Kloostertuinen in de Middeleeuwen
Vele eeuwen lang, tot in de late middeleeuwen, trokken rondreizende genezers, nu soms kwakzalvers genoemd, door de landen van Europa, in de steden waren het vooral artsen en apothekers die de geneeskunde beoefenden. Het gewone volk liep naar de rondtrekkende kwakzalvers. Wanneer deze `wonderdoeners' echter niet in de buurt waren, zocht men, zoals vroeger in het oude Griekenland, bij de kloosters hulp voor ziekte en leed.
De eenvoudige mensen verwachtten, net als in de Griekse tempels, wonderdaden van de monniken of kloosterzusters of in elk geval enige hulp. De kloosterlingen wisten veel wat zelfs voor de artsen en apothekers onbekend was. Dat kwam omdat zij de Griekse en Latijnse geschriften lazen en uit de originele tekst, voor zover die correct overgeleverd was, vernamen wat vroeger de beroemde Hippocrates en Galenus geschreven hadden over kruiden, gezondheid en ziekte. Hierdoor kon in de stilte van de kloosters een complete kloostergeneeskunde ontstaan, die door monniken werd beoefend.
Uit onderzoek van het middeleeuwse klooster in St. Gallen en de kloostergeneeskunde van die tijd. weten we dat een groot gedeelte van het klooster, als ziekenhuis, zoals men het nu zou noemen, was ingericht. Een oude plattegrond van het klooster getuigt van een middeleeuwse therapie, die voornamelijk bestond uit de drie regels van de arts Galenus, te weten 'aderlating, purgeren en geneeskruiden'. De kruidentuin van Sankt Gallen was zo indrukwekkend, dat Walafrid Strabo reeds in het jaar 842 een lang Latijns gedicht in hexameters schreef, een loflied op die tuin en zijn planten. Hieronder vind je de vermelding van 23 gewassen en hun heilzame werking, die destijds in de kruidentuin van St. Gallen werden verbouwd.
Uit de kruidentuin van het klooster St. Gallen
- Salvia-salie: helpt bij talrijke aandoeningen.
- Ruta-wijnruit: bestrijdt verborgen vergiften, reinigt van schadelijke lichaamsvochten.
- Abrotanum-citroenkruid: helpt bij koorts en stekende pijnen in de zij. Helpt ook bij jichtaanvallen.
- Cucurbita-kalabas: is een delicatesse.
- Pepones-meloen: werkt verkoelend op de ingewanden.
- Absinthum-alsem: verdrijft koorts, hoofdpijn en duizeligheid.
- Marrubium-andoorn: verlicht beklemming op de borst, helpt bij vergif in spijs en drank.
- Foeniculum-venkel: heilzaam voor de ogen, bij maag-darmkrampen, bevordert de spijsvertering, geneest kinkhoest.
- Gladiola-zwaardlelie: verzacht blaastijden.
- Lybisticum-lavas-maggiplant: het sap kan blindheid veroorzaken, de zaden kunnen echter in andere medicijnen heilzaam zijn.
- Cerfolium-tuinkervel: bloedstelpend.
- Letium-lelie: redt bij slangengif, werkt verzachtend bij kneuzingen en verstuikingen.
- Papaver-papaver: geneest bittere oprispingen.
- Scarega en cortus-muskaatkruid en vrouwenmint: bevordert de spijsvertering.
- Menta-pepermunt: geneest heesheid, is op veel kwalen van toepassing.
- Puleium-vlooienkruid: bevordert de spijsvertering, voorkomt zonnesteek.
- Apium-selderij: verzacht blaasaandoeningen, bevordert de spijsvertering, bevrijdt de misselijkheid.
- Vettonica-betonie: voorkomt inwendige kwalen, geneest uitwendige verwondingen.
- Agrimonia-agrimone: verzacht bij maagpijnen, geneest wonden.
- Ambrosia-wormkruid: onttrekt bloed, bevordert vochtvorming.
- Nepeta-kattekruid: geneest huidverwondingen, bevordert haargroei.
- Rafanum-ramenas: geneest hoesten.
- Rosa-roos: de olie hiervan is in veel gevallen heilzaam.
Een vertaalde tekst over wijnruit uit het gedicht van Strabo
Het lommerrijke bed wordt hier omkranst
door frisse ruit. Zijn kleine blaadjes werpen
smalle plukjes schaduw en laten wind
en zon tot onderin de stengels komen.
Reeds licht beroerd geeft hij zijn geuren vrij.
Hoewel dit kruid op vele krachten boogt
is "tegengif" zijn meest geliefd gebruik:
het drijft de kwade sappen uit het lijf.