Bejaarden en hun ontwikkeling
Het verouderingsproces brengt heel wat veranderingen met zich mee in de ontwikkeling van de mens. Deze veranderingen zijn vaak nadelig, maar er kan wat aan gedaan worden om het gemakkelijker te maken ermee te leven. Ouder worden betekent dus zeker niet het einde van de wereld. Het is echter wel belangrijk open te staan voor deze veranderingen en je aan te passen. Maar wat verandert er dan allemaal in de ontwikkeling van een 65-plusser? Hier vind je een uitgebreid verslag over de emotionele, sociale, cognitieve, lichamelijke en seksuele ontwikkeling van de bejaarde.
De bejaarde
Men spreekt van bejaarden bij mensen die ouder zijn dan 65 jaar. De ouderenfase wordt senium genoemd, wat ouderdom betekent. Vandaar dat men bejaarden ook senioren noemt. De vele gebreken die gepaard gaan met het ouder worden is geen reden om deze levensfase als negatief te bestempelen. Oud worden is een normaal proces dat ieder van ons zal moeten ondergaan en dat zeer geleidelijk gebeurt. Men heeft een onderzoek gedaan, waaruit bleek dat de meeste bejaarde personen zich goed kunnen aanpassen aan de veranderde situatie en nog volop van het leven genieten.
Men kan de ontwikkelingsfase van bejaarden in twee periodes indelen:
- De vroege ouderdom; Dit zijn jonge ouderen van 65 tot 75 jaar. Men spreekt ook wel eens van jong bejaarden. Zij zijn net met pensioen en hebben dus voldoende financiële middelen. Zij zijn meestal nog gezond en zeer actief, ze gaan bv. nog regelmatig fietsen. Deze bejaarden hebben nog voldoende mogelijkheden om van het leven te kunnen genieten.
- De late ouderdom; Dit zijn ouderen van 75 jaar en ouder. Men spreekt hier ook wel eens van hoog bejaarden. Zij zijn meestal minder actief en hebben een minder goede conditie en gezondheid. Zij zijn vaak afhankelijk en hulpbehoevend.
Het verouderingsproces in deze fase kan door bepaalde gebeurtenissen plots versneld worden. Hiermee bedoelt men bijvoorbeeld het overlijden van de partner of een ziekte, waardoor de persoon plots zeer sterk achteruit gaat.
Cognitieve ontwikkeling
De bejaarde persoon heeft meer tijd nodig om informatie te verwerken en het spreken gaat daarom vaak ook langzamer. In de omgang met bejaarden moeten we dus opletten dat we ons eigen spreektempo aanpassen en duidelijk articuleren. Herhalen kan nooit kwaad en we moeten vooral ook geduld hebben met deze personen.
Ouderen leren moeilijk, maar ze kunnen nog steeds veel aanleren. Men kan op deze leeftijd minder goed informatie onthouden en dat is vooral de reden waarom het leren moeilijker gaat. Bij dat aanleren van nieuwe dingen, bv. het aansteken van een nieuw gasfornuis met automatische vonkontsteking is het moeilijkste het afleren van de oude vaardigheid of gewoonte, namelijk het aansteken van het gasfornuis met een lucifer. De bejaarde is deze handeling al zoveel jaren gewoon, dat dit moeilijk af te leren is.
Men ziet vaak een achteruitgang van het geheugen. Dingen die nieuw worden aangeleerd of recent zijn gebeurd, worden sneller vergeten en kan men moeilijker of niet onthouden. Een ouderdomskwaal, die vaker voorkomt, en die met het verstand te maken heeft, is vergeetachtigheid. Bij vergeetachtigheid functioneert het korte termijn geheugen minder goed of valt het weg.
Wanneer men omgaat met bejaarden is het dus niet overbodig dat men dingen regelmatig herhaalt. Geheugensteuntjes of aantekeningen kunnen zeer handig zijn.
Dementie is niet hetzelfde als vergeetachtigheid. Het grootste verschil is dat bijna alles wordt vergeten en niet enkel de details. De demente bejaarde gaat steeds meer reageren als een kind of zelfs als een zuigeling. De persoon zelf is zich er niet van bewust, terwijl het voor de familie en andere betrokkenen een pijnlijke ervaring is. Dementie ontstaat door een stoornis in de hersenen.
Merkwaardig is dat bejaarden zich zeer sterk details kunnen herinneren uit het verdere verleden, dat men 10 of 20 jaar terug totaal niet kon herinneren.
Wat ook vaker voorkomt is confabulatie of 'valse herinnering'. Men vertelt een verhaal uit het verleden en dingen die de bejaarde vergeten is (gaten in het geheugen) worden onbewust opgevuld door informatie die erin zou kunnen passen. Vermits het onbewust gebeurt, spreekt men dus niet van bedrog of leugens.
Lichamelijke ontwikkeling
Het biologische verouderingsproces begint in principe al tussen 20 en 25 jaar, maar bij bejaarden gaat er een sterkere achteruitgang plaatsvinden. Men gaat hier rekening mee moeten houden en hulpmiddelen, zoals een hoorapparaat, moeten gebruiken. De lichamelijke achteruitgang kan zelfs zo groot zijn, dat men afhankelijk zal worden van de hulp van anderen.
Aan het uiterlijk kan men zien dat een mens veroudert:
- Haren worden grijs en vaak dunner;
- Huid wordt slapper en krijgt rimpels;
- Huid gaat op bepaalde plaatsen ook hangen;
- Huid wordt vlekkerig, bleek en dun.
Vooral ouderen vrouwen, maar ook mannen, krijgen te kampen met osteoporose. Osteoporose is botontkalking en is een ziekte. Na een bepaalde leeftijd (ca. 35 jaar) stoten de beenderen meer calcium af dan ze opnemen. De botten worden hierdoor broos en dan breekt men sneller iets. Deze breuk geneest ook minder snel.
Qua motoriek neemt men waar dat bewegingen duidelijk meer moeite vragen. Men wordt stijf en langzaam in zijn bewegingen. Toch moet een bejaarde persoon zeer veel blijven bewegen, want wanneer men dit niet doet versnelt en verergert dit proces. De lichamelijke achteruitgang gaat meestal gepaard met het gebruik van hulpmiddelen, zoals een wandelstok, looprekje of rolstoel, veiligheidsgrepen voor bad of toilet,...
Het gezichtsvermogen gaat ook achteruit. Men gaat minder scherp zien en het gezichtsveld wordt kleiner. Door dit gebrek is het vaak zeer belangrijk dat men de spullen van bejaarde personen steeds weer op hun vast plekje leggen zodat ze gemakkelijker terug te vinden zijn. Verziendheid is een typisch verschijnsel bij het ouder worden. De lens in het oog wordt dikker en minder elastisch. Bij cataract wordt de lens troebel en kan de aandoening tot blindheid leiden. Een mogelijke behandeling is het gebruik van oogdruppels, maar het meest efficiënte is een operatie waarbij de lens wordt vervangen door een implantaat. Glaucoom is nog een andere oogaandoening die vaak voorkomt bij veroudering.
Het gehoor neemt vaak ook af naargelang men ouder wordt. Hieronder mag niet worden verstaan dat het gewoon lijkt alsof de radio of televisie zachter staat. Sommige geluiden vallen volledig weg, zoals hoge tonen. Iemand met een hoge stem gaat een oudere moeilijker verstaan dan een persoon met een lage stem. Het wordt dus moeilijk om stemmen of geluiden van elkaar te onderscheiden. Een hoorapparaat kan helpen, maar is toch niet meteen een oplossing voor het probleem. Zo'n apparaat versterkt alle geluiden, waardoor ze nog steeds geluiden en stemmen niet van elkaar kunnen onderscheiden. Een groot deel van de bejaarden gaan dan proberen liplezen en dat is zeer vermoeiend. Doordat de bejaarde niet alles kan horen, kan men wantrouwig worden. Men kan denken dat de mensen iets voor hem/haar verborgen willen houden.
De reuk en smaak nemen ook af. Ze hebben niet zo snel door wanneer eten bedorven is en het eten smaakt allemaal niet meer zo lekker. Dit ervaart de bejaarde uiteraard als niet prettig.
Sociale ontwikkeling
Tijdens de ouderdomsfase verandert er heel wat op vlak van sociale contacten. Bejaarden gaan op pensioen en verliezen daardoor een hele boel sociale contacten. Voor de vrije tijd die men nu heeft, moeten nieuwe zinvolle activiteiten gevonden worden. Ook de rol die de bejaarde heeft binnen het gezin verandert. Hun eigen kinderen zijn meestal de deur uit en dus vullen ze vaak hun vrije tijd op met hun kleinkinderen. Vroeger konden zij steun en hulp bieden, maar nu moeten zij die meer en meer zelf ontvangen. Sommige bejaarden kunnen dit niet plaatsen, ze hebben er moeite mee.
Wanneer een persoon ouder wordt moet er na verloop van tijd afscheid worden genomen, door opname in een rusthuis, de dood die in aantocht is, door dementie, ... Door deze omstandigheden wordt het aantal sociale contacten ook kleiner. Hierdoor voelt de bejaarde persoon zich eenzaam. Veel bejaarden voelen zich eenzaam, maar komen er niet voor uit. Zij laten dit dan onrechtstreeks blijken door bv. telkens over iets anders te beginnen praten om het moment van sociaal contact te rekken. Wanneer je dagelijks moet omgaan met bejaarden, kan het handig zijn om te beschikken over het vermogen om zulke onrechtstreekse signalen van eenzaamheid op te merken. We moeten de bejaarden ook stimuleren om zich bezig te houden met nieuwe activiteiten om de vrije tijd op te vullen en om contact te leggen met nieuwe mensen, bv. medebewoners.
Emotionele ontwikkeling
De persoonlijke kijk op het ouder worden heeft invloed op de manier waarop je deze levensfase beleeft. Ook de manier waarop je door de maatschappij gewaardeerd wordt of eventuele tegenslagen, zoals invaliditeit, beïnvloedt dit gevoel. De meeste bejaarden kunnen het niet aanvaarden dat zij afhankelijk zijn van de steun en hulp van anderen. Men voelt zich vaak tot last van anderen. Dit gevoel zal in zijn/haar gedrag tot uiting komen. Men kan zich bv. in zichzelf terugtrekken of in een depressie geraken. Doordat bejaarde personen zich tot last voelen ten opzichte van anderen durven zij bv. niets meer te vragen, durven niet te bellen en verontschuldigen zich constant. Anderen gaan dit op een andere manier uiten door zich af te reageren op mensen. Zij worden bv. boos of eisen veel dingen, doordat zij kwaad zijn op zichzelf en op de gebreken die ze hebben. Er zijn dan ook weer bejaarden die hulp vragen terwijl zij eigenlijk niet afhankelijk zijn van anderen. Zij doen dit bv. omdat zij minder zelfredzaam zijn door een handicap en zij leggen zich hierbij neer. Dit kan ook veroorzaakt worden doordat de bejaarde verblijft in een instelling waar de verzorgenden te veel dingen beslissen voor de bejaarde i.p.v. de bejaarde zelf te laten beslissen. Stimuleren wat men nog wel kan en door oefeningen functies uitbreiden, is een manier om dit te voorkomen. In de omgang met bejaarden is het belangrijk om de bejaarde als volwassen persoon te beschouwen en ze dus niet te betuttelen. Hierbij hoort dus het stimuleren van de zelfzorg. Je laat bijvoorbeeld de bejaarde zichzelf wassen in hoeverre hij/zij dit nog kan.
Seksuele ontwikkeling
Er bestaat een vooroordeel dat oudere mensen geen seksueel leven meer hebben of "mogen" hebben. Vrouwen hebben er volgens de maatschappij geen belangstelling meer voor en mannen zouden hun potentie verliezen. Vier op de vijf mannen en vrouwen met een goede gezondheid blijken toch in staat te zijn tot ver voorbij hun 65 jaar een actief en aangenaam seksleven te leiden.