Eten tijdens het lijnen
Het is een open deur om te zeggen dat als je aan het lijnen bent je toch moet zorgen dat je de juiste voeding binnen krijgt. Toch gebeurt het lang niet altijd en lappen we ‘de schijf van vijf’ met het grootste gemak aan onze laars.
Hoe werkt het?
Je lichaam heeft de juiste bouwstoffen nodig om te kunnen functioneren (lichamelijk en geestelijk). Als je in verhouding de juiste bouwstoffen neemt, is je voedingspatroon goed en je lichaam in balans. Gegeven het feit dat er steeds meer zware mensen bijkomen in Nederland, is de balans er dus niet meer. De ene diëtist zegt dat je je aan de 3 maaltijden moet houden en de ander zegt dat je het over meer kleinere maaltijden verdeeld over de dag moet verdelen. Belangrijk is je lichaam te volgen, want 3 voedingen hebben we sowieso nodig en je voelt aan je lichaam wel als er een kleinigheid tussendoor moet. Zorg dus dat je dan bijv. wat fruit bij hebt.
De balans is te herstellen door geleidelijk af te vallen naar het gewicht dat bij je lengte en bouw past. Dat kan je natuurlijk onder begeleiding van een diëtiste doen, maar zelf kan je ook aan de slag. Let op wat je lichaam nodig heeft, wat doe je allemaal op een dag (fysiek) en stem daar – altijd in de schijf van vijf – je voedingspatroon op aan. Dat wil zeggen, een gevarieerd voedingspatroon, probeer verzadigde vetten en onnatuurlijke suikers te voorkomen, eet veel groente en vergeet enkele stukken fruit niet. Voor de koolhydraten zijn er de broodproducten bij het ontbijt of de lunch en aardappelen, pasta of rijst bij de warme maaltijd.
Schijf van vijf
De schijf van vijf is eigenlijk heel simpel. Gezonde voeding is in vijf categorieën in te delen en deze moeten in de juiste mate dagelijks de revue passeren, t.w.
- Brood, aardappelen, pasta (5/6 sneetjes brood + 175/225 gram aardappelen, pasta)
- Zuivel, vlees, vis (kaas: 1,5 plak + 100/125 gram vlees of vis, 2x per week vis waarvan 1x vette vis)
- Groente, fruit (150/200 gram groente + 2 stuks fruit)
- Vetten, olie (25/30 gram halvarine, op alle sneetjes brood een dun laagje)
- Dranken* (1,5 tot 2 liter)
* water, melk (mager of halfvol), thee en koffie zonder iets er in etc.
Kleine hulpmiddelen/tips
- Water bij je hebben is goed, voorkom dat je dorst krijgt want dat is een teken dat je te weinig drinkt. Een flesje water moet niet continu gevuld worden, dit vanwege de bacteriën. Wissel met regelmaat van flesje.
- Probeer koolzuurhoudende drank te voorkomen, dit geeft een opgeblazen gevoel en alcohol binnen de perken houden is uiteraard ook belangrijk (niet meer als 2 glazen per dag).
- Sport je, eet dan geen zware maaltijden voor het sporten. Je maaltijd moet kunnen verteren en dus is zo’n 2 uur vooraf goed. Toch nog wat honger, neem dan alleen een boterham of zo. Dit kan tot een half uur voor het sporten.
- Beperk de koolhydraten als je ze toch niet ‘gebruikt’ en laat de verhouding van je warme maaltijd overhellen naar meer groenten.
- Chips zijn slecht, maar als je toch wat wilt nemen pak dan wat ongezouten noten. Amandelen kan je nog het beste nemen.
- Eiwitten zijn goed en gezond en besmeer de boterham eens wat vaker met bijv. cottage cheese (Huttenkase). Wil je wat meer smaak, snij dan een tomaatje klein en leg dit erop.
- Beperk zoutgebruik en vervang gewoon zout voor natriumarm zout.
- Drink vaker groene thee, tegenwoordig ook in allerlei smaakjes te krijgen.
- Als je niet sport probeer dan in de dagelijkse gang van zaken toch voldoende beweging te krijgen. Te denken valt aan de hond met een extra wandelingetje uit te laten. De trap op werk of thuis vaker te nemen en voor wat kleine boodschappen kan de fiets genomen worden of lopend. Zet desnoods een stappenteller op je riem en je krijgt een beeld van wat je loopt.
- De repen die je een (suiker)boost geven zijn snelle koolhydraten en geven je bij een flauw gevoel meteen wat je nodig hebt. Beter zijn langzame koolhydraten en bovendien zijn deze repen erg calorierijk.