Hoe kunnen ouderen gezond bewegen?
De titel van dit stuk is ‘Hoe kunnen ouderen gezond bewegen?’. Er had ook kunnen staan ‘Wat zijn de mogelijkheden om ouderen gezond te laten bewegen?’. Naast dat ouderen er zelf voor kunnen kiezen om meer te bewegen, en dus duidelijk willen krijgen hoe ze dat het beste kunnen doen, kunnen ook anderen, zoals hulpverleners of de overheid, zich geroepen voelen om senioren te bewegen actiever te worden. Zeker waar het ouderen betreft die nooit echt hebben gesport, en ook niet van plan zijn dat uit zichzelf te doen. Beleidsmakers (en anderen) mogen echter niet vergeten dat iedereen het recht heeft om niet te bewegen. Mensen mogen hun “bewegingsvrijheid” niet zomaar verliezen door normen die hen worden opgelegd. Weliswaar ligt er, ondanks deze beperking, nog steeds een taak voor de overheid om ouderen effectief te blijven stimuleren te gaan bewegen. De vraag is dus: Wat zijn goede manieren om (in)actieve senioren te bereiken en te enthousiasmeren deel te nemen aan beweegactiviteiten?
Motieven van senioren om te sporten
Mensen hebben motieven die ervoor zorgen dat ze bepaalde dingen doen. Ouderen kunnen op hun beurt verschillende motieven hebben om te gaan sporten.
Deze motieven zijn:
- Op aanraden van de dokter.
- Voor de gezelligheid.
- Nieuwe invulling na pensioen.
- Wens om te bewegen en om fit te blijven. Voor de meesten geldt dit.
Competitie en prestatie zijn voor senioren geen belangrijke drijfveren om te gaan bewegen. Sporten is voor hen vooral een sociale bezigheid en buitenshuis bezig zijn. Met de informatie over het aanbod dienen aanbieders in te spelen op de verschillende motieven die ouderen kunnen hebben om te gaan bewegen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om sociale aspecten, waar ouderen zoveel waarde aan hechten, te koppelen aan de sport. ‘Zo lang het gefaciliteerd wordt, bewegen ouderen wel. De vervolgstap naar blijvend bewegen is echter moeilijker.’ Ouderen kun je alleen structureel laten bewegen door het veranderen van hun intrinsieke motivatie en door algehele gedragsverandering. Dit bereik je als ouderen er
plezier in hebben.
Wil je weten wat de redenen zijn dat sommige senioren juist niet voldoende bewegen? Lees dan
Wat houdt ouderen tegen om gezond te bewegen?
Het beeld van bewegen
Ouderen hebben een bepaald beeld van sporten en bewegen, en dat beeld hoeft niet altijd te stroken met de werkelijkheid. Toch kan dit beeld ze ervan weerhouden om bezig te gaan. Zo associëren niet-sporters sport met intensieve lichamelijke inspanning, competitie en doelgericht trainen. Zij leggen geen verband tussen sport en gezelligheid. Of ouderen denken dat ze vanwege lichamelijke beperkingen niet in staat zijn om ook maar een enkele bezigheid uit te voeren.
Er zijn een aantal punten die kunnen ondersteunen bij een positieve beeldvorming van sporten op de oude dag:
- Zelfs mensen die in een rolstoel zitten kunnen nog bewegen met gewichten, strekken en zelfs rolstoelaerobics behoort tot de mogelijkheden.
- Lichamelijke activiteit hoef je niet alleen te benaderen als sport in de vrije tijd, maar kun je ook zien als beweging tijdens dagelijkse bezigheden.
- Beweegactiviteiten kunnen zoveel mogelijk worden aangesloten op het dagelijkse leven. Even naar buiten wandelen is ook een gezonde bezigheid.
- Elke extra lichaamsbeweging helpt, ongeacht de intensiteit, duur, frequentie en het type. Bewegen is goed, ook al doe je het maar een beetje. Alle beetjes helpen.
- Het werkt wellicht stigmatiserend als ‘seniorenaanbod’ als zodanig wordt benoemd door sportaanbieders.
Hoe bereik je senioren?
De groep ouderen die van zichzelf al actief is vindt meestal op eigen initiatief de weg naar beweging en sport wel. Deze mensen hebben veelal een lange beweeggeschiedenis en zijn daarom gewend bezig te zijn naast hun dagelijkse ondernemingen. Heel anders is het gesteld met de senioren die nooit, of bijna nooit, hebben gesport in hun leven. Binnen deze groep is er onderscheid te maken tussen vitale ouderen en kwetsbare ouderen. Vooral die laatsten nemen over het algemeen veel minder deel aan verschillende maatschappelijke activiteiten, waardoor hun sociale leefwereld ook veel kleiner is. Het is daarom lastiger om ze te bereiken. Er zijn echter een paar manieren om dit ‘contact naar inactieve, kwetsbare ouderen’ te bewerkstelligen.
Die contactmanieren zijn:
- Van senior naar senior: Er ligt een groot belang in het koppelen van actieve ouderen aan inactieve ouderen. Actieve senioren kunnen worden ingezet om inactieve senioren te bereiken, bijvoorbeeld door te fungeren als rolmodel in gerichte promotie.
- Van intermediair naar senior: Senioren zijn te bereiken met behulp van intermediairs zoals vrijwilligers. Dit zijn mensen die meestal al in contact met de ouderen staan. Waar er een gebrek is aan professionals zijn deze vrijwilligers van onschatbare waarde. Ook sociale evenementen kunnen daarnaast worden benut om een handreiking te doen. Werving in huisartsenpraktijken en het gebruik van bestaande communicatiekanalen, zoals mondelinge presentaties of huis-aan-huis-bladen zijn tenslotte een laatste manier voor deze vorm van contact maken.
- Van eerstelijnsverzorger naar senior: Inactieve ouderen die er meestal ook een weinig sociaal leven op nahouden, hebben daarentegen wel regelmatig contact met hun huisarts of fysiotherapeut. Eerstelijnsverzorgers zoals deze zouden er meer op moeten zijn toegespitst om deze patiënten naar een gewenste leefstijl te begeleiden.
- Van sportaanbieder naar senior: Sportaanbieders hebben sportaanbod, en het is zaak dit aanbod middels promotie onder de aandacht van ouderen te brengen. Er zijn een aantal middelen om gedegen promotie te verrichten. De beste manier, volgens sportaanbieders, is promotie door mond-op-mondreclame*. Aanbieders hebben daarnaast vaak een eigen website, of bieden hun beweegmogelijkheden aan op de site van de gemeente. Er wordt gebruik gemaakt van advertenties in lokale bladen of men doet aan verspreiding van huis-aan-huisfolders. Andere papieren promotie, en de laatste vorm die sportaanbieders toepassen, zijn flyers bij eerstelijnsverzorgers. Deze zouden het minste effect hebben.
* Hoe werkt mond-op-mondreclame? Deze reclame komt op drie manieren tot stand: 1. Ouderen vragen zelf al anderen mee om deel te nemen. 2. Aanbieders stimuleren ouderen om anderen mee te nemen. 3. Inzet van sleutelfiguren: vrijwilligers die eenzame en inactieve senioren bezoeken.
Internet en gezond ouder worden
Internet heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Jongeren vinden zich daar eenvoudiger een weg in dan ouderen. Blijkbaar hebben zij meer feeling met de basisprincipes van internetgebruik, waardoor ze zaken veel sneller oppakken. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ook zij overstelpt kunnen worden door de digitale wereld en alles daaromheen. Op eerste indruk is het internet een complex gebeuren, en dat is een grote hindernis voor velen. Zo denken bijvoorbeeld sportaanbieders ook dat het internet bij senioren niet echt goed werkt vanwege hun gebrek aan computerkennis. Ouderen zijn dan met name een groep die hierover goed moet worden voorgelicht.
Toegang tot het internet, in ieder geval fysieke toegang, wordt zo langzamerhand gemeengoed voor ouderen. En dat is een positieve zaak, want het internet is een instrument met ontelbare mogelijkheden. Seniorweb.nl is een mooi voorbeeld van een website met informatie die zich exclusief toespitst op ouderen. Het internet kan door senioren op verschillende manieren worden gebruikt.
Internet kan gebruikt worden als:
- Informatiebron. Voorbeelden zijn vraagwijzerdenhaag.nl en gezondheidenwelzijndenhaag.nl. Deze sites zijn speciaal toegespitst op ouderen.
- Communicatiemiddel: Het internet kan gebruikt worden als communicatiemiddel tussen hulpverlener en senior maar ook tussen senioren onderling. Voorbeelden zijn virtuelebelkring.nl en tichaaglanden.nl.
- Persoonlijk dossier: Dit vraagt een actievere rol van ouderen en zorgt voor meer betrokkenheid vanuit hun kant. Zo heeft TNO ‘Kwaliteit van leven’ in het leven geroepen, te vinden op ervaringendossier.nl. Ook het Mijn Diabetes Dossier van Diavitaal is een initiatief die hiermee werkt.
- Digitale assistent: Ouderen kunnen het internet gebruiken om meetwaarden, van bijvoorbeeld bloed of cholesterol, zelf thuis te bepalen en bij te houden.
- Combinatie van bovenstaande. Voorbeelden van dergelijke toepassingen zijn seniorgezond.nl en Cybertraining. Beide zijn ontwikkeld in het LUMC, een centrum van medische voorziening.
Het internet zou voor ouderen een aanvulling kunnen betekenen op traditionele manieren van informatieverschaffing, zoals groepsbijeenkomsten en flyers. Internet kan de zelfzorgzaamheid van senioren vergroten en ook behoort het tot de mogelijkheden om de gezondheid in de thuissituatie te monitoren. Het internet kan daarmee een welkome ondersteuning aan senioren zijn.
Concrete activiteiten om deelname van senioren aan beweegactiviteiten te vergroten
Er is een keur aan concrete activiteiten, interventies om ouderen te bereiken en om ze aan het bewegen te krijgen. Dit is een overzicht:
- Methodieken: Beweegmaatjes (op basis van vrijwilligers, te vinden op beweegmaatje.nl), GLANS (voorlichting over gezond leven), Van Klacht Naar Kracht (doorverwijzing bij eerstelijnshulp).
- Andere initiatieven voor het promoten van fysieke activiteit: SCALA (Sportstimulering voor mensen met een Chronische Aandoening: een Leven lang Actief), ‘Bewegen en gezondheid voor 50-plussers’ met als een van de thema’s ‘In Balans: een bewezen effectief en laagdrempelig valpreventie/valreductie project’, de COACH methode, CiB (Communities in Beweging), Ketenaanpak actieve leefstijl in de 1e lijn en GROSSO (een wijkgerichte aanpak om leef- en gezondheidssituatie van ouderen met een lage sociaaleconomische status te verbeteren). Tenslotte nog bepaalde levensstijlinterventies en wandelprogramma's ingebed in een sociaal-culturele vereniging.
- Tip bij het benaderen van senioren: Het is effectiever om samen met de persoon te gaan kijken hoe beweging kan worden ingepast, dan door te verwijzen naar het sportaanbod.
Inactieve senioren, sommigen met een zeer kleine sociale leefwereld, zijn te bereiken door ze sterk persoonlijk te benaderen en
outreachend te werk te gaan. Dat werkt door bij ze op bezoek te gaan, bijvoorbeeld met een Beweegmaatje. Het is zaak om de interventie te combineren met iets sociaals als koffie drinken: ook daar hebben ouderen behoefte aan. ‘Outreachend’ kan bijvoorbeeld inhouden het meenemen van inactieve ouderen naar een sportvereniging zonder dat ze mee hoeven te doen, ter kennismaking.
Inhoud van het aanbod en andere voorwaarden om senioren over de streep te trekken
Sportaanbieders moeten nadenken over hun sportaanbod voor ouderen. De groep senioren is sowieso geen homogene groep, dus daar kan men een verscheidenheid aan wensen en behoeften van verwachten. De Nederlandse norm voor bewegen is nog altijd
5 dagen per week minimaal 30 minuten matig intensief bewegen. Het is aan te bevelen dat ook ouderen hiermee aan de gang gaan. Zaak is dus voor aanbieders om het sportaanbod aan te laten sluiten op de wensen en behoeften van deze doelgroep.
De meest beoefende “sporten” door ouderen zijn recreatief wandelen en fietsen. Andere activiteiten die zij graag ontplooien zijn zwemmen, tennissen en dansen. Zo is er bijvoorbeeld: MBvO (Meer Bewegen voor Ouderen: gymnastiek, spel,(volks)dansen en zwemmen), GALM (Groninger Actief Leven Model) en GALM+.
Al deze beweegactiviteit bieden mogelijkheden voor ouderen tot sociaal contact, waar met name vanuit de sportaanbieders oog voor moet zijn. De overheid zou daarnaast het cursusaanbod voor het vergroten van het sociaal en fysiek zelfvertrouwen, zoals valpreventie, elektrische-fietscursussen en maatjes moeten stimuleren.
Er is nog een aantal andere voorwaarden waaraan moet worden voldaan om ouderen aan het sporten te krijgen. Die voorwaarden (en mogelijkheden) zijn:
- Locatie van cruciaal belang in het aantrekken van deelnemers. De aanbevelingen die hier worden gedaan zijn: zorgt dat de activiteiten midden in de doelgemeenschap te vinden zijn, houd reizen voor inactieve deelnemers beperkt en werk mogelijk met een netwerk van chauffeurs. Het anders inrichten van de openbare ruimte is wellicht een vereiste.
- Het gezondheidsbevorderend programma moet afgestemd zijn op de doelgroep. Gedacht kan worden aan het aanpassen van het lestempo. Ook lessen voor verschillende leeftijden zijn aan te bevelen; dus niet ‘senior’ is > 55.
- Betrek de doelgroep zo actief mogelijk; geef senioren een stem.
- Houd rekening met sociaaleconomische achterstand en met culturele en sekseverschillen.
- Zorg voor een laagdrempelig aanbod: Dat kunnen zijn gratis introductielessen of de mogelijkheid tot het lenen van een tennisracket. Kosten zijn vaak een belangrijke overweging. Geen lange vragenlijsten vooraf en een goed beeld van het aanbod in termen van ‘Hoe goed is dit door senioren te doen?’. Zorg voor de mogelijkheid van sporten en bewegen op verschillende dagen en tijden. Benadruk tenslotte in de communicatie dat mensen nooit te oud zijn om te leren.
- Noem bij het aanbod ook innovatieve beweegconcepten.
- Gebruik van een gekwalificeerde trainer. Ouderen kunnen op die manier op een aangepaste wijze gecoacht en gemotiveerd worden. Interventies die op de langere termijn de beste resultaten boeken houden rekening met de zelf-determinatietheorie. Deze theorie stelt dat mensen de meest optimale vorm van motivatie bereiken als wordt voldaan aan drie punten, namelijk autonomie, competentie en verbondenheid.
Een veilige start
Zodra senioren zover zijn om wat meer te gaan bewegen, kunnen zij bijzonder gebaat zijn bij een veilige start. Hardlopers zijn doodlopers, zullen we maar zeggen. Zelfs de weg naar Rome begint met een eerste stap.
Houd bij het begin van bewegen het volgende in acht:
- Controleer bij de huisarts of de gezondheid bewegen toestaat.
- Houd rekening met de gezondheidstoestand bij het bewegen.
- Begin altijd rustig aan.
- Houd je aan een trainingsschema.
- Blijf gemotiveerd door te focussen op korte-termijndoelen.
- Herken problemen tijdens het bewegen.