Kinderen die hun seksualiteit ontdekken
Kinderen ontdekken op een gegeven moment hun seksualiteit. Het lijkt wat jong, maar kinderen in de leeftijd van 3 tot 5 zijn bezig met de ontdekking dat ze ofwel jongen of wel meisje zijn en dus hun kinderseksualiteit. Daar over praten is belangrijk zodat ze leren dat seks geen onbespreekbaar punt is. Maar hoe noem je geslachtsdelen bijvoorbeeld zonder dat het grof of raar wordt? Wat doe je als kinderen op zoek gaan naar hun seksualiteit?
Kinderen merken al jong dat ze verschillende geslachtsorganen hebben
Kinderen die met hun ouders of hun broertjes of zusjes in bad gaan of onder de douche komen er al snel achter dat er verschillen zijn. Meisjes merken in de leeftijd tussen 3 en 5 jaar op dat zij geen piemel hebben. Jongens bemerken dat zij iets anders hebben dan hun moeder of hun zusje. Vaak gebruiken ze daarvoor de meest mooie en zelfbedachte namen, maar vaak kloppen die namen voor geen kant. Maar hoe noem je die onderdelen van een kind dan? Een kut noem je het niet bij een kind van tussen de 3 en 5 en vagina is een veel te moeilijk woord voor zo’n kleintje. Dat geslachtsdelen ook voor kleine kinderen een duidelijke naam moeten hebben, daarover zijn de geleerden het wel eens. Het wegmoffelen betekent dat het een taboe wordt. En dan wordt het dat later waarschijnlijk ook. Wie als ouders bovendien met z’n kinderen over seksualiteit kan praten, leert ze ook dat ze vragen kunnen en mogen stellen.
Uitleggen aan kinderen waar geslachtsdelen voor zijn is belangrijk
Bij zo’n goed gesprek tussen een volwassene en een kind horen ook de benamingen van waar die geslachtsdelen voor zijn. Heel ingewikkeld hoeft dat natuurlijk niet. Voor meisjes is het belangrijk om te weten dat ze een gaatje hebben waaruit ze plassen en een gaatje waaruit ze later baby’s kunnen krijgen. Jongens mogen weten dat ze met hun piemel plassen en dat ze later met die piemel ook baby’s kunnen maken, samen met een meisje.
Bedenk een naam voor de geslachtsdelen van het kind
Dat een geslachtdeel een naam heeft is belangrijk. Het maakt het bespreekbaar, maar ook duidelijk. Bovendien kunnen daardoor ook zaken als misbruik benoemd worden. Als ouders hun kinderen meegeven dat niemand aan hun geslachtsdelen mag zitten als zij dat niet willen, dan is dat heel duidelijk. Maar dan moeten die kinderen wel weten wat papa en mama bedoelen. Ouders kunnen met hun kind zelf wel een naam bedenken, waardoor zij zelf weten waar het om gaat. Jongens noemen hun geslachtsdeel overigens al snel piem of piemel. Voor meisjes ligt dat woord toch altijd wat moeilijker. Veel van hen noemen dan plasser, maar dat impliceert dat de geslachtsdelen alleen maar daar voor bedoeld zijn. Ook spleetje blijkt redelijk vaak te worden gebruikt. Maar het kunnen ook mooie woorden zijn als roosje of doosje.