Eenkennigheid bij baby’s
Van de één op de andere dag is het gebeurd: je baby is eenkennig geworden. Was je kleine altijd spontaan en vrolijk, dan kan hij plotseling veranderen in een baby met een angst voor iedereen behalve zijn ouders. De fase van eenkennigheid is aangebroken. Wat te doen?
Eenkennig
Tot een half jaar voelt een baby zich één geheel met zijn ouders. Hij maakt geen duidelijk onderscheid tussen de mensen om hem heen, hoewel hij waarschijnlijk wel meer voorkeur heeft voor zijn ouders en directe familieleden om hem heen. Maar over het algemeen wordt iedereen vrij positief benaderd. Dit komt omdat de baby denkt dat iedereen om hem heen voor hem zorgt, hem kan voeden en troosten. De wereld draait om hem! Ook begrijpt hij niet het verschil tussen blijven en weggaan. Voor zijn idee zijn mensen nooit helemaal afwezig. Ook zal hij niet snel iemand missen. Wie uit zijn beeld verdwijnt, bestaat niet meer.
Eenkennigheid gaat samen met een sprong in de ontwikkeling van je kind. Tussen de zesde en negende maand ontdekt je baby dat hij een
zelfstandig mens is. Hij gaat inzien dat hij afhankelijk is van de mensen dicht bij hem, meestal zijn ouders. Als deze mensen uit zijn beeld verdwijnen en afwezig zijn, kan dit reden zijn tot paniek. Het kindje gaat zijn ouders missen. Daarbij kunnen de mensen die buiten zijn vertrouwde kringetje vallen, ineens een grote
bedreiging vormen. Een kindje gaat beseffen dat er een grote wereld om hem heen bestaat en dat er dingen zijn die hij niet in de hand heeft. Het gevolg is dat hij zich heel kwetsbaar voelt en heel
afhankelijk van zijn ouders.
Eenkennigheid is een normaal verschijnsel, maar bij de ene baby houdt dit langer en/of heftiger aan dan de andere. In het ergste geval wil je baby pertinent niet dat je uit zijn beeld verdwijnt en kan het erg overstuur raken wanneer het in aanraking komt met onbekende mensen of een onbekende omgeving. Het kan voor jezelf een moeilijke en frustrerende periode zijn. Toch blijft de ergste paniek meestal niet langer aan dan een paar weken. Je baby kan daarna nog
verlegen zijn voor vreemden, maar meestal blijft het daarbij. Er zijn ook zuigelingen die helemaal niet eenkennig zijn.
Wat te doen bij eenkennigheid?
Je baby moet twee dingen leren: dat zijn ouders of dat dingen even weg kunnen zijn en dat vreemden niet direct bedreigend zijn. Een paar tips:
Spelletje
Maak er een kiekeboe spelletje van. Ga even de kamer uit, steek je hoofd dan om de deur en roep: kiekeboe! Verstop je achter de bank of doe een doekje over het gezicht van je baby… steeds kom jij weer terug. Zo leert je baby dat je niet helemaal weg bent als hij je niet ziet. Laat ook vaak je stem horen als je baby je niet kan zien. Dan weet hij dat je er toch bent en kan hij steeds langere perioden overbruggen zonder de afwezigheid van zijn vader of moeder.
Wennen aan vreemden
Licht bezoek van te voren in over de eenkennigheidfase van je kindje. Laat ze je baby voorzichtig en vriendelijk benaderen. Je kunt hem bijvoorbeeld even op schoot nemen, terwijl het bezoek er is. Ze kunnen de baby het beste niet direct aanraken, maar laat ze met vriendelijke woordjes en wat speeltjes het vertrouwen winnen.
Ritueel
Je kindje kan ontzettend veel moeite hebben met afscheid nemen, bijvoorbeeld als je hem of haar bij een ‘vreemde’ oppas bij het kinderdagverblijf achterlaat. Neem dan op een duidelijk manier afscheid en maak er een vast ritueel van.
Hoe meer je hem met deze dingen vertrouwd raakt, hoe sneller de fase van eenkennigheid voorbij gaat. Als hij rustig aan nieuwe mensen went, zal hij sneller zijn angst voor vreemden overwinnen. Hoe meer je baby inziet, dat jij altijd weer bij hem terug komt, hoe makkelijker deze periode voor hem is. Net als je het niet meer ziet zitten, kan je baby ineens als een blad aan een boom omslaan en weer de vrolijke baby zijn die hij altijd was.