Eetbare planten uit de natuur, Couplan
Boeken over het gebruik van wilde planten als voedsel zijn er genoeg. Ik lees ze allemaal met veel plezier, het bereiden van die gerechten valt meestal wel mee, alleen het opeten valt wel eens vies tegen. Of het aan mij ligt of aan de gerechten wil ik even in het midden laten. Alleen heb ik wel de indruk dat sommige gerechten nooit klaar gemaakt zijn of dat de smakelijkheid van de ingrediënten nogal geromantiseerd werden.
Boekje over eetbare wilde planten
Dit boekje van Couplan is van de betere soort, je leert de kenmerken van bijna vijftig wilde groenten en vruchten ontdekken of herkennen, niet alleen in Nederland en België, maar ook Frankrijk en Zwitserland, tot in de Alpen toe. Al die planten, worden beschreven en gefotografeerd, en de verschillende manieren waarop ze kunnen worden gebruikt zijn duidelijk aangegeven. Toch is dit boek geen flora waar de planten nauwkeurig in beschreven worden, dus is het wel goed om op een andere manier die planten te leren kennen. Verder vind je in ‘Eetbare planten’ de beschrijving van een tiental 'vergeten' groenten, die vroeger in elke moestuin voorkwamen maar die daar geleidelijk aan uit verdwenen waren, en die zich tegenwoordig weer in de belangstelling van een steeds groter aantal mensen mogen verheugen.
In dit boek vindt u vele heerlijke en gemakkelijk te maken recepten, zodat u de oogst van uw zoektocht in de vrije natuur direct kunt verwerken.
Couplan François
François Couplan is een specialist in het traditionele gebruik van wilde en gekweekte planten. Hij heeft er een jarenlange studie van gemaakt, die hem over alle vijf continenten voerde. Als etnobotanicus (Museum d'histoire naturelle, Parijs) geeft hij al sinds 1975 les in het gebruik van wilde planten in Europa (België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland) en in de Verenigde Staten in de vorm van praktische cursussen in het vrije veld. Hij is degene die het begrip 'survie douce', levenservaringen in harmonie met de natuur, gestalte heeft gegeven.
François Couplan heeft talrijke werken op het gebied van planten en van de natuur in het algemeen geschreven. Hij draagt eveneens regelmatig bij aan verschillende tijdschriften in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland en heeft meer dan 450 artikelen over deze onderwerpen op zijn naam staan.
Vogelmuur / Stellaria media
Op koele plekken kan de grond bedekt zijn met een groen tapijt van dit plantje, dat zich thuis voelt langs de boszoom, in de beschutting van alleenstaande bomen, onder muren en in tuinen. Eigenlijk is dit het meest algemene onkruid dat er is. De naam is ontleend aan het feit dat vogels dol zijn op de vele zaadjes. Verwar hem niet met rood guichelheil, Anagalis arvensis, dat giftig is!
De kruipende plantjes dragen puntige, tegenoverstaande blaadjes en mooie witte bloemetjes, met vijf bloemblaadjes die tot aan de bladbasis ingesneden zijn, waardoor ze op miniatuursterren lijken. Door die witte bloemen onderscheiden ze zich duidelijk van rood guichelheil, waarvan de naam al de kleur van de bloemen aangeeft. De blaadjes van het rood guichelheil hebben bruine accenten, die van de vogelmuur niet; de stengels van de laatste dragen een opvallende, harige streep.
Een van de lekkerste wilde salades:
Vogelmuur is lekker sappig, met een verfijnde notensmaak. Zolang de stengels, blaadjes en bloemen mals zijn, kun je ze plukken en dat is eigenlijk het hele jaar door, want verschillende generaties van het plantje volgen elkaar onafgebroken op. Als het te droog is geweest of als de plant ouder wordt, worden de stengeltjes langer en harder, zodat je dan beter alleen de laatste scheutjes kunt plukken. Vogelmuur wordt voornamelijk rauw gegeten.
Waterkers / Nasturtium officinale
Zoals de naam al zegt is de waterkers een waterplant, met stengels die zich boven het water verheffen en met ronde, ingesneden blaadjes. Tegen de zomer verschijnen eindstandige trossen witte bloemetjes met vier kruisgewijs staande kroonblaadjes, die uiteindelijk dunne, langwerpige vruchtjes vormen. De waterkers is een van de meest geplukte wilde groentesoorten en in het bijzonder in Frankrijk bvb bij Milly la Fôret wordt hij zelfs gekweekt in waterkersbedden, die met helder bronwater worden gevoed. De blaadjes blijven altijd zacht en kunnen zowel als sla als gekookt worden gegeten. Er wordt heerlijke soep van gemaakt, maar ook gegratineerde gerechten, soufflés en quiches.
De smaak van de waterkers is karakteristiek, scherp en pittig. Door het koken gaat wat van de scherpte verloren, en dan kun je er meer van eten, want rauw kan het in grote hoeveelheden de nieren te veel prikkelen. Pas ook op voor parasieten: men moet oppassen om niet besmet te worden door de leverworm. In geval van twijfel is koken voldoende om elk gevaar te vermijden.
Andere boeken van François Couplan
Ce sont les plantes qui sauvent les hommes. Plon 2005. Ma botanique gourmande.
Le jardin a naturel. Bordas 1995
Toutes les confitures sont dans la nature. Favre 2001
© 2009 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Genezende planten: waterkersEén van de eerste geneeskrachtige planten die men in de lente kan vinden is de waterkers. De naam geeft al aan dat we de…
recensiePuur natuur. Roger PhillipsOp schrijver, fotograaf en natuurliefhebber Phillips ben ik altijd wel wat jaloers geweest. Je kost verdienen met rond t…
De geneeskracht van vogelmuurVogelmuur is gemakkelijk te determineren omdat aan de stengeltjes aan één zijde witte haartjes zitten. Het is een heerli…
Waterkers, gezonde groenteWaterkers is een doorlevende waterplant met witte bloemen, een holle stengels en lange wortels die houden van fris en zu…
Bronnen en referenties
- Eetbare planten, bloemen en zaden uit de vrije natuur. Triangel 2001
Dagboek van een herborist. Maurice Godefridi. www.everyoneweb.com/herbarius