De gevaren van het westerse menu
Geen enkel voedsel is echt troep of junk, maar "eten" zoals dit vaak wordt genoemd. Wat het vertegenwoordigd is energie in geconcentreerde vorm en deze uitstalling zit boordevol met potentieel gevaarlijke meervoudig verzadigde vetten, suikers en zout.
Westers eten
Het Westerse voedingspatroon, vooral gekarakteriseerd door hamburgers, kroketten, patat, milkshakes, kaassoufflés e.d., houdt grote potentiële gevaren in. Het zit barstensvol met calorieën, verzadigde vetten, suiker en zout en bevat weinig voedingsvezels. Het stelt de consument bloot aan de twee grootste aanslagen op de gezondheid van de Westerse mens, namelijk zwaarlijvigheid (obesitas) en hart- en vaatziekten. Het teveel aan energie in het Westerse menu, komt door de vetten en suikers, die zonder twijfel bijdragen aan hartkwalen.
Suikers
Suiker is niet enkel een bestanddeel van jams, koek en gebak, maar zit ook verborgen in sausen en in kant en klare vleesproducten. In feite zitten in vrijwel alle fabrieksproducten suikers verwerkt, of het nu soep of bruine bonen, saus of drankjes betreft. Kijk daarom de etiketten goed na (de suiker staat aangegeven als glucose, maltose, en ook fructose, karamel of als 'natuurlijk gezoet').
Het probleem met suiker is tweeledig. Ten eerste is het een geconcentreerde energiebron en het binnenkrijgen van verborgen suikers is nogal hinderlijk voor hen die al op het randje van overwicht balanceren. Ten tweede is suiker de enige hoofdoorzaak van
tandbederf (cariës). Als men de gemiddelde jaarlijkse suikerconsumptie per hoofd van de huidige 37 kg zou terugbrengen tot 20 kg, dan zou er minder tandplak optreden die tot tandbederf leidt.
Zouten
En in nog sterkere mate dan voor suiker treft de grootste kritiek de meeste voorbereide voedingsmiddelen, waarin zoveel zout zit. Het belang van zoutgebruik ligt daarin, dat een hoog natriumgebruik (zout is natriumchloride) verband houdt met een hoge bloeddruk. En die
hoge bloeddruk draagt weer in belangrijke mate bij aan vaatziekten die weer kunnen leiden tot hartaanvallen en beroertes. En met de ontwikkeling van een samenleving gaat ook groter zoutverbruik gepaard en in de hoog geïndustrialiseerde landen is er de tendens dat de bloeddruk stijgt met de leeftijd.
Het zoutgehalte stijgt opvallend als voedsel wordt bewerkt of houdbaar gemaakt, zoals de cijfers aantonen. Daaruit blijkt tevens het hoge zoutgehalte van kaas, boter en margarine. Naast het vermijden van voorbewerkte voedingsartikelen, kan men de zoutconsumptie het beste verminderen door bij het koken en het tafelgebruik sterk te verminderen of te vermijden. Daarnaast kunt u eveneens voedsel nemen met een lage natrium/kalium verhouding. Dat geldt voor het merendeel van verse vruchten en groenten.
Het risico van zout in voedingsartikelen is vermoedelijk niet voor iedereen gelijk. Een deel van de bevolking, mogelijk ca. 20%, is waarschijnlijk gevoelig voor zout en krijgt hierdoor problemen met de bloeddruk. Als dit in de familie al voorkomt, loopt u een verhoogde kans. Zeker als u te zwaar bent en u bent een stevig roker (20-30 sigaretten per dag).
Men zou iedereen in het Westen moeten aan raden het dagelijkse zoutgebruik van 10-13 g terug te brengen tot 8 g, of liever nog tot 3-6 g. Een van de nadelen ervan is dat u zult moeten wennen aan een wat flauwere smaak en naar lekkere kruiden moet zoeken om het eten wat hartiger te maken.
Wat echter hoop geeft is dat bij een gezond menu de behoefte aan natrium op natuurlijke wijze afneemt. Ruime consumptie van verse vruchten en rauwe groenten zal u bovendien meer kalium verschaffen. Er zijn ook enige medische aanwijzingen dat de wijziging van de natrium/kaliumverhouding net zo belangrijk kan zijn om een hoge bloeddruk te voorkomen als de natriumconsumptie omlaag te breng.
Verborgen zouten
Evenals zout, kunnen andere chemicaliën die aan bewerkt voedsel worden toegevoegd, ongewenst natrium aan het eten toevoegen. Enkele voorbeelden zijn:
- De smaakverbeteraar mononatriumglutamaat of vetsin (zout van glutamisch zuur).
- Natriumnitriet, dit wordt toegevoegd aan gehakt en vis voor het behoud van de kleur en het wordt eveneens gebruikt als conserveermiddel.
- Bakpoeder (natriumbicarbonaat), een rijsmiddel bij het bakken.
- Natriumfosfaat: een middel om het vocht vast te houden in het lichaam (opstipatie).