Sla, zijn gezonde en geneeskrachtige waarde
Sla of Lactuca sativa kennen we natuurlijk allemaal als groente. Als herborist vraag ik me ook altijd af of zulke bekende planten naast hun culinaire ook een geneeskrachtige waarde hebben.
In de natuur worden planten die op mekaar gelijken, net zoals bij mensen, ook in families ingedeeld. De familie van de samengesteldbloemigen of Compositae, waartoe ook de sla behoort, is een van de grootste uit het plantenrijk. Ze telt meer dan 1000 geslachten en zo'n 20.000 soorten. Kenmerkend voor de planten is hun bloeiwijze. Iedere 'bloem' is samengesteld uit een groot aantal kleine, buis- en/of lintvormige bloempjes. Karakteristiek zijn ook de zaden die zich ontplooien als een pluizig parachuutje. Zo kan de wind de zaden heel gemakkelijk en over grote afstanden verspreiden. Een ander kenmerk van de samengesteldbloemigen is de vorming van een wit melksap met een bittere smaak. Bekende en karakteristieke composieten zijn de margriet, de paardenbloem, de zonnebloem en de chrysant. Aan veel soorten wordt, soms terecht, een geneeskrachtige werking toegekend, aan kamille bijvoorbeeld, maar ook aan duizendblad en rode zonnehoed
Sla of Lactuca sativa
Gezien de grote omvang van de familie is het aantal soorten dat als groente wordt gegeten en door kwekers is ontwikkeld tot cultuurvariëteiten en -rassen betrekkelijk klein. Een van de belangrijkste groentesoorten, economisch gezien, is sla. Tot dit geslacht behoren verschillende typen die op grote schaal worden verbouwd. Een echte wildvorm van onze cultuursla is niet bekend. Waarschijnlijk stammen alle cultuurrassen op een of andere wijze af van de zgn. 'wilde sla' Lactuca serriola die op verschillende plaatsen in West-Europa, West-Azië en Noord-Afrika wordt aangetroffen en ook in ons land nog wel voorkomt.
Soorten sla
Sla is al een oud cultuurgewas. De eerste gegevens dateren van omstreeks 550 v. Chr. toen de plant als stoofgroente werd gegeten in Egypte en aan de Perzische hoven. Aan de afbeeldingen op oude muurschilderingen te zien ging het hier waarschijnlijk om primitieve bindslatypen. Snijsla en andere, met-kroppende slatypen zijn bekend van omstreeks het begin van onze jaartelling. In 1540 wordt voor het eerst melding gemaakt van kropsla; ijssla, of ijsbergsla, is van nog veel jongere datum en dateert uit de vorige eeuw. In grote lijnen zijn de volgende variëteiten te onderscheiden:
Stengelsla
Deze vorm is ontwikkeld in China, waar men russen 600 en 900 met het verschijnsel sla kennis maakte. Vanaf dat moment is vooral geselecteerd op planten met relatief weinig blad en een lange, vlezige stengel waarvan het merg eetbaar is. In Azië worden deze stengels bij de grond afgesneden, ontbladerd en in bossen gebonden verkocht. Een Amerikaanse zaadfirma kreeg in 1938 een beetje zaad uit Tibet en bracht het teeltresultaat in 1941 als een nieuwe groente op de markt onder de naam celtuce, een samentrekking van cellery (selderij) en lettuce (sla). Bij ons wordt deze soort meestal stengelsla genoemd.
Kropsla
is veruit de belangrijkste slavariëteit. Krop- of botersla heeft dun en zacht blad, dat na de oogst snel zijn stevigheid verliest. De bladkleur varieert van geelachtig groen ('blond') tot donkergroen. Soms bevat het celsap de stof anthocyaan, die het blad rood kleurt, vooral bij droogte en lage temperaturen. Lange tijd is de aanwezigheid van deze stof als een ongewenste eigenschap beschouwd, maar nu vinden we het juist zeer decoratief en weten we dat anthocyanen een sterke anti-oxydantwerking hebben en dus zeer gezond zijn,
IJsbergsla
is een kropslatype met een dik en knapperig blad, dat na de oogst lang stevig blijft. IJssla is in 1894 onder de naam 'Iceberg' in de Verenigde Staten geïntroduceerd. Door veredeling is in de jaren dertig het hardere type ontwikkeld dat wij nu kennen en dat goed bestand is tegen vervoer over grotere afstanden.
Pluksla
Onder pluksla verstaan we verschillende niet-kroppende slatypen met gekroesd of sterk ingesneden blad. De rassen die anthocyaan bevatten, en dus rood van blad zijn, lijken steeds populairder te worden. Vooral snijsla en misticanza worden als jong blad geoogst en in de handel gebracht.
Bindsla
is waarschijnlijk de oudste vorm van sla als cultuurgewas. De kroppen van dit type zijn langwerpig van vorm en van boven min of meer gesloten. Voor het verkrijgen van een goede geelkleuring bond men de kroppen vroeger vaak dicht, vandaar de naam. Het blad van deze sla is nogal stug en leent zich daardoor minder goed voor rauwe consumptie. Hij wordt dus meestal gestoofd.
Sla als medicijn of voedingssupplement
Slasoorten worden natuurlijk meestal als groente gegeten, maar hebben ook wel een medicinale werking. Klassiek is zijn kalmerende en zelfs pijnstillende werking, omwille van het witte melksap in stengel en bladnerven, stoffen die enigszins verwant zijn aan opium en morfine. Het werd zelfs 'sla-opium' genoemd en beschreven in de 19de eeuwse apothekersboeken.
Dodoens over sla
Ook Dodoens verwijst al in zijn Cruydboeck naar die kalmerende werking van de lattouwe, het werd niet alleen inwendig genomen om 'gherustelick te slapen' maar ook uitwendig als verkoelend en pijnstillend kompres 'gruen ghestooten sijn goet gheleyt op versche verbrantheyt eer die bleynen voortcomen ende op alle verhittinghen ende wildt vier' en zelfs om de mannelijke driften te kalmeren 'verdroocht dat manlijck saet ende verdrijft den lust van bislapen', al adviseert hij dan wel om het zaad van de doorgeschoten sla te consumeren.
Wilde sla en de cultuursla mogen wel niet met mekaar vergelijken. Een moderne krop sla bevat veel minder bittere melkbestanddelen, is dus smakelijker en minder sterk sedatief maar ook minder agressief. Het is ook niet direct de bedoeling om sla als sla-apmiddel te gebruiken, al kan het mooi passen in een hedendaagse rustgevende voeding.
Nieuwe toepassingen van Lactuca sativa
En, nieuwe modern medische toepassingen zijn zeker niet uitgesloten. Rode slasoorten worden al gekweekt, niet om in sterrenrestaurants de borden te versieren, maar om ze te verwerken tot anti-oxydant voedingssupplementen. En wat te denken van een zeer recent wetenschappelijk onderzoek waaruit bleek dat een waterig extract van Lactuca sativa een remmende werking had op sommige leukemie- en borstkankercellen. OK, je moest dat wel 3 kg sla opeten, toch is het een klein kunstje om veel sla in een sapje te verwerken of gedroogd als poeder in capsules te stoppen.