Peuters en kleuters: op het potje gaan
Op de leeftijd van twee jaar wordt het stilaan tijd om te starten met potjestraining, of op het potje gaan. Vanaf deze leeftijd is je peuter rijp om te gaan beseffen wanneer het “pipi” of “kaka” moet doen. De zindelijkheidstraining verloopt niet van een leien dakje en je moet hierbij ook niets forceren. Het ene kind zal namelijk sneller klaar zijn om op het potje te gaan dan een ander kind. Eenmaal je kind overdag zindelijk is, dan moet je ervoor zorgen dat je kind ook ‘s nachts droog blijft. Er bestaan allerhande tips en trucs om de zindelijkheidstraining te bevorderen. Je kan je baby een broekje laten dragen in plaats van een luier. Ook kan je je peuter ook samen met zijn liefste knuffel op het potje zetten.
Vanaf wanneer op het potje gaan?
Vanaf de leeftijd van twee jaar is je kind klaar om aan de zindelijkheidstraining te beginnen. Het zenuwstelsel is dan genoeg ontwikkeld, zodat er een juist dag- en nachtritme kan ontstaan. Zet niet te veel druk omdat je dit zindelijkheidsproces toch niet kan forceren. Daarenboven kan het verkeerd gaan werken waardoor je peuter totaal niet meer op het potje wil gaan. Er zal een bepaald moment komen dat je kind zelf beseft wat er zich in de luier afspeelt. Als ouder kan je deze signalen heel vaak opmerken. Indien je een bepaald signaal herkent, dan is het aan de mama of papa om snel het potje tevoorschijn te halen. Na verloop van tijd zal je peuter de link maken tussen het plasgevoel en het potje.
Stap voor stap
Potjestraining kan je niet forceren. Het is een soort dagelijks ritueel zoals je - als volwassene - je tanden poetst. Echter voor peuters zijn deze zaken niet vanzelfsprekend. Het is belangrijk dat je kindje het potje leuk vindt en dat hij heel goed beseft waarvoor het dient. Je legt je peuter heel goed uit dat ook grote kindjes op het potje moeten gaan, en dat alle mama’s en papa’s op de grote wc-pot gaan. Maak er ook een gewoonte van om als ouders de woorden “pipi” of “kaka” regelmatig te gebruiken, zodat je kind vertrouwd geraakt met deze woordenschat. Indien deze woorden dagelijks gebruikt worden, dan lijkt “het potje” een onderdeel van het leven te worden.
Wat als het te laat is?
Het is uiteraard geen probleem als je peuter te laat bij het potje aankomt. Dit is heel normaal en op deze manier besef je als ouder dat je op de goede weg bent. Het feit dat je kind de reflex maakt om naar het potje te lopen, is heel positief. Deze kleine ongelukjes horen erbij. Tracht het allemaal te minimaliseren en vertel je kind dat hij of zij op de goede weg is. ’s Nachts hoef je je kind niet wakker te maken om op het potje te gaan. Het blaasvolume wordt na verloop van tijd groter, waardoor je kind de “pipi” een hele nacht kan ophouden. Het is pas aangewezen om de nachtluier uit te laten als je peuter drie nachten per week droog is gebleven.
Snel of traag zindelijk?
Bij het ene kind gaat het al wat sneller dan bij het andere kind. Het merendeel van de kinderen wordt tussen de twee jaar en de vijf jaar overdag zindelijk. Achteraf is het dan tijd om ’s nachts droog te blijven. Deze overgang gaat meestal heel snel. Eenmaal je baby overdag droog is, dan heeft het ’s nachts ook nog weinig problemen. Soms kan het echter vervelend lang duren. Algemeen wordt aangenomen dat een peuter tussen de vijf en zeven jaar zowel overdag als ’s nachts zindelijk is.
Vijf handige potjestips
- Gemakkelijke kledij: zorg voor een gemakkelijk broekje voor je peuter dat hij gemakkelijk kan opendoen of naar beneden kan trekken
- Broekje in plaats van een luier: als je kind gewoon is van op het potje te gaan zitten, dan kan je hem een katoenen broekje laten aandoen. Een natte luier wordt namelijk niet gevoeld. Echter bij een katoenen broekje zal je kind heel snel voelen dat het broekje nat is.
- Laat je kind meewerken: indien je kind op het potje “pipi” of “kaka” heeft gedaan, dan mag hij zelf meehelpen om dit in het grote potje door te spoelen. Zo kan je peuter het ganse proces van “op het potje gaan” zelf uitvoeren.
- Samen op het potje: als ouder kan je ook in hurkzit gaan zitten naast het potje. Zo doen jullie samen “pipi” op het potje. Ook kan de liefste knuffel van je kind mee op het potje. Samen op het potje zitten is zoveel leuker dan apart.
- Zorg voor een comfortabel potje: leer je kind te ontspannen op het potje. Zorg voor een leuke kleur van het potje en vermijd scherpe randen. Je kind moet met de voetjes aan de grond kunnen. Een speciale kinderbril op de grote wc-bril is in de beginfase van de potjestraining dan ook af te raden.