Eetproblemen bij jonge kinderen en de gevolgen daarvan
Eetproblemen komen veel voor bij jonge kinderen. Meestal gaan deze problemen vanzelf weer over. Als een eetprobleem langdurig is, kan dit echter gevolgen hebben op de korte en de lange termijn. Hieronder staat beschreven welke eetproblemen voor kunnen komen bij jonge kinderen en wat de gevolgen kunnen zijn.
Eetproblemen bij jonge kinderen
Hofman (2006) schrijft dat de term eetproblemen moeilijk te definiëren is, omdat het een subjectief begrip is waarbij zowel kind-, ouder- als omgevingsfactoren een rol spelen. Wel beschrijft zij een aantal, door anderen gegeven definities en omschrijvingen:
- Messer (1980) noemt een aantal uitingen van moeilijk eetgedrag, zoals zeer weinig eten, zeer traag eten, een zeer kieskeurig en grillig voedselpatroon hebben, bepaalde voeding weigeren in de mond te nemen of door te slikken, slikangst en slikfobie.
- In de DSM-IV-TR worden een aantal eetstoornissen bij jonge kinderen genoemd, namelijk pica (het innemen van oneetbare stoffen), ruminatie (doorgeslikt voedsel ophalen en herkauwen) en ‘voedingsstoornis op zuigelingen- of kinderleeftijd’ (voorheen ‘failure to thrive’, waarbij het kind er niet in slaagt voldoende te eten en te groeien.)
- Chatoor (2002) beschrijft ‘infantile anorexia’, een verfijning van de ‘voedingsstoornis op zuigelingen- of kinderleeftijd’ in drie subtypen:
- voedingsstoornis van de homeostase of zelfregulatie: ontstaat in de eerste drie maanden en kenmerkt zich door een onregelmatig voedingspatroon en een beperkte afstemming tussen moeder en kind;
- voedingsstoornis van de hechting of van de wederkerigheid tussen moeder en kind: ontstaat tussen drie en acht maanden en kenmerkt zich door het ontbreken van gedeeld plezier en actieve onderlinge betrokkenheid in de voedingsinteractie;
- voedingsstoornis van de separatie en individuatie: ontstaat tussen zes maanden en drie jaar en kenmerkt zich door de strijd om macht en onafhankelijkheid van het kind.
- Bryant-Waugh et al. (1993) ontwikkelden een aanvulling op de DSM-categorieën, namelijk:
- food refusal: komt veelal voor bij jonge kinderen en vormt geen serieuze bedreiging voor gewicht en gezondheid. Het betreft een voorbijgaand gedragsprobleem;
- selective eating: het kind heeft een opvallend eenzijdig eetpatroon van vaak een aantal koolhydraatrijke producten. Dit eetgedrag beperkt vooral het sociaal functioneren;
- food avoidence emotional disorder: een emotionele stoornis met als belangrijkste symptoom voedselweigering, waarbij ondergewicht kan optreden;
- pervasive refusal: de voedselweigering is deel van een weigerpatroon dat ook op andere levensgebieden speelt, zoals praten, lopen en persoonlijke verzorging. Vaak gaat hier een ernstig trauma aan vooraf;
- appetite loss secundary to depression: verminderde eetlust vanwege een depressie.
Mogelijke gevolgen van een eetprobleem
Een langdurig eetprobleem bij jonge kinderen kan leiden tot verschillende gevolgen. In dit artikel worden de vier meest voorkomende gevolgen behandeld, namelijk een verstoring van de groei, een tekort aan voedingsstoffen, een verstoring van de relatie tussen ouders en kind en eetproblemen op latere leeftijd.
Verstoring van de groei
Kinderen die een korte periode minder eten blijven meestal normaal groeien. Als kinderen een langere periode minder eten, dan begint meestal eerst het gewicht af te wijken van de normale groeilijn en na ongeveer een of twee jaar verminderde gewichtstoename neemt ook de lengtegroei af. De groeivertraging is het gevolg van een aanpassing van het lichaam aan de tekorten in de voeding, zodat de behoefte aan voeding en de voedselinname zoveel mogelijk in evenwicht worden gebracht. Als er sprake is van een milde groeivertraging, dan kunnen deze kinderen wel gezond zijn. Als het eetpatroon weer normaal wordt, dan treedt over het algemeen inhaalgroei op.
Tekort aan voedingsstoffen
Als kinderen een langere periode bepaalde voedingsmiddelen weigeren, dan kunnen specifieke tekorten ontstaan. Bij jonge kinderen is dat vaak een gebrek aan ijzer, waardoor bloedarmoede optreedt. Meestal komt dit door het innemen van teveel melkproducten en daardoor te weinig groenten, vlees en granen.
Verstoring van de relatie tussen ouders en kind
Ook de verhouding tussen de ouders en het kind kan onder druk komen te staan door de eetproblemen. Spanning en (over)bezorgdheid bij de ouders over de gezondheid van het kind spelen daarbij een rol. Ook kunnen ouders zich afgewezen of aangevallen voelen, niet alleen door hun kind maar ook bijvoorbeeld door de partner of door de omgeving. Het niet uitkomen van bepaalde verwachtingen kan leiden tot vermoeidheid, irritatie, teleurstelling, schuld en schaamte. Het kind, of diens broers of zussen kunnen de spanningen van de ouders opmerken en daardoor reactief gedrag gaan vertonen, zoals opstandigheid, onrust, claimen, drift of stil worden en terugtrekken. Soms veroorzaakt een eetprobleem zelfs sociale isolatie doordat bezoek aan familie, feestjes, restaurants of schoolactiviteiten worden vermeden.
Eetproblemen op latere leeftijd
Uit een langlopend onderzoek uitgevoerd door Marchi et al. (1990) naar de relatie tussen eetgedrag op jonge leeftijd en eetproblemen in de adolescentie, blijkt dat selectief eten en spijsverteringsproblemen bij jonge kinderen een verhoogd risico vormen voor het ontstaan van ‘anorexia nervosa’ op latere leeftijd. Pica (het innemen van oneetbare stoffen) en problematisch eetgedrag verhoogt volgens het onderzoek de kans op ‘boulimia nervosa’. De bevinden van Marchi et al. (1990) worden overigens wel tegengesproken door Noordenbos (1990) die geen verband vond tussen eetproblemen op jonge leeftijd en het ontwikkelen van eetstoornissen op latere leeftijd.