Alles over het menselijk geheugen
Voor iedereen is het maar normaal om informatie op te slaan, te bewaren en daarna weer terug te vinden. Wat mensen daarom vaak vergeten is dat het onthouden van dingen een fantastische eigenschap is. Wat is het geheugen en wat doen we ermee?
In tegenstelling tot bijvoorbeeld het hart of de longen, kunnen we het geheugen niet aanwijzen of fotograferen, omdat het geheugen geen orgaan is. Het geheugen is een ingewikkeld proces, waarmee we informatie kunnen onthouden. Dit proces vindt plaats in onze hersenen en bestaat uit drie stappen: -opnemen, - bewaren, -terughalen. Het geheugen wordt gebruikt bij verschillende handelingen als het onthouden van boodschappenlijstjes en het opslaan en terughalen van jeugdherinneringen maar ook bij het leren van fietsen en piano spelen speelt het geheugen een belangrijke rol. Ook zijn er verschillende aandoeningen die het geheugen drastisch kunnen verminderen denk daarbij aan de ziekte van Alzheimer.
3 Soorten Geheugen
We kunnen drie soorten geheugens onderscheiden:
- Het Sensorisch Geheugen (zintuiglijk)
- Het Korte Termijngeheugen
- Het Lange Termijngeheugen
Ook kunnen het geheugen onderscheiden in het expliciet en het impliciet geheugen.
Sensorisch Geheugen
Het sensorisch geheugen is het geheugen dat wij gebruiken wanneer wij zintuiglijke prikkels ontvangen. Wanneer wij bijvoorbeeld iets ruiken, slaat ons sensorisch geheugen deze geur voor een zeer korte tijd op. Het sensorisch geheugen heeft een enorme grote capaciteit, maar een hele korte duur. Het wordt overigens een onderscheid gemaakt tussen het iconisch geheugen (betreft het beeld) en het echoisch geheugen (betreft het geluid). De duur van het zintuiglijk geheugen bedraagt ongeveer ½ seconden, maar daar zijn de meningen over verdeeld.
Korte Termijngeheugen
Om een klein idee te geven van wat het korte termijngeheugen inhoud geef ik hier een klein voorbeeld; stel je word gebeld en de desbetreffende persoon aan de telefoon vraagt je om een telefoon nummer te onthouden. Op verschillende manier probeer je het telefoonnummer te onthouden terwijl je een pen en papier zoekt. Maar zodra je het telefoonnummer dan hebt opgeschreven, is het telefoonnummer uit je geheugen verdwenen. We spreken hier dan van het korte termijngeheugen. Deze is bedoelt om dingen kort op te slaan die je niet voor altijd hoeft te bewaren.
Lange Termijngeheugen
Het lange termijngeheugen slaat informatie op die voor lange tijd in de hersenen moet worden opgeslagen. Deze soort wordt weer onderverdeeld in declaratief en niet-declaratief geheugen. Oftewel impliciet (onbewust) en expliciet (bewust). Dat wil dus zeggen dat sommige dingen bewust of onbewust in het lange termijngeheugen worden opgeslagen. Neem bijvoorbeeld je jeugdherinneringen, je hebt nooit iets moeten doen om ze te onthouden. Maar je kunt ze zo weer ophalen. In tegenstelling tot dit is het toch een stuk moeilijker om een hoofdstuk van bijvoorbeeld de Franse revolutie over tien jaar weer helemaal op te halen. In het eerste voorbeeld speelt het impliciet geheugen een belangrijke rol, in de tweede is dat het expliciet geheugen.
De werking van het geheugen
De werking van het geheugen is een ingewikkeld proces, we verdelen het daarom in drie stappen.
De eerste stap: het opnemen van informatie
Alle informatie van buiten wordt door de onze zintuigen verzameld, bijvoorbeeld door onze neus en oren. Deze zintuiglijke prikkels worden via zenuwbanen doorgegeven aan verschillende hersendelen en daar verwerkt. Al deze informatie van opnemen en verwerken noemen we waarnemen. Als we op zoek zijn naar een gevallen ring, kijken we anders dan wanneer we tv kijken. Het doel van het waarnemen bepaalt hoe we waarnemen. Als je bijvoorbeeld je kostbare ketting in de douche bent kwijtgeraakt, kijk je daar gecontroleerd en zeer scherp naar, terwijl je blik op de weg naar de douche minder scherp lijkt. Onderweg naar de douche gebeuren er verschillende dingen maar omdat je zo erg bezig bent met je ketting heb daar geen erg meer in. Veel informatie verwerk je dus zonder dat je je daarvan bewust bent. In de douche richt je al je aandacht op het zoeken. Als je vader je iets vraagt, dringt dat eerst niet tot je door vanwege je aandacht op de verloren ketting. Het is dus mogelijk je aandacht te verdelen en als het moet dit vol te houden tot je de ketting vindt. Pas als je stopt met zoeken en in je geheugen je handelingen nagaat, herinner je je dat je de ketting in de slaapkamer hebt afgedaan. Dit bewust werken in je geheugen doe je in je werkgeheugen, terwijl je ook al een kleine stap hebt gemaakt in het korte- en lange termijngeheugen.
De tweede stap: het bewaren van informatie
De opgenomen zintuiglijke prikkels worden via het werkgeheugen voor een deel opgeslagen in het lange termijngeheugen, dat nooit vol is. In dit lange termijngeheugen kunnen we informatie via een eigen systeem opslaan. Nu je armband eenmaal kwijt is geraakt, zul je voortaan het neerleggen van je armband beter opnemen en verwerken, en zo beter onthouden. Emoties, zoals schrikken, vormen een belangrijke manier om informatie op te slaan, maar dat kan ook door het geordende gebruik van tijd, alfabet of plaats.
De derde stap: het opdiepen van informatie
Vaak kost het opdiepen van informatie ons geen enkele moeite, maar dat is niet altijd zo. Soms moeten we heel bewust dingen weer opzoeken. Met behulp van verschillende aanwijzingen die we tot onze beschikking hebben kunnen we het zoeken verbeteren. Hierbij maken we gebruik van de zojuist genoemde zaken als emoties etc.
Verschillende aandoeningen kunnen ervoor zorgen dat het geheugen drastisch wordt verminderd.