Kinderschoenen passen
Hoe weet je of een kinderschoen goed past? En wanneer word het kindervoetje te groot voor de schoen, zodat het tijd is om weer nieuwe schoentjes te kopen? Antwoord op deze vragen vind je hier. Want wie de schoen past, trekt hem aan.
Kindervoetjes
Voor het eerst schoentjes aan doen, het ziet ineens heel anders uit. De meeste mensen beginnen hiermee wanneer het kind nog niet kan lopen. Dit is ook helemaal geen probleem, de schoentjes hebben dan als doel om het kindervoetje warm te houden. De eerste schoentjes zijn vaak van zacht materiaal gemaakt en makkelijk aan te trekken. Meestal zijn ze met klittenband te openen en sluiten. Deze schoentjes hebben nog geen echte maat, maar hebben de maattabel in maanden weergegeven. Dit is dan vaak 0-6 maanden en 6-12 maanden. Om te leren lopen, zijn deze schoentjes niet echt ideaal: ze bieden geen steun en vaak zijn de zooltjes heel erg glad. Laat het kind thuis lekker op sokjes met anti-slipzooltje leren lopen. Zo vind het kind zijn eigen steun.
Eerste loopschoentjes
De kleinste maten stevige schoentjes beginnen bij maat 18. Sommige winkels beginnen pas bij maat 19 of 20. Tegenwoordig zijn kinderschoentjes overal wel te verkrijgen, ook bij de goedkoperezaken als Schoenereus, Massa of Scapino. Wie bij dit soort zaken schoenen koopt, zal al snel merken dat het er aan service ontbreekt. Of vaak aan kennis van zaken. Bij een goede schoenenzaak worden de kindervoetjes opgemeten en hoef je zelf niks te doen voor het aanpassen, maar daar betaal je dan ook naar. In deze duurdere zaken kunnen de prijzen van kinderschoenen wel tot vier keer hoger liggen. Voor mensen met een niet zo dikke beurs, is het daarom fijn dat er goedkopere schoenenwinkels zijn. Alleen moet men dan wel zelf op een aantal dingen letten bij de aanschaf van kinderschoentjes:
Kinderschoenen kopen
Let ten eerste op het materiaal waar het van gemaakt is en de stevigheid. Er zijn schoenen van leder of nepleder, maar ook schoenen van canvas. Stevige schoenen geven als eerste stappertjes wat meer steun aan de kindervoeten. Let ook op de zool: deze moet ook stevig zijn en mag niet al te makkelijk ombuigen. Een zool die dubbel gevouwen kan worden, geeft geen stevigheid. Eerste schoentjes kunnen beter geen hoge schoenen zijn. Deze schoenen zijn vaak ook een stuk zwaarder in gewicht. Het kind moet wennen aan het lopen met schoenen aan, en wanneer deze een extra gewicht mee moeten dragen, zal het kind al gauw geen plezier meer hebben in het lopen met schoenen. Kies dus voor schoenen die niet boven de enkel uitkomen. Laarsjes voor meisjes, al zien ze er nog zo schattig uit, zullen nog even moeten wachten, evenals de "boots" voor jongens. Let ook even op de keus voor klittenband of veters. Veterschoenen als eerste schoenen geven vaak alleen maar last: de veters schieten los en het kind valt op de grond. Klittenband is voor peuters ook heel goed zelf open en dicht te maken en dat maakt ze alleen gelijk heel trots.
Schoenen passen
Iedere schoenenzaak, ook de goedkopere, heeft een apparaat waarmee men de maat kan opmeten van het kindervoetje. Zet het kind hierop en laat het goed met de hakken tegen de achterkant staan. Schuif de maatlat tegen de tenen aan. Let erop dat het kind de tenen niet krult. Rond altijd naar boven af, dus bij maat 19.4 neem je 20. Koop geen schoenen op de groei, maar neem de juiste maat. Nou kan het per schoen wel verschillen of deze past of niet. Pas daarom ook altijd de schoenen. Trek beiden schoenen aan en let erop dat deze makkelijk aan kunnen. Wanneer je alleen al tien minuten bezig bent om de voet in de schoen te wringen, is deze waarschijnlijk te klein en kies je liever een andere schoen of een grotere maat. Let goed op de breedtemaat; sommige kinderen hebben bredere voeten en passen niet in smalle schoenen. De schoen mag niet stroef aangaan en niet knellen. Laat het kind vervolgens op beiden voeten staan en duw je vinger tussen de hak en de achterkant van de schoen, in de schoen dus. Je vinger moet er tussen passen. Wanneer er meer ruimte over is dan 1 vinger, is de schoen te groot. Wanneer je je vinger er niet tussen krijgt, is de schoen te klein. Zit de schoen goed, maak hem dan dicht en laat het kind erop lopen, desnoods rennen. Het kind moet zich er makkelijk bij voelen. Bij hele jonge kinderen is dit moeilijk te vragen, maar je ziet vaak wel of ze het fijn vinden zitten of niet. Geef het kind anders een aantal minuten de tijd om te wennen. Bij peuters helpt het vaak als je vraagt: " zijn dit snelle schoenen, hoe hard kan jij rennen?" Vaak renen ze dan al als een dolle door de winkel. Let dan goed op de bewegingen die ze maken, bij te zware schoenen zie je ze vaak een zijwaartse beweging maken omdat ze moeite hebben met het optillen van de voet. Wanneer het kind zegt dat het pijn heeft aan de schoen, kan dit zijn omdat de schoen knelt, of omdat het onwennigheid is. Probeer dan eerst een andere schoen of een andere maat.
Wanneer nieuwe schoenen kopen
Controleer regelmatig de maat van de schoenen bij je kind, ze groeien er eerder uit dan je denkt. Een kind van 3 jaar heeft vaak al vanaf de eerste maat schoenen, maat 18, al tien maten achter de rug. Dit zijn tien maten schoenen in twee jaar tijd. Dit geeft aan hoe snel kindervoetjes groeien. Leg dus regelmatig een vinger tussen de hak en de schoen en controleer of deze nog goed zit. Een andere methode om te ontdekken of het kind toe is aan nieuwe schoenen, is het vallen. Wanneer het kind plotseling wel erg vaak valt, dan zijn de schoenen zeer waarschijnlijk te klein geworden. Tijd om naar de schoenenwinkel te gaan.