Betrouwbare medische informatie op internet
Het internet heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot een onuitputtelijke bron voor geïnteresseerde patiënten en burgers die snel en zeer laagdrempelig medische informatie willen verkrijgen. Mensen zoeken eerst op Google voordat ze naar de huisarts gaan. En achteraf zoeken ze opnieuw om te controleren of hun arts wel de juiste behandeling voorschreef. Maar hoe betrouwbaar is gezondheidsinformatie op internet?
Kwaliteit medische informatie op internet laat te wensen over
Afgezien van enkele
kwalitatief goede gezondheidswebsites en -portals die fundamenteel ons vertrouwen verdienen, wemelt het op het internet van websites waarvan de betrouwbaarheid op zijn minst gecontroleerd en geëvalueerd zou moeten worden. Hoewel dergelijke evaluatie-instrumenten wel bestaan, zijn die bij de doorsnee internetgebruiker niet of niet voldoende bekend.
Dokter Google
Met patiëntenfolders, bijsluiters en praktijkgidsen probeerde men in het verleden die kenniskloof te overbruggen. De patiëntenbrochure bevatte gemakkelijk te begrijpen basisinformatie in gecomprimeerde vorm en gerangschikt naar de belangrijkste gezichtspunten. Maar terwijl we in de zorg mensen jarenlang hebben volgestopt met folders, zoeken die toch vooral op het internet. Ter illustratie:
- niet minder dan 85% van de mensen zoekt eerst op Google voordat ze naar de dokter gaan;
- en 60% zoekt achteraf op Google, ofwel om te kijken of de arts het wel bij het rechte eind had, ofwel omdat ze hem niet begrepen hebben.
Keurmerk voor medische informatie op internet
Steeds meer mensen maken dus gebruik van de mogelijkheid om medische informatie via het internet binnen te halen. En het gaat daarbij niet alleen om personen die meer over hun eigen ziekte willen verkrijgen, maar ook om vele andere belanghebbenden die voor zichzelf of voor anderen informatie over gezondheidsthema’s willen opzoeken.
Criteria en richtlijnen opstellen
Inmiddels is de hoeveelheid aan medische informatie op het internet welhaast niet meer te overzien en het spectrum van het aangebodene kwalitatief zeer divers geworden. Europese en andere internationale autoriteiten hebben in het verleden al vaker geijverd om criteria en richtlijnen op te stellen:
- die enerzijds aanbieders verplichten om bepaalde standaards in acht te nemen;
- en die anderzijds bij de lezers een zeker gevoel van vertrouwen moeten geven.
Duidelijk is wel dat certificaten of andere vormen van keurmerken niet kunnen verhullen dat doorgaans alleen formele criteria worden getoetst. De eigenlijke inhoud blijft vaak onopgemerkt en ontbeert elke externe controle.
Grote rol weggelegd voor de social media
De zorg staat voor grote veranderingen. Een cruciale rol is daarbij ingeruimd voor de social media. Zorginstellingen willen via technologie en internet een brug naar patiënten slaan. Het is geen geheim dat er vele tienduizenden
weblogs bestaan waarop patiënten op dagbasis bijhouden wat hen fysiek of mentaal overkomen is. Vele duizenden patiënten die met elkaar in gesprek gaan, die hun medische informatie met elkaar delen en die vaak tot in detail beschrijven hoe ze met hun ziekte omgaan. Want laten we wel wezen, patiënten zijn vaak expert in hun eigen ziekte.
Ziekenhuizen die met Twitter aan de slag gaan
Het was verbazingwekkend dat met die schat aan informatie tot voor kort niets gedaan werd in de zorg. Maar steeds meer komt men tot het besef dat men als zorginstelling juist de wisselwerking met zijn patiënten moet zoeken. Niet voor niets dat ook ziekenhuizen tegenwoordig met Twitter aan de slag gaan.
Medische informatie uitwisselen via online communities
De zorgsector heeft lange tijd haar neus opgehaald voor het internet. Dat internet werd zelfs jarenlang genegeerd. Die zorgfora, dat is bagger, werd er dan geroepen. Ja natuurlijk was dat bagger als je er als Zorg zelf niets op publiceerde. Maar tijden en inzichten veranderen. Momenteel ziet men vooral de totstandkoming van online communities. Zo’n community kan een stek zijn waarin men in een forumachtige omgeving vragen stelt en antwoorden krijgt. Niet alleen wordt er informatie met elkaar gedeeld, er is ook ruimte voor discussie.