Leesstoornissen
Veel ouders zijn bezorgd om hun kind en willen weten of hun kind wel mee kan komen in de klas.Dit artikel richt zich op de ontwikkeling van het lezen. Tegenwoordig hoor je steeds vaker dat kinderen leesproblemen hebben. Welke voorwaarden zijn nodig voor de ontwikkeling van het lezen bij kinderen, hoe kunnen leesstoornissen ontstaan en hoe kun je kinderen met een leesstoornis begeleiden?
Welke voorwaarden zijn nodig voor de ontwikkeling van het lezen bij kinderen?
Voordat een kind kan beginnen met het leren lezen zijn er een aantal voorwaarden nodig. Het ene kind zal deze voorwaarden al vroeg onder de knie hebben, terwijl andere kinderen er een hele tijd over doen over deze voorwaarden te beschikken. De te verwerven voorwaarden:
- De taalschat: Het kind kent woorden, maar heeft hier ook een voorstelling bij. Het weet dat de hond ergens in huis is, ook al ziet het kind de hond niet. Ook weet het dat er het woord 'hond' is dat het dier aanduid en zijn voorstelling.
- De aandacht of concentratie: Het kind kan zich richten op een woord of plaatje terwijl het woord wordt uitgesproken. Het woord zal het kind willen onthouden en nazeggen als het gemotiveerd is. Er ontstaat een visueel - verbale koppeling. Het kind ziet het plaatje/ woord en hoort het tegelijkertijd. Via het geheugen onthoudt het kind dat deze twee dingen bij elkaar horen.
- Het herkennen: Het kind zal woorden of plaatjes herkennen, doordat het steeds op dezelfde manier terugkomt. Denk aan een kleuter die doet alsof hij leest: hij herkent een boek als iets waar je in leest en begint te praten, ook al houdt hij het boek op zijn kop. Het echte lezen zal straks ook herkennen zijn, namelijk de woorden die in bepaalde volgorde een word voorstellen.
- Het onderscheiden en het zien van verschillen: Het kind ziet verschillen in plaatjes (visuele discriminatie) en hoort verschillen in woorden (auditieve discriminatie). Het gaat hier dus niet meer om het herkennen maar om het ontdekken van verschillen. Dit is erg belangrijk voor de ontwikkeling van het lezen, aangezien het kind de verschillen in de combinaties van letters moet onderscheiden.
- Het zich herinneren: Het kind herinnert zich wat het woord of plaatje betekent en kan hetgeen het oproept tekenen, schrijven, zeggen of spellen. Hetgeen gehoord of gezien is hebben ze eerder gehoord of gezien. Ze herkennen het (recognitie) en kunnen het reproduceren (dus laten zien of horen).
Hoe kunnen leesstoornissen ontstaan bij kinderen?
Er zijn voor het ontstaan van leesstoornissen bij kinderen twee soorten mogelijke oorzaken. De oorzaak kan liggen binnen het kind, maar ook kaan het liggen aan de invloeden van buitenaf. Beiden nader benoemd:
Oorzaken die binnen het kind zelf liggen:
- Erfelijke eigenschappen kunnen het kind belemmeren zich te ontwikkelen op het gebied van lezen. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat het kind geen details kan herkennen.
- Eigenschappen die het kind later heeft gekregen, door bijvoorbeeld beschadiging van de hersenen. Dit zijn dus later verkregen aandoeningen.
- Het kind is niet gemotiveerd. Als de ouders het kind niet stimuleren of als het kind nooit leuke ervaringen heeft gehad met lezen zal het ook geen behoefte hebben het zelf te leren.
- Het kind heeft een negatief zelfbeeld en denkt daarom van tevoren al dat het nooit zou kunnen leren lezen. Het geeft de moed al op voor het geprobeerd te hebben.
Oorzaken die vanuit de omgeving kunnen komen:
- Een oorzaak zou gezocht kunnen worden in de mogelijk vertraagde of verstoorde ontwikkeling van de taal.
- Het kan liggen aan de werkwijze op school en/ of aan de werkwijze thuis.
- Het kan liggen aan de methodes waarmee basisprincipes worden aangeleerd.
- Het kan liggen aan het pedagogisch en didactisch gedrag van leerkrachten en/ of ouders.
Hoe kun je kinderen met een leesstoornis begeleiden?
Als een kind een leesstoornis heeft zullen ouders en leerkracht het kind zo goed mogelijk willen begeleiden. Hieronder staan een aantal punten omschrijven die voor de ontwikkeling van het kind erg belangrijk zijn.
- Het is belangrijk het kind diagnosticerend te onderwijzen. Dit houdt in dat u en de leerkracht nagaan welk aspect van het leerproces mislukt. Samen controleert u steeds of uw kind de instructie begrepen heeft, wat het al beheerst en waar er in het leerproces iets misgaat. Het leerproces wordt voortdurend gecontroleerd, getest en bijgesteld om nieuwe, aangepaste instructie te kunnen geven.
- Het reageren van de omgeving is erg belangrijk voor het kind. Zie het probleem als uitdaging en straal hulpvaardigheid uit. Deze instelling kan veel overbodige problemen voorkomen.
- Het is erg belangrijk een sociale leeromgeving en een klassensfeer die coöperatief samenwerken voorop te stellen in plaats van een concurrerende leeromgeving. Er zal een sfeer ontstaan die de leerling met leerproblemen wil helpen, waardoor het beter binnen de boot te houden is.
- Het hanteren van goede pedagogische en didactische principes thuis en binnen de school en klas zijn belangrijk.
- De leertaken die het kind moet uitvoeren moeten aangepast zijn op zijn of haar eigen niveau.
- Er moeten alternatieve leerroutes aan te bieden zijn.
- Een belangrijk punt is de compensatiegerichte training, waarbij het kind geholpen wordt door gebruik te maken van die vaardigheden waarmee het succesvol presteert en waaraan het zijn zelfvertrouwen ontleent. De manier waarop het kind het beste leert wordt maximaal gebruikt om het kind te helpen.
- Correctief of remediërend, de training zal zich vooral op de zwakke punten richten, maar wel gebruik makenen van ondersteuning door sterkere functies in te schakelen.