Venkel, een beetje geschiedenis
Venkel, een Zuidelijke schone schermbloemige, die ook bij ons makkelijk groeit in een goed gedraineerde grond. Alles aan de plant kan gebruikt worden. De verdikte wortel als groente, de stengels samengebonden in droogboeketten, het blad in de keuken bij visgerechten, de zaden als krampwerende kruidenthee. Verder heeft Venkel ook een slijmoplossende en zelfs een zogvormende werking. Dus een echt kruid voor moeder en kind, al mogen de vaders er ook van snoepen.
Namen
De naam venkel is afgeleid van het Romeinse foeniculum, geurig hooi.
- Duits: Fenchel
- Engels: Fennel seed
- Frans: Fenouil
- Chinees: Hui-Hsiang
- Italiaans: Finocchio
- Japans: Uikyö
- Portugees: Funcho
- Russisch: Fyenkhel
- Spaans: Hinojo
- Zweeds: Fankal
Geschiedenis van venkel.
Dit kruid is al sinds de oudheid bekend en werd als toekruid gebruikt door de Chinezen, Indiërs en Egyptenaren. De Romeinen aten de jonge scheuten graag als groente en venkel is tot op de dag van vandaag erg populair in Italië. De Chinezen en Grieken gebruikten venkel als een middel tegen slangenbeten. In het oude Griekenland was de naam van venkel marathon of marathron; het beroemde slagveld waarop de Grieken in 490 v. C. een grote overwinning behaalden op de Perzen heette dus eigenlijk „venkelveld". Marathron komt van maraino, fijn groeiend.
Plinius merkte in de eerste eeuw op, dat slangen, die aan het vervellen waren, venkel aten om hun gezichtsvermogen weer op peil te brengen. Hij beval het kruid aan om zijn geneeskrachtige eigenschappen, in het bijzonder de versterkende uitwerking, die het volgens hem op het gezichtsvermogen had, een veronderstelling, die later alom bevestigd zou worden door kruidkundigen uit de veertiende tot de zeventiende eeuw.
In de Middeleeuwen hing men venkel boven de staldeuren om de boze geesten te weren. De uiers van koeien werden ingesmeerd met een venkelpasta, zodat hun melk niet behekst kon worden. Nu is venkel ook bekend als zogvormend middel, mogelijk werd die pasta dus ook gebruikt om de koeien meer melk te laten geven.
In Noord Europa is venkel al meer dan 900 jaar in gebruik; de plant werd al in de elfde eeuw genoemd in Angelsaksische recepten voor geneesmiddelen. Vroeger kende men haar onder de naam „wilde venkel". De oude Saksen geloofden dat 9 heilige kruiden,waarvan venkel er een was, de kracht bezaten de oorzaken van ziekte, waarvan er ook 9 zouden zijn, te bestrijden.
In vervlogen eeuwen is venkel in de geneeskunde gebruikt als een carminatief, stimulerend middel en maagmiddel en als een geneesmiddel voor oorpijn, kiespijn, hoest, astma en reumatiek. Het was een van de ingrediënten van de Species carminativae, dat aan babies gegeven werd bij darmkrampjes. En tenslotte werd dit veelzijdige kruid door de herboristen aanbevolen aan te dikke mensen om te vermageren.
Jacob van Maerlant schreef in de dertiende eeuw over de venkel
„es een cruut dat warmt ende droogt,
ende es van van subtilen saken
het doet wel urine maken"
„ende wind verdrijft het mede,
ende helpt hem die 't verduwen heeft kwaad".
In de zestiende eeuw was venkel een symbool voor vleierij — een Italiaanse uitdrukking uit die tijd: dare finocchio, betekende „venkel geven" of vleien. In de 19de en 20ste eeuw blijft Venkel wat obscuur verder leven in de klassieke kruidenboeken van Dinand, Uyldert, Blöte-Obbes en vele anderen. Dinand schrijft
het is een voortreffelijk middel tegen hoesten, borstlijden, gassen en koliek (met hete melk).... In de apothekersboeken van die tijd vinden we Venkel terug in Aqua foeniculi (venkelwater), Pulvus Liquiritae (zoethouderpoeder met venkel), Species laxantes (laxeerkruiden)...
En de laatste 30 jaar worden er dan wat wetenschappelijke onderzoeken gedaan, die we geinventariseerd vinden in verschillende officiële monografieën zoals van de Duitse Kommission E, de Wereld Voedsel Organisatie WHO en de Europese ESCOP.
Voornaamste gebruik volgens monografie herboristen opleiding
Venkelzaad is dus krampwerend voor de spijsvertering en de luchtwegen. Vooral geschikt voor kinderen en baby's, maar geen etherische olie inwendig gebruiken!
- Darmgassen, kramp, opgezetheid, dyspepsie. 'Versoet de smerte en krimphinghe des buyks' zegt Dodonaeus. Is te combineren met bitterstofplanten zoals Duizendguldenkruid en Duizendblad.
- Bij zowel diarree en constipatie vooral gebruikt in laxeermengsels om o.a. krampen te voorkomen.
- Hoest met slijm, heesheid: hoestsiroop met tijm en anijs