Sesam, de plant en zijn zaad
Sesam! We kennen het woord van het sprookje uit duizend en één nacht. Maar het is natuurlijk ook het harde zaad van de plant Sesamum indicum, waar we de wonderbaarlijke olie met onverzadigde vetzuren uit persen. Sesam, open mijn bloedvaten.
Sesam, Sesamum indicum, is een rechtopgaand, eenjarig kruid, 60 tot 120 cm hoog uit de familie der Pedaliaceae (sesamfamilie). Hoewel deze plant van oorsprong thuishoort in Indonesië en tropisch Afrika, wordt zij sinds mensenheugenis in de meeste warme landen van de oude wereld verbouwd om de kleine zaden, die 50% plantaardige olie bevatten.
Van oudsher werden de zaden en bladeren in Afrika en India als voedsel gegeten, terwijl in de meeste andere landen sesam altijd verbouwd werd en word voor de olie. Sesam is mogelijk het oudste toekruid dat de mens kent. Waarschijnlijk het oudste gewas dat omwille van de olie verbouwd werd. Er bestaan kronieken over de productie van sesam in de dalen van de Eufraat en de Tigris, die teruggaan tot 1600 v. C. De Egyptische naam voor sesam, sesemt, komt voor in de lijst van medicamenten, die opgesomd worden in het ruim 20 meter lange papyrus Ebers, dat op ongeveer 1550 v. C. gedateerd wordt.
Recente archeologische opgravingen in Turkije wijzen uit, dat tussen 900 en 700 v. C. in het keizerrijk Urartu (nu Armenië) sesamzaad werd gekweekt en uitgeperst om de olie te extraheren.
Sesam open u
In het verhaal van Ali Baba en de veertig rovers, uit de Sprookjes van Duizend en één nacht, was er een wachtwoord nodig om de deur van het rovershol te openen. De magische spreuk „Sesam open u" kan zo gekozen zijn, omdat de eerste lezers van Duizend en één nacht het woord sesam kenden. Of misschien omdat de sesamzaden, wanneer ze rijp zijn, plotseling uit de zaadpeulen springen met een scherpe tik, die doet denken aan het openspringen van een slot..
De Latijnse naam sesamum is afkomstig van sēsámon of sesame, een oude Griekse naam, dit is een Semitisch leenwoord die door Hippocrates uit het Arabisch is aangenomen, Arabische semsen of simsim, Aramees shūmshĕmā, laat Babylonisch shawash-shammu, dat van Assyrisch shamash-shammū, van shaman shammī, is plantenolie.
Geschiedenis van sesam
In de eerste eeuw van onze jaartelling. werd sesamolie uit Sind (Pakistan) en India via de Rode Zee naar Europa gebracht. In de middeleeuwen werd de plant in Egypte verbouwd en vanuit Alexandrie naar Venetië uitgevoerd. In 1298 berichtte Marco Polo dat de mensen in Perzië, waar men geen olijfolie had, sesamolie gebruikten bij het koken.
Het gebruik van sesam als voedingsmiddel en als spijsolie werd over Afrika verbreid en in de zeventiende en achttiende eeuw werden de sesamzaden, toen benne genoemd, door de slaven naar Amerika gebracht. Men beschouwde deze zaden als voortekens van geluk en de olie werd gebruikt als algemeen geneesmiddel en als laxeermiddel.
De plant en zijn teelt
Daar het een eenjarige plant is, wordt sesam alleen uit zaad gekweekt. Zij gedijt het best in een lichte, losse, zandige, goed gedraineerde leemgrond, bij warme temperaturen met een gematigde regenval. De plant heeft een vrij lange groeiperiode nodig (ongeveer 4 maanden) om het zaad tot rijpheid te laten komen.
De zaadpeul heeft de neiging al vroeg open te springen, waardoor de zaden eruit geworpen worden. De peulen, die onderaan de plant zitten, beginnen het eerst te rijpen, niet de bovenste. Wil men het verlies van zaad tot een minimum beperken, dan moet men met de oogst beginnen wanneer de bovenste peulen goed ontwikkeld, maar nog groen zijn. De planten worden afgesneden, in bundels samengebonden en op schoven gezet, net als graan. Na het dorsen, drogen en schoonmaken wordt het zaad opgeslagen op een plaats waar het veilig is voor knaagdieren. Onder gunstige omstandigheden is een opbrengst van 1000 tot 1500 pond zaad per hectare normaal. Om de opbrengst nog te verhogen heeft men door selectie en kruising in Venezuela en andere Latijns Amerikaanse landen sesamvariëteiten weten te kweken, die het zaad niet uitstrooien.
Het zaad van sesam
Het zaad is klein, plat, glanzend en ovaal van vorm, ongeveer 3 mm lang, 1 mm dik en al dan niet gepeld verkrijgbaar en ook in poedervorm. Het gepelde zaad is parelwit van kleur. De ongepelde zaden variëren in kleur van geel-wit tot rood, bruin en zwart.
De totale wereldproductie van sesamzaad ligt dicht tegen 4 miljard pond per jaar, waarvan het grootste deel verwerkt wordt tot olie. China is de grootste producent ter wereld. Andere belangrijke producerende landen zijn onder andere India, Ethiopië, Nicaragua, Soedan, Mexico, Guatemala, en de Verenigde Staten.
Sesamolie
Sesamzaad is voornamelijk in trek om zijn vette olie, die gewonnen wordt door uitpersen. De opbrengst varieert van 44 tot 57%. Deze vrijwel neutrale olie is lichtgeel van kleur, helder en wordt zelden ranzig. Gewoonlijk gebeurt het persen in drie stadia. De eerste koude persing geeft de beste olie, die na gefiltreerd te zijn klaar is voor gebruik; de twee volgende persingen van het residu, waarbij gebruik gemaakt wordt van warmte, leveren donkere olie van inferieure kwaliteit, die gezuiverd moet worden. De koek die na het persen overblijft wordt gebruikt als eiwitrijk veevoeder of als meststof.
In Europa en de Verenigde Staten is sesamolie van groot belang bij de productie van margarine maar ook in gebruik als sla- en bakolie van goede kwaliteit.