Participatiemaatschappij: kwaliteit leven vs. dure medicatie
Vanaf het moment dat de staat onze verzorging in handen heeft genomen, hebben wij als burger er overmatig gebruik van gemaakt. We vertrouwen er automatisch op dat alles tot in de puntjes is geregeld en dat is tot op zeker hoogte tot nu ook zo geweest. Door een vergrijzende maatschappij en slechte overheidsbegroting is hieraan een einde gekomen. Het land is van een verzorgingsstaat in een participatiemaatschappij overgegaan, waarbij de burger meer inzet bij verzorging moet tonen. Wat voor invloed heeft deze ontwikkeling op het kwaliteit van leven van zieken en hoe verhoudt dit met de vergoeding van dure medicatie?
Participatiemaatschappij en kwaliteit van leven
Verzorgingsstaat
Sinds de doorvoering van het AOW-recht in 1957 door minister Drees hebben werknemers vele verworvenheden verkregen. De staat had de taak op zich genomen om goed voor de burger te zorgen, door op vele vlakken financiële stimulans door te voeren. Dit heeft zijn hoogtepunt gehad tijdens de jaren zeventig, omdat gas in het land werd ontdekt. De geldelijke middelen waren enorm en dus had de overheid onder premier Den Uyl ook iets om weg te geven. Met het verstrijken van de tijd is duidelijk geworden dat het systeem niet werkt, omdat de overheidsbegroting op orde moet zijn.
Het is voorbij: participatiemaatschappij!
Voorgaande systeem is onhoudbaar geworden, omdat de demografische ontwikkeling binnen ons land uitermate ongunstig is. De grote baby-boom na de oorlog zorgt ervoor dat er een steeds grotere groep ouderen komt, terwijl het aandeel werkenden relatief afneemt. Er komt dus steeds meer financiële last bij de werkende groep te liggen en dat is bij ongewijzigd beleid onhoudbaar. Om daar verandering in te brengen moet het systeem van overheidswege worden veranderd. Zeker de mate van
zorg wordt aan banden gelegd en zullen vanzelfsprekendheden minder vanzelfsprekend zijn. Men spreekt over de participatiemaatschappij, waarbij meer van de burger wordt verwacht en de medische zorg wordt uitgekleed. Wat voor invloed heeft deze ontwikkeling op de verstrekking van medicatie aan ouderen of ernstig zieken?
Levensreddend
Enerzijds bestaat er
medicatie, waarmee het leven duurzaam kan worden gered. Het betekent dat de patiënt na een vermoedelijk herstel weer jarenlang mee kan doen aan het arbeidsproces of nog lang van het leven kan genieten. Het gebruik van dit soort medicatie is zeer positief voor de burger en maatschappij. Is men ziek en er kan middels een duur medicijn het leven worden gered (denk aan een chemokuur of bestraling) dan is het voor iedereen duidelijk dat het een toegevoegde waarde op het leven heeft. Voor vele ziekten en aandoeningen bestaat goede behandeling, waarbij goede kans op volledig herstel van toepassing is. Deze medicatie is een noodzakelijke en verstandige investering in de
gezondheid van de bevolking.
Behandeling van ongeneeslijke ziekten
Anderzijds is er de manier hoe er wordt omgegaan met ongeneeslijke ziekten. Het vormt het andere uiterste van voorgaande voorbeeld. Ondanks dat het leven niet kan worden gered, zal medicatie worden toegediend om de kwaliteit van het
leven te verbeteren. Het behandelingstraject heeft tot doel om de mate van pijn te verminderen, zodat alles dragelijk is. Omdat bij de participatiemaatschappij ook hier meer in handen van de eigen familie wordt gegeven, zal met de tijd minder geld aan behandeling worden gegeven. Oftewel medicinale vergoedingen nemen af of worden voor een beperkte termijn verstrekt. Zeker als er sprake is van onredelijk dure medicatie. In dit geval komt de maatschappij op een lastige balans tussen kwaliteit van leven middels medicijnverstrekking of het schrappen daarvan. Dit is zeker het gevaar dat op de loer ligt bij het verergeren van een participatiemaatschappij.
Uitstel en lijden
Voor een derde groep patiënten geldt weer iets anders. Dit is de groep waarvoor het leven uitzichtloos is en de persoon wel snel komt te
overlijden. Ondanks deze omstandigheid wordt er vaak middels medicatie getracht om goede behandeling te geven, echter in praktisch alle gevallen eindigt het onverhoopt. In sommige gevallen wordt er tegen willens en wetens dure medicatie gegeven, zodat het leven nog enkele weken wordt gerekt. Daarbij geldt vaak dat de patiënt nog met relatief veel pijn en moeite door die periode heen moet gaan, alvorens te sterven. Het is binnen deze groep patiënten zeker de vraag of de emotionele band niet eerder moet worden losgelaten, zodat die persoon wel in vrede heen kan gaan.
Kosten en baten
Zeker bij de laatste groep - waarbij het lijden wordt verlengd en het overlijden even wordt uitgesteld - is het de vraag of die onkosten wel moeten worden gemaakt. Het lijkt een ‘nutteloze’ stap om het lijden te verlengen, terwijl het ook anders kan. Uiteraard is het een gevoelige afweging dat moet worden gemaakt, echter de verhouding kosten en baten zal hier zeker tegen het licht moeten worden gehouden. Zorg zou juist in diegene moeten worden geïnvesteerd, waarvoor het veel levensvreugde oplevert. Probleem hierbij is wie maakt het besluit om wel of niet medicatie te vergoeden, omdat het de beslissing om (tijdelijk) leven en de
dood gaat. Uiteraard zal een dokter de verstandige beslissing moeten doen, waarbij de kans wel groot is dat de beslissing wordt geleid door de eisen van de verzekeringsmaatschappij. Dat is het onvermijdelijke van kostenbesparing binnen de zorg en heeft consequenties op medicatie voor
terminale patiënten.
Euthanasie en hulp versterven
De maatschappij veroudert en daarbij neemt het aandeel onnodig lijden ook toe. Indien een participatiemaatschappij compleet wordt uitgewrongen dan zal men in toenemende mate overgaan tot euthanasie. Daarbij wordt de uitdrukkelijke wens van de patiënt om niet onnodig te lijden te laten stoppen, door vroegtijdig het leven op een humane manier te beëindigen. Door politieke veranderingen zal hier mogelijk noodgedwongen vaker van gebruik worden gemaakt. Indien er meer van de burger als participatiemaatschappij wordt gevraagd dan is het ook logisch, dat de mogelijkheden voor
euthanasie worden vereenvoudigd (binnen de scherpe eisen). Daarnaast geldt dat hulp bij het sterven niet strafbaar moet zijn, omdat de partner of familielid participeert.
Toekomst
Omdat het de verwachting is dat de zorg over het algemeen maar duurder wordt bij een ouder wordende
maatschappij, zullen verworvenheden steeds verder in de verdrukking komen. Er zal in toenemende mate worden beknibbeld op verschillende vormen van zorg. De zorg is tot dusver uit handen gegeven aan de staat, echter zal steeds vaker en meer weer aan familieleden worden teruggegeven. Afhankelijk van de financiële toestand van het land zal de zorg steeds meer worden uitgewrongen, tot het punt er slechts in noodgevallen
hulp wordt geboden. Medicatie kan dan worden gegeven, echter voor de overige gevallen valt men terug op hulp van de medemens.
Lees verder