Bewustwording door jezelf te observeren
In onze drukke bezigheden van alledag zijn wij over het algemeen gewend om vooral vanuit ons hoofd te denken. We denken veel na over wat er daarstraks is gebeurd en wat we daarmee moeten doen. Of over iets wat staat te gebeuren, en waar we ons druk over maken. Een deadline, een feestje, een gesprek, een toets, een onderzoek bij de dokter. Daardoor missen we een groot deel van de tijd wat we waarnemen en voelen in het hier en nu. Als we ons daar meer bewust van worden, kunnen we veel beter sturing geven aan ons leven. De eerste stap in deze bewustwording is om beter naar jezelf te gaan kijken: de zogenaamde zelfobservatie.
Lichaam en geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
Belangrijk om te weten als je jezelf gaat observeren is dat je lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat kun je eenvoudig testen: vraag iemand om zijn arm uit te steken voor zijn lichaam en aan iets heel vervelends te denken. Probeer nu die arm omlaag te duwen terwijl je de ander vraagt om zijn arm op zijn plek te houden. Doe dit nog een keer, maar dan terwijl je de ander vraagt aan iets heel fijns te denken. Je zult merken dat wanneer diegene aan iets vervelends denkt, hij zijn arm minder goed omhoog kan houden.
Lichaam en geest beïnvloeden elkaar dus. En dat gebeurt de hele dag door. De geest is er alleen erg goed in om onze aandacht bij ons lichaam weg te houden. Terwijl ons lichaam ons juist feilloos vertelt hoe we ons voelen. En als we goed opletten ook nog eens waardoor het komt. Dus als we daar naar zouden luisteren, zouden we veel sneller in staat kunnen zijn om bij te sturen in situaties waarin we nu gedrag vertonen dat eigenlijk niet in ons voordeel is.
Een voorbeeld
Om bovenstaande wat te verduidelijken een voorbeeld: je bent in vergadering met een paar collega's. Er wordt het een en ander besproken, en het is eigenlijk niet helemaal naar je zin. Maar je kunt er de vinger niet op leggen wat dat precies is. Je roept jezelf tot de orde en probeert actief mee te gaan in de rest van het gesprek. Na de vergadering zet je jezelf ertoe met de actielijst aan de gang te gaan. Je hebt er eigenlijk geen zin in, want je had andere dingen gepland, maar je zet je tanden op elkaar en dwingt jezelf het lijstje die ochtend af te werken.
Als je naar je lichaam had geluisterd, had deze situatie er misschien als volgt uit gezien: tijdens de bespreking merk je op dat je een lichte buikpijn voelt opkomen. Je neemt dit signaaltje van je lichaam serieus en gaat even bij jezelf te rade waar dit vandaan komt. Dan besef je dat even daarvoor iemand de opmerking maakte dat het van belang is dat alle acties vandaag worden afgerond. Er was nog niet besproken wie dat zou doen, maar jij weet wel dat men er waarschijnlijk vanuit gaat dat jij dat bent. Maar je hebt daar eigenlijk geen tijd voor. Je denkt even na of er geen alternatieve oplossing is, zodat je zometeen niet voor het blok komt te staan. Je bedenkt dat een van je collega's het ook zou kunnen doen of dat je het aan de stagiair kunt overdragen. Daarna focus je je weer op het gesprek en merk je dat je buikpijn weg is en dat je prima mee kunt gaan in de rest van het gesprek. Bij het verdelen van de taken breng je in dat je weinig tijd hebt en draag je je bedachte oplossingen aan. Jullie vinden gezamenlijk een goede verdeling en daarna kan je aan de slag met de dingen die je daadwerkelijk had gepland. Tussendoor vind je een halfuurtje tijd voor de overdracht aan de stagiair.
Zelf aan de slag
Als je je meer bewust wil worden van de signalen die je lichaam je geeft in het hier en nu, ga je meer leven vanuit je gevoel. Je kunt dichter bij jezelf blijven en keuzes maken die beter zijn voor jezelf. Je ervaart minder stress, waardoor je minder klachten hebt (geestelijk en lichamelijk) en je opener en ontspannender in je relaties kan komen te staan. Het mooie is dat je daar zelf op ieder moment aan kan gaan werken. Hieronder volgen een paar vragen die je daarbij helpen. Je kunt ze op een A4 zetten en een aantal keer uitprinten en in je tas stoppen. Zo kun je er altijd eentje uithalen als het even nodig is en invullen. Op die manier train je jezelf niet alleen in het observeren, maar krijg je langzamerhand ook een overzicht van je gedragspatronen, en van situaties waarin je de neiging hebt jezelf voorbij te lopen. En zodra je je daarvan bewust bent, kun je er ook iets aan gaan veranderen.
Vraag 1
Wat is (was) de situatie?
Vraag 2
Wat voel(de) ik erbij? Waarom?
Als je nooit zo bezig bent met voelen, is dit misschien een moeilijke open vraag. Daarom kun je er de volgende mogelijkheden onderzetten, ter keuze of ter inspiratie:
fijn | schuldig |
wrok/haat | verdrietig |
kwaad/boos | teleurgesteld |
blij | verloren |
bezorgd | geërgerd |
gespannen | beetgenomen |
angst/bang | dankbaar |
opgelucht | verward |
gekwetst | wantrouwig |
ontmoedigd | verbitterd |
wanhopig | (on)tevreden |
eenzaam | anders.......... |
Vraag 3
Wat wil(de) ik met de situatie?
Vraag 4
Wat doe (deed) ik met de situatie?
Vraag 5
Hoe kan (kon) ik het anders doen?
Nieuwsgierig zijn helpt
Het is belangrijk om een open houding ten aanzien van jezelf aan te nemen als je jezelf gaat observeren. Het is niet bedoeld als een stok om jezelf mee te slaan. Zo van 'wat stom van mij dat ik het niet anders heb aangepakt.' Of 'ik ben maar een zwakkeling, dat ik niet voor mezelf ben opgekomen.' Wees mild naar jezelf. Probeer steeds met nieuwsgierigheid naar je emoties en je gedrag te kijken. dat zorgt er automatisch voor dat je wat meer van een afstandje naar jezelf kunt kijken, in plaats van je te laten meevoeren in je angst, boosheid of ontmoediging. Dus in plaats 'jeetje, wat ben ik boos! En dat is natuurlijk helemaal terecht!' kun je denken 'hee, ik merk dat ik heel boos ben. Wat is er nu precies gebeurd waardoor ik zo boos ben geworden?' Dan schep je voor jezelf ruimte om te gaan onderzoeken. Bij jezelf, en niet in je omgeving.
Waar vind ik hulp?
Er is niets mis met je als je hierbij uiteindelijk de hulp nodig hebt van een psycholoog of therapeut.Het wordt in onze samenleving gelukkig steeds normaler om hulp te zoeken. Als je er alleen niet helemaal uitkomt, kun je gebruik maken van verschillende methoden en therapieën, zoals Past Reality Integration (PRI), cognitieve gedragstherapie, neurolinguïstisch programmeren (NLP), enzovoort. Welke vorm het beste bij je past is heel persoonlijk en vaak afhankelijk van de mate waarin je al met je persoonlijk proces bent bezig geweest. Via internet kun je hier eenvoudig onderzoek naar doen en vind je ook therapeuten bij jou in de buurt die je kunnen helpen.