Veel veganisten vinden dat doden ethisch gezien niet kan en mag, zowel bij mensen als dieren niet. Daar komt nog bij dat bijna alle dieren die wij eten (behalve weekdieren) een centraal zenuwstelsel hebben, wat inhoudt dat ze net als wij kunnen lijden en pijn kunnen voelen. Dit is een essentiële eigenschap als we naar de ethische kant van de veehouderij en visserij kijken, aangezien veel mensen - en alle veganisten - van mening zijn dat onnodig lijden niet te verantwoorden is. Dus niet alleen onnodig doden van dieren is fout, maar ook het onnodig lijden toebrengen. Dit gebeurt veelvuldig in de veehouderij. Enkele voorbeelden van onnodig lijden in de veehouderij:
- Kalfjes worden direct na geboorte weggehaald bij hun moeder
- Legkippen zitten met te veel individuen in te kleine hokken en hebben vaak last van zwellingen aan hun cloaca
- Vleeskuikens zijn zo dik dat ze door hun poten zakken
- Zeugen (varkens) worden in te kleine kooien op betonnen vloeren gehouden, waardoor ze niet kunnen bewegen
Veganisten kiezen er derhalve voor om alle dierlijke producten uit hun leven te weren, en niet alleen vlees. Dit scheelt flink wat dierenlevens per jaar. De Nederlandse Vegetariërsbond berekende dat iemand die zijn leven lang vegetariër is flink wat levens spaart:
- 4 tot 6 runderen (melkkoe, vleesstier, kalf)
- 3 tot 6 geiten/schapen
- 34 tot 37 varkens
- 623 tot 741 kippen
Bij een veganist zal dit aantal nog flink hoger zijn, maar hier zijn geen cijfers van bekend.
Gezondheid
Obesitas en diabetes zijn sinds 2000 enorm aan het toenemen, en ook hart- en vaatziekten en darmkanker maken steeds meer slachtoffers. Dit heeft deels te maken met ons voedingspatroon. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn we met z'n allen veel meer vlees, vet en verpakt voedsel gaan eten. Meerdere wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat veganisten en vegetariërs minder kans op hartziekten en verschillende vormen van kanker hebben. Dit kan waarschijnlijk verklaard worden door het feit dat een plantaardig dieet rijk is aan micronutriënten en arm is aan cholesterol en verzadigde vetten.
Het is uiteraard wel van belang om een gevarieerd plantaardig dieet te hanteren. Er zijn dan ook enkele voedingsstoffen waar goed op gelet moet worden als veganist. Ten eerste moet er een alternatieve bron voor vitamine B12 worden gevonden. Deze vitamine is vaak toegevoegd aan sojaproducten en is bovendien in supplementvorm verkrijgbaar. Ten tweede is het van belang om genoeg ijzer en magnesium binnen te krijgen. Hiervoor zijn gelukkig genoeg producten beschikbaar. Magnesium zit veelal in noten en zaden, en ijzer zit bijvoorbeeld in spinazie en andere bladgroenten. Ten derde is het van belang om genoeg eiwit binnen te krijgen, maar het is een fabel dat het moeilijk is om genoeg eiwit uit planten te halen. Bonen, noten en peulvruchten bevatten veel eiwit, en ook tofu, tempeh en zuivelvervangers van soja bevatten hoogwaardige eiwitten. Het is dus goed mogelijk om geheel plantaardig te leven, en nog gezonder ook.
Milieu
Alle wetenschappers zijn het er over eens dat de mens de grote oorzaak is van de huidige klimaatverandering, en dat we snel met maatregelen moeten komen. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door minder auto te rijden. Echter, een makkelijkere manier is om geen dierlijke producten meer te consumeren. Wat veel mensen niet weten is dat de veehouderij jaarlijks verantwoordelijk is voor ongeveer 18% van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen zoals koolstofdioxide en methaan. In dit getal is de invloed van ontbossing om vlaktes voor runderen te creëren nog niet eens meegenomen! Ook leidt het houden van dieren tot een immens mestoverschot, waarvan een deel via het grondwater de natuur in uitspoelt. Dit heeft soms desastreuze effecten, en kan bijvoorbeeld leiden tot algenbloei in meren, waardoor al het leven in het water sterft, of tot bodemverzuring, waardoor planten niet meer goed groeien. Al met al is de veehouderij verantwoordelijk voor ongeveer 1/3 van de totale stikstof- en fosfaatvervuiling elk jaar.
De visindustrie komt vaak minder aan bod in dit opzicht, maar draagt ook flink bij. Zo gaan visboerderijen vaak ten kosten van mangrovebossen aan de kust, waar veel verschillende diersoorten leven. Ook wordt op dit soort bedrijven veel gebruik gemaakt van antibiotica, dat vervolgens weer in de natuur terechtkomt en tot sterfte onder dieren kan leiden. Als we puur naar het vissen zelf kijken, dus niet naar visboerderijen, komen we niet veel beter uit. Vaak wordt met sleepnetten gevist, en soms zelfs nog met dynamiet (in arme landen), waardoor de hele oceaanbodem kapot wordt gemaakt en het ecosysteem hevig verstoord wordt.
Medemens
Wereldwijd waren er in 2014 nog steeds bijna een miljard mensen met honger. Dit aantal moet natuurlijk zo snel mogelijk naar beneden, en veganisme is daar een goede oplossing voor. Tenslotte, het is veel efficiënter om alle planten zelf op te eten, in plaats van ze te voeden aan dieren, die we daarna opeten. Bij dit proces gaat enorm veel energie verloren, en dat is zonde aangezien er nog steeds mensen sterven door voedseltekort. Ongeveer 70% van onze landbouwgrond wordt gebruikt om voedsel voor dieren te verbouwen. Als we die 70% voor onszelf zouden gebruiken, en er de arme mensen mee zouden voeden, was honger snel de wereld uit geholpen.