Het opvoeden van peuters - zindelijkheidstraining

Veel ouders vinden het erg belangrijk dat hun peuter snel zindelijk wordt. Het scheelt immers een hoop gedoe. Maar het gaat niet altijd zo makkelijk, het ene kind is sneller zindelijk dan het andere kind. Soms denken ouders zelfs dat het nooit zal lukken. In dit artikel lees je alles over de zindelijkheidstraining.

Zindelijkheid is meer dan willen

Allereerst moet de peuter er zelf lichamelijk toe in staat zijn om zindelijk te worden. Het automatisch laten gaan moet overgaan in het leren zelf beheersen van de sluitspier. Wanneer een kind zo tussen de anderhalf en twee jaar oud is begint een kind zich bewust te worden over het gevoel dat de blaas vol is. Pas wanneer het kind zich hier bewust van is kan het zijn plas enige tijd ophouden en kan het automatisme vervangen worden door iets wat het kind zelf leert beheersen. Het is dus erg belangrijk te realiseren dat de meeste kinderen rond twee jaar er aan toe zijn om dingen in de juiste volgorde te leren. Zeggen dat het moet plassen/drukken, de pot halen of naar de wc gaan en vervolgens daar de broek naar beneden doen.

Wanneer de peuter in een dwarse periode zit dan kan het wellicht moeilijker zijn om met de zindelijkheidstraining te beginnen. Wanneer de peuter niet wil meewerken is het zonde om er energie in te steken omdat het zeer waarschijnlijk toch niet zal lukken.

Sommige peuters vinden de grote mensen wc erg interessant en willen veel liever daarop hun behoefte doen dan op het potje. Dit kan makkelijk door het plaatsen van een kinderbril. Zet het kind regelmatig op de wc, maar laat het dan niet te lang zitten. Dit kan ervoor zorgen dat het een nare ervaring voor het kind wordt. Wel kunt u het kind een keer naar de wc meenemen en laten zien wat de bedoeling is. Probeer momenten te vinden waarop het kind ontspannen op het potje of op de wc wil zitten. Dit kan bijvoorbeeld na het eten, voor het eten of na het middagslaapje zijn. Wanneer het zomer is is het een goed idee om het kind een tijdje geen luier om te doen. Zo merkt het kind veel beter dat de broek nat is.

Problemen die kunnen voorkomen

Veel kinderen zijn bang voor de wc. Ze denken dat ze erin kunnen vallen en dat ze worden meegespoelt. De overgang van het potje naar de wc moet dan ook in kleine stappen gaan. Zet het potje eerst naast de wc, zodat de kind aan de grote wc kan wennen. Ook zijn er kinderen die moeite hebben met hun ontlasting, ze zien dit als iets van hunzelf en hebben er moeite mee om het los te laten. Het gebeurt heel vaak dat kinderen het eng vinden om iets van hunzelf in de wc los te laten, hun plasje of poepje, en het vervolgens ook nog weg te spoelen. Ga hier ontspannen mee om. Niet teveel ophef en een rustige houding maakt het voor het kind al een stuk makkelijker.

De zindelijkheidstraining staat voor het kind in het grote geheel van het groter worden. Het is een heel erg belangrijk deel van de opvoeding. Het is een belangrijke ontwikkeling bij het kind. Probeer tijdens de zindelijkheidtraining rustig te blijven en zet er geen druk achter. Wordt niet boos op het kind wanneer het even fout gaat. Twijfel niet aan jezelf en heb er vertrouwen in dat het uiteindelijk allemaal goedkomt!