Slaapwandelen bij het kind
Slaapwandelen komt het meest voor bij het kind. Vanaf de leeftijd van 2 jaar kan het al ontstaan. Het vaakst begint het met een jaar of 4 of 5. Vanaf 14 jaar zijn de meeste kinderen eroverheen gegroeid. De oorzaak is niet altijd duidelijk, maar uitlokkende factoren zijn vermoeidheid, stress en het minder goed functioneren van kinderlijke hersenen. Slaapwandelende kinderen zijn te herkennen aan een glazige blik, het mompelen op een vraag en het niet in kunnen schatten van situaties. Slaapwandelen is ongevaarlijk. Het wekken van het kind kan wel gevaar opleveren wanneer het schrikt of gedesoriënteerd is.
Wat is slaapwandelen?
Slaapwandelen wordt ook wel somnambulisme genoemd. Ruim 30 procent van alle mensen heeft ooit te maken gekregen met slaapwandelen. Mensen die slaapwandelen komen vaker uit een gezin met een historie van slaapwandelaars. Ook medicijngebruik of psychische stoornissen zijn uitlokkende factoren.
Slaapwandelen wordt gekenmerkt door het rechtop zitten in bed, het rondlopen of het verrichten van handelingen waarbij de slaapwandelaar een wezenloze blik heeft. Soms reageert hij of zij op een vraag of gesprek, maar zijn de antwoorden vaak onduidelijk of niet relevant. Vroeger werd gedacht dat slaapwandelen vort kwam uit onvervulde verlangens of uit angst. Het ontstaat in de derde fase van de slaap (de non-REMslaap. Deze fase wordt gekenmerkt door een diepe droomloze slaap. Het lichaam is tijdens deze fase erg actief: we bewegen daarom veel tijdens de derde slaapfase. Geluiden van buitenaf zorgen er amper voor dat je wakker wordt. Slaapwandelen ontstaat vanuit een toestand tussen slapen en waken in. Het lichaam is actief terwijl een deel van de hersenen nog slaapt. Slaapwandelen moet niet verward worden met de
wekdroom.
Kinderen: oorzaak
Slaapwandelen komt vooral bij kinderen voor. Van alle kinderen tussen de 5 en 12 jaar oud slaapwandelt ruim een-derde minimaal één keer. Sommige kinderen slaapwandelen meerdere malen per week. Dat kinderen vaker slaapwandelen kan te maken hebben met het feit dat hun hersenen nog onvolgroeid zijn. Waarschijnlijk gaat er vaker wat mis in de fase tussen slapen en waken of treedt er een tijdelijke stoornis tussen de werking van beiden hersenhelften op. Mogelijk zou het vrijkomen van hormonen tijdens de slaap ook een oorzaak kunnen zijn. Vermoeidheid en stress zijn uitlokkende factoren. De precieze oorzaak voor slaapwandelen blijft tot nog toe onduidelijk.
Herkennen
Een kind dat slaapwandelt is te herkennen aan de volgende symptomen:
- Het reageert niet of slecht op een vraag of gesprek
- Een glazige of wazige blik uit de ogen
- Niet in kunnen schatten wat gevaar oplevert
- Het slaapwandelen duurt maximaal een uur
- Het kind is moeilijk wakkeer te maken
- Wanneer het kind wakker is, schrikt het, is verward of weet niet meer waar het is
Kind van 2, 3 en 4 jaar slaapwandelt
Het vaakst slaapwandelen kinderen op een leeftijd tussen de 5 en 12 jaar. We zien slaapwandelen soms al ontstaan op de leeftijd van 2, 3 of 4 jaar. Op die leeftijd krijgen kinderen ook voor het eerst te maken met nachtmerries. Een nachtmerrie of boze droom is voor het kind zeer beangstigend. Slaapwandelen werkt vaak verwarrend voor het kind wanneer het tijdens het slaapwandelen wordt gewekt. Het kind kan gedesoriënteerd zijn. Leidt het kind met zachte hand weer terug naar bed. De volgende dag wet het kind vaak niks meer van zijn of haar nachtelijke wandeling.
5, 6 en 7 jaar
Op deze leeftijd gaan slaapwandelende kinderen vaak verder weg van hun bed. Ze kunnen plots hun tandjes gaan poetsen, zich wassen, met speelgoed gaan spelen en soms zelfs naar buiten willen lopen. Ook deze kinderen herinneren zich vaak niks meer van hun nachtelijke wandeling. Een enkeling zal zich het nog als een vage droom herinneren, vooral wanneer het midden in de slaapwandel gewekt wordt.
8, 9 en 10 jaar
Kinderen op deze leeftijd weten vaak waar de sleutels hangen of hoe het raam werkt. Tijdens hun slaapwandel is het dan ook niet ondenkelijk dat ze het huis uit lopen. Wanneer kinderen vaak last hebben van slaapwandelen is het verstandig deuren en ramen goed gesloten te houden. Ramen die kunnen kiepen kunnen vaak 'op slot' gezet worden op deze stand.
11 t/m 13 jaar
In de meeste gevallen zal het slaapwandelen nu een stuk minder zijn. Voor deze kinderen werkt het goed om een natte handdoek naast het bed neer te leggen. Op deze manier worden ze gewekt wanneer ze uit bed stappen. Kinderen van deze leeftijd snappen het ook waarom er een natte handdoek naast het bed ligt. Ook aluminiumfolie werkt goed. Let wel op voor uitglijden.
Vanaf 14 jaar
Pubers hebben veel minder vaak last van slaapwandelen. De meeste kinderen groeien hier ook vanzelf uit. Toch kan het voorkomen dat het kind last blijft houden van slaapwandelen, zelfs op volwassen leeftijd nog. Het slaapwandelen op zich is niet gevaarlijk. Juist het moment van ontwaken kan gevaar opleveren. Het kind schrikt wakker en is verward en gedesoriënteerd. Vanuit deze situatie kunnen er gevaarlijke handelingen verricht worden. Laat een slaapwandelaar dan ook nooit schrikken wanneer hij of zij zich in een onveilige positie bevindt. Op deze leeftijd bezitten kinderen vaak ook een grotere kracht, waardoor vastpakken niet altijd het gewenste effect heeft.